ECLI:NL:RBOVE:2025:4283

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 juni 2025
Publicatiedatum
1 juli 2025
Zaaknummer
05.200916.24, 08.275446.24, 08.284115.24 en 08.298656.24 (ttz. gev.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor geweldsdelicten, diefstal en vernieling met een verboden wapen

Op 30 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Letland, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken voor meerdere strafbare feiten, waaronder het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie, diefstal en vernieling. De verdachte is schuldig bevonden aan het dragen van een verboden wapen, een broodmes, en heeft geprobeerd een ander zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Daarnaast heeft hij op verschillende momenten een portemonnee gestolen en ruiten vernield van een horecapand en een instelling van het Leger des Heils. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich gedurende een periode van enkele maanden schuldig heeft gemaakt aan deze feiten, waarbij hij onder invloed van alcohol verkeerde. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, waarbij rekening is gehouden met zijn strafblad en het recidiverisico. De benadeelde partijen zijn in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij niet voldoende bewijs hebben geleverd voor hun schadeclaims.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 05.200916.24, 08.275446.24, 08.284115.24 en 08.298656.24 (ttz. gev.) (P)
Datum vonnis: 30 juni 2025
Verstekvonnis in de zaken van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats] (Letland),
zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 16 juni 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
onder parketnummer 05.200916.24
feit 1:in de periode van 18 juni 2024 tot en met 19 juni 2024 [slachtoffer 1] zwaar heeft mishandeld
(primair)dan wel dat hij heeft geprobeerd [slachtoffer 1] zwaar te mishandelen
(subsidiair)door hem met een broodmes te snijden
;
feit 2:omstreeks 18 juni 2024 tot en met 19 juni 2024 een broodmes dat is gebruikt om feit 1 te plegen, bij zich heeft gedragen;
feit 3:op 19 juni 2024 niet heeft voldaan aan een bevel van een politieambtenaar;
onder parketnummer 08.275446.24
op 27 augustus 2024 een portemonnee heeft gestolen
(primair)dan wel dat hij een portemonnee heeft verduisterd
(subsidiair);
onder parketnummer 08.284115.24
op 3 september 2024 een ruit heeft vernield;
onder parketnummer 08.298656.24
op 17 september 2024 een ruit heeft vernield.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Onder parketnummer 05.200916.24
1
hij in of omstreeks de periode van 18 juni 2024 tot en met 19 juni 2024 te [plaats],
gemeente Ede aan [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel, te weten een (diepe) snijwond, heeft toegebracht door met een (brood)mes die [slachtoffer 1] op zijn arm, althans
lichaam, te snijden;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 18 juni 2024 tot en met 19 juni 2024 te [plaats],
gemeente Ede ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan
[slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een (brood)mes die [slachtoffer 1] in zijn arm, althans lichaam, heeft gesnenden terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij in of omstreeks 18-06-2024 t/m 19-06-2024 te [plaats], gemeente Ede een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een een (brood)mes
zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen heeft gedragen;
3
hij op of omstreeks 19 juni 2024 te [plaats], gemeente Ede opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 55d lid 1 WvSv, gedaan door een ambtenaar, te weten, [verbalisant 1], belast met de uitoefening van
enig toezicht en/of belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaar hem had bevolen of van hem had gevorderd mee te werken aan een onderzoek uitgeademde lucht, hieraan geen gevolg te geven.
Onder parketnummer 08.275446.24
hij op of omstreeks 27 augustus 2024 te Enschede een portemonnee (inhoudende geld en/of pasjes), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 augustus 2024 te Enschede opzettelijk een portemonnee (inhoudende geld en/of pasjes), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als vinder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Onder parketnummer 08.284115.24
hij op of omstreeks 3 september 2024 te Enschede, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een (glazen) deur en/of ruit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Onder parketnummer 08.298656.24
hij op of omstreeks 17 september 2024 te Enschede opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Leger des Heils (gevestigd aan de Molenstraat Enschede), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

3.De bewijsmotivering

3.1
Parketnummer 05.200916.24
3.1.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder 1 primair ten laste gelegde moet worden vrijgesproken en dat het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard.
3.1.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verdachte in de nacht van 18 op 19 juni 2024 ruzie heeft gehad met aangever [slachtoffer 1] over geluidsoverlast, dat verdachte daarbij een broodmes heeft gehanteerd en dat hij [slachtoffer 1] daarbij met het broodmes heeft verwond aan zijn arm.
Feit 1
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij daarmee [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht (
primair) dan wel dat hij heeft geprobeerd hem zwaar te mishandelen (
subsidiair). Dat kan op basis van dit dossier echter niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Uit het dossier kan niet worden opgemaakt dat de verwonding van [slachtoffer 1] gekwalificeerd kan worden als zwaar lichamelijk, nu voor de vaststelling van dat letsel een geneeskundige verklaring ontbreekt. Over de diepte van de snijwond/beschadiging aan de arm en de locatie daarvan ten opzichte van de kwetsbare delen van het lichaam van aangever is ook onvoldoende bekend om te kunnen vaststellen dat verdachte het (voorwaardelijk) opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank zal verdachte dan ook integraal vrijspreken van feit 1.
Feit 2
De rechtbank stelt vast dat verdachte het onder zijn matras aangetroffen 35 centimeter lange keukenmes heeft gebruikt tijdens de ruzie met [slachtoffer 1] en daarmee [slachtoffer 1] heeft verwond. De rechtbank acht, gelet op de aard van het wapen en de omstandigheden waaronder dit is aangetroffen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een wapen in de zin van categorie IV onder 7 van de Wet wapens en munitie heeft gedragen. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 2 heeft gepleegd.
Feit 3
De rechtbank stelt vast dat verdachte is gevorderd om mee te werken aan een onderzoek uitgeademde lucht en dat hij geweigerd heeft hieraan mee te werken. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 3 heeft gepleegd.
3.2
Parketnummer 08.275446.24
3.2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard.
3.2.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 27 augustus 2024 uit een scooter een portemonnee van [slachtoffer 2] heeft weggenomen. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
3.3
Parketnummer 08.284115.24
3.3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard.
3.3.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 3 september 2024 een ruit van een pand aan de [adres 1], waar [bedrijf] gevestigd is, heeft vernield door een terrasstoel ertegenaan te gooien. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
3.4
Parketnummer 08.298656.24
3.4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard.
3.4.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 17 september 2024 een fles wijn tegen de ruit van een pand aan de Molenstraat 27 in Enschede, waar Leger des Heils gevestigd is, heeft gegooid waardoor de ruit is vernield. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder parketnummer 05.200916.24 onder 2 en 3, het onder parketnummer 08.275446.24 primair en de onder de parketnummers 08.284115.24 en 08.298656.24 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 05.200916.24
2
hij in de periode van 18 juni 2024 tot en met 19 juni 2024 te [plaats], gemeente Ede een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (brood)mes zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en te dreigen, heeft gedragen;
3
hij op 19 juni 2024 te [plaats], gemeente Ede opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 55d lid 1 WvSv, gedaan door een ambtenaar, te weten, [verbalisant 1], belast met het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaar hem had bevolen of van hem had gevorderd mee te werken aan een onderzoek uitgeademde lucht, hieraan geen gevolg te geven.
Parketnummer 08.275446.24
hij op 27 augustus 2024 te Enschede een portemonnee (inhoudende geld en pasjes) die aan [slachtoffer 2] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Parketnummer 08.284115.24
hij op 3 september 2024 te Enschede opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, die aan [bedrijf] toebehoorde heeft vernield.
Parketnummer 08.298656.24
hij op 17 september 2024 te Enschede opzettelijk en wederrechtelijk een ruit die aan Leger des Heils (gevestigd aan de Molenstraat Enschede) toebehoorde heeft vernield.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Parketnummer 05.200916.24
Het onder feit 2 bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 27 en 54 van de Wet wapens en munitie. Het onder feit 3 bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 2
de overtreding:
handelen in strijd met artikel 27 van de Wet wapens en munitie;
feit 3
het misdrijf:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten.
Parketnummer 08.275446.24
Het primair bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 310 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf
diefstal.
Parketnummers 08.284115.24 en 08.298656.24
Het onder 08.284115.24 en 08.298656.24 bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 350 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op: telkens het misdrijf
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte voor de bewezenverklaarde misdrijven te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden met aftrek van de tijd die hij in verzekering heeft doorgebracht. Voor de onder parketnummer 05.200916.24 feit 2 bewezenverklaarde overtreding heeft de officier van justitie de toepassing van artikel 9a Sr gevorderd.
6.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich gedurende de periode van 18 juni 2024 tot en met 17 september 2024 schuldig gemaakt aan het plegen van diefstal van een portemonnee met pasjes en geld, vernielingen van een ruit bij [bedrijf] en een ruit bij het Leger des Heils, alsmede het niet voldoen aan een ambtelijk bevel door geen medewerking te verlenen aan een ademanalyse. Ook heeft verdachte een broodmes bij zich gedragen wat, gezien de omstandigheden waaronder hij het broodmes bij zich had, een verboden wapen is die valt onder de categorie IV onder 7 van de Wet Wapens en munitie.
Door het plegen van de vernielingen heeft verdachte schade toegebracht en door de diefstal heeft hij goederen weggenomen die aan een ander toebehoorden.
Bij het plegen van de strafbