9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding [bedrijf 1] B.V. te [plaats 1]
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[bedrijf 1] B.V.te Zwolle gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij tot een bedrag van
€ 975,17(negenhonderdvijfenzeventig euro en zeventien eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2024. Met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte
verplichtis ter zake van het bewezen verklaarde feit
tot betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van € 975,17 (zegge: negenhonderdvijfenzeventig euro en zeventien eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 19 dagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf 1] B.V. voor een deel van € 6.140,21 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
schadevergoeding [slachtoffer 1] te [plaats 2]
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor een deel van € 31.621,75 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
schadevergoeding [slachtoffer 2] te [plaats 3]
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
het in beslag genomen voorwerp
- gelast de teruggave van € 422,50 aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Vodegel, voorzitter, mr. J. de Ruiter en mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.W. van den Bosch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2025.
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON1R024015 (onderzoek Bichon) van 31 mei 2024. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 16 februari 2024, zaaksdossier, pagina’s 86 tot en met 90, voor zover inhoudende:
Plaats delict: [adres]
Pleegdatum/tijd: Tussen vrijdag 16 februari 2024 om 17:50 uur en vrijdag 16 februari 2024 om 18:05 uur
Ik ben eigenaar van het bedrijf [bedrijf 1] BV. Rond 12:00 uur heb ik bij een vriend van mij uit Almere contant geld opgehaald. Het geldbedrag was verpakt in twee tassen: een bruinkleurige winkeltas en daaromheen een gele Jumbo-tas. Toen ik hier omstreeks 16:30 uur aankwam waren mijn broer [slachtoffer 2] en [naam 3] al in het kantoor. De tassen met daarin het geld nam ik mee naar boven. Ik legde dit neer op de grond, links naar mijn bureau, op een laptop. Rond 17:00 uur zijn [slachtoffer 2] en [naam 3] weggegaan. [slachtoffer 3] kwam het kantoor binnen.
Ik zag een persoon met een bivakmuts het kantoor binnensluipen. Ik zag dat jongen 1 in de richting van [slachtoffer 3] liep. Ik zag dat hij een spuitbus in zijn rechterhand vasthield en hiermee in de richting van [slachtoffer 3] spoot. Ik stond vervolgens op en liep richting jongen 1. Terwijl ik naar hem toe liep kwamen er nog twee personen het kantoor binnen lopen. Ik zag dat de jongen die als laatste het kantoor binnenliep (jongen 3) met een spuitbus in mijn richting begon te spuiten. Op dat moment zag ik dat jongen 2 een mes in zijn linkerhand vasthield. Ik werd vervolgens door één van die andere jongens met de spuitbus in mijn gezicht gespoten. Ik liet jongen 2 los. Ik voelde dat jongen 2 en jongen 3 mij beetpakten en mij op de grond probeerden te krijgen. Ik zag toen dat jongen 3 ook een mes in zijn hand vasthield. Ik viel op de grond. Ik hoorde de jongens roepen: "Niet kijken! Gezicht naar de grond!" Na ongeveer vijf minuten zijn de jongens het kantoor uitgerend. Ik merkte toen op dat wij waren beroofd van onze telefoons, laptops en het voornoemde geldbedrag. Beneden, voor het kantoorpand, stonden drie auto's waarvan men de banden heeft lek gestoken. Twee van deze auto's zijn van mij, de andere van [slachtoffer 3]. De weggenomen laptop is eigendom van mijn broer [slachtoffer 2]. Dit is de laptop die op de grond lag en waar ik het geld op had gelegd. Een HP. De weggenomen Iphone 13 Pro lag op mijn bureau aan de lader. De weggenomen Iphone 14 Pro lag op het witte tafeltje bij de bank. Beiden toestellen zijn mijn eigendom. Het geldbedrag dat is weggenomen bestond uit coupures van 50,- euro en 20,- euro, voor zover ik dit heb kunnen zien.
Ik kan de jongens die ons beroofd hebben zo omschrijven: Jongen 1 donker grijs trainingspak met aan de zijkant zwarte strepen. Verder droeg hij een bivakmuts over zijn hoofd. Jongen 2 een donkere jas met lichte strepen en hij droeg een bivakmuts over zijn hoofd. Jongen 3. Hij droeg net als de andere twee jongens een bivakmuts over zijn hoofd.
Alleen mijn broer [slachtoffer 2], en mijn kameraden [naam 1] en [naam 3] wisten van het geldbedrag dat in mijn kantoor lag.
2. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 16 februari 2024, zaaksdossier, pagina’s 124 tot en met 127, voor zover inhoudende:
Ik zat er net tien minuten toen ik hoorde dat er mensen de trap op naar boven kwamen. De deur ging open en ik zag dat drie mannen het kantoor binnenkwamen. De mannen riepen tegen ons: "Op de grond. Hoofd naar beneden." Ik zag dat één van de mannen een spuitbus in zijn linkerhand had. Ik zag en voelde dat hij hiermee iets roods in onze gezichten spoot. Ik zag dat de tweede man een mes in zijn rechterhand had. Ik hoorde dat ze steeds tegen ons zeiden: "Hoofd naar beneden, anders word je gestoken." Ik hoorde dat ze vroegen om onze telefoons. Ik zei dat die in mijn jaszak zat. Mijn jas lag op de stoel.
Ik hoorde dat eentje wel drie of vier keer zei: "Bel [naam 2]."
