Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 23 juni 2025, die hybride heeft plaatsgevonden.
2.De samenvatting
3.De feiten
Artikel 1 Tijdelijke huisvesting
Het is huurder niet toegestaan hennep of soortgelijke gewassen in het gehuurde te telen, verdovende middelen te hebben en/of daarin handel te drijven vanuit het gehuurde of enige andere activiteit te verrichten die op grond van de opiumwet strafbaar zijn gesteld. Toegestaan is het telen van hennep voor eigen gebruik met een maximum van 5 hennepplantjes. Het handelen in strijd met dit verbod is dermate ernstig dat dit ontbinding van de huurovereenkomst op de kortst mogelijke termijn rechtvaardigt.”
4.Het geschil
5.De beoordeling
tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt’) zich hier niet voordoet, althans dit heeft [gedaagde] onvoldoende aannemelijk gemaakt. Zo blijkt onder meer uit het informatierapport dat een hennepkwekerij nagenoeg altijd een gevaarlijke plaats is door (i) aantasting van de gezondheid van omwonenden en (latere bewoners), (ii) instabiliteit van het pand, (iii) lekkage en/of watervervuiling, (iv) brand. Gelet op het voorgaande acht de voorzieningenrechter de gevorderde ontruiming van de wisselwoning gerechtvaardigd. De Woonplaats heeft een zwaarwegend belang bij het handhaven van haar beleid en daarmee bij een snelle ontruiming van de wisselwoning, nu dit ook naar andere bewoners een signaal afgeeft dat dergelijke ernstige tekortkomingen niet worden geaccepteerd. De voorzieningenrechter realiseert zich dat [gedaagde] ook een belang heeft bij een dak boven zijn hoofd en een ontruiming zeer ingrijpend voor hem zal zijn. Dat belang weegt alleen niet op tegen het belang van De Woonplaats om nieuwe incidenten te voorkomen. De voorzieningenrechter wijst daarom de gevorderde ontruiming toe.