Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
(primair)dan wel dat hij heeft geprobeerd [slachtoffer 1] zwaar te mishandelen
(subsidiair)door hem met een broodmes te snijden
;
(primair)dan wel dat hij een portemonnee heeft verduisterd
(subsidiair);
3.De bewijsmotivering
primair) dan wel dat hij heeft geprobeerd hem zwaar te mishandelen (
subsidiair). Dat kan op basis van dit dossier echter niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Uit het dossier kan niet worden opgemaakt dat de verwonding van [slachtoffer 1] gekwalificeerd kan worden als zwaar lichamelijk, nu voor de vaststelling van dat letsel een geneeskundige verklaring ontbreekt. Over de diepte van de snijwond/beschadiging aan de arm en de locatie daarvan ten opzichte van de kwetsbare delen van het lichaam van aangever is ook onvoldoende bekend om te kunnen vaststellen dat verdachte het (voorwaardelijk) opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank zal verdachte dan ook integraal vrijspreken van feit 1.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
handelen in strijd met artikel 27 van de Wet wapens en munitie;
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten.
diefstal.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelden
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
handelen in strijd met artikel 27 van de Wet wapens en munitie;
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten;
diefstal;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken;
05.200916.24 feit 2
geen straf of maatregelwordt opgelegd;