Ik controleerde mijn jas en ik merkte dat mijn telefoon weg was. Dit was een goudkleurige iPhone. In mijn jas zat ook 500 euro in briefjes van 50 euro. Dit geld was ook weg. Toen we beneden kwamen, zag ik dat van drie van onze auto's banden waren lek geprikt.
3. het proces-verbaal van verhoor [verdachte] van 27 augustus 2024, aanvullend dossier, pagina’s 994 tot en met 1002, voor zover inhoudende:
Op Valentijnsdag, de 14e, zijn [naam 4], [naam 5], [medeverdachte 1], [naam 6] en ik naar Amsterdam gereden. Na het eten kwam die jongen met de moedervlek in het restaurant en toen zijn wij, [naam 4], [medeverdachte 1], die jongen met de moedervlek en ik apart aan een tafel gaan zitten. Ik zei dat vier donkere jongens die in een auto op de Marslanden staan te wachten zou opvallen. De jongen met de moedervlek zei toen dat hij alleen wilde weten wanneer [slachtoffer 1] zou aankomen. In het restaurant was nog verteld dat ik spullen moest regelen zoals tyraps, ammoniak, een appel en een theedoek of een handdoek.
De 15e overdag zou het eigenlijk gebeuren, dan zou het geld opgehaald worden maar dat was niet doorgegaan. Ik heb dat doorgegeven. Ik had in de groepsapp gezet "geld zal niet vandaag komen maar morgen". Ik heb voorgesteld om een Bison-busje, een rood busje, te halen.
Toen brak vrijdag de 16e aan. In Ommen heb je een legerwinkeltje, [bedrijf 2], en daar heb ik een busje 'Bison' gekocht. Ik ben toen weer naar binnen gelopen en toen heb ik een zakmesje van 12 euro opgehaald. Ik ben toen voor de derde keer naar dat winkeltje gegaan en daar heb ik een bivakmuts gekocht.
Op het moment dat ik richting kantoor in Zwolle reed belde ldris mij op. Op dat moment
zag ik dat hij op kantoor zat. Ik maakte met mijn telefoon een screenshot en stuurde dit door naar de groepsapp van Snap van: "Jo [slachtoffer 2] is ook op kantoor." Ik hing op en kwam bij kantoor aan. [slachtoffer 1] was al onderweg naar Amsterdam en ik dacht: "Ik zit hier met [slachtoffer 2] wat nu?" Ik heb een bericht naar [naam 4] gestuurd van: "Bel me en zeg dat ik iemand moet
ophalen?" We zijn naar de parkeerplaats gereden van [naam 4] zijn moeder. Ik kom eraan gereden. Ik zei: "[slachtoffer 1] is nu naar Amsterdam."
Ik ben toen richting de Esso gereden. Ik heb de jongens bij de Esso een broodje gegeven. Toen ik weer op kantoor was gingen we het broodje op eten en toen kwamen [naam 1] en [slachtoffer 1] en toen heb ik een bericht gestuurd van: "Hij is er." Ik ben op een gegeven moment samen met [slachtoffer 2] naar beneden gelopen. Als je uit het kantoor naar beneden loopt en dan naar buiten loopt heb je rechts een dijkje. Ik zag dat de jongens daar naar het kantoor stonden te kijken. Ik ben toen met [slachtoffer 2] naar JD-Customs gereden, ik had daar een afspraak gemaakt om mijn auto te wrappen. Hierna zijn we naar de stad gegaan en toen kreeg [slachtoffer 2] een belletje "Kom terug, [slachtoffer 1] is overvallen." We zijn weer teruggereden, het kantoor binnen gegaan, ik zag wat rode verf op kleding en toen kwam de politie al. ”
4. het proces-verbaal van verhoor [verdachte] van 12 februari 2025, aanvullend dossier, pagina’s 1 tot en met 11, voor zover inhoudende:
Hier op het politiebureau heb ik [naam 4] gebeld. Ik heb aangegeven dat hij moest stoppen bij de Lichtmis, afslag Nieuwleusen en dat ik eraan zou komen. Ik zei: “laat die jongens bij mij instappen.” Eenmaal aangekomen bij de Lichtmis stapten ze allemaal uit de auto. Die jongen stapte bij mij in de auto. De jongen die ik naar Havelte moest brengen. Eenmaal aangekomen in Havelte moest ik bij een sportveld stoppen, daar stapte hij uit.
Ik ben toen naar de Shell gereden. [naam 4] stapte bij mij in de auto. Hij vertelde dat ze gelijk gingen liggen, bang waren, tas hebben gepakt, spuitbusje hebben gebruik en weg waren gegaan. Toen heb ik [naam 4] afgezet aan het begin van de straat daar waar [naam 4] zijn moeder woont.
V: Je hebt [slachtoffer 2] wel weggehouden van de plek?
A: Ja.
5. het proces-verbaal van bevindingen onderzoek aan digitale gegevens van de Apple iPhone 14 Pro Max van 4 september 2024, aanvullend dossier, pagina’s 1064 tot en met 1074, inclusief bijlage 1: Snapchat groepsgesprek, voor zover inhoudende:
Onderzoek naar de telefoon (iPhone 14 Pro Max, goednummer 3156131) van [verdachte].
Snapchatgroepsgesprek met de volgende deelnemers: [accountnaam 1], [accountnaam 2], [accountnaam 3], [accountnaam 4] en [accountnaam 5].
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)
[Afbeelding)