Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de producties van [eiser]
- de conclusie van antwoord
- de producties van [gedaagden]
- de mondelinge behandeling van 23 juni 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [eiser].
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“één grote bende van rommel, afval, schimmels, vuilniszakken, oude accu’s enzovoort. (...) Het was smerig, brandgevaarlijk, en een paradijs voor ongedierte”.
de spulleninde schuurniet al te zorgvuldig heeft opgeslagen, maar daaruit volgt niet zonder meer dat hij niet ‘als een goed huisvader’ (artikel 7A:1781 lid 1 BW) voor de bewaring en het behoud van of als een goed huurder (artikel 7:213 BW) voor de (volgens beide partijen zwaar beschadigde)
schuurzorgt. De stelling dat [eiser] wijze van opslag zorgt voor (toegenomen) brandgevaar en ongedierte is niet onderbouwd en slaagt daarom niet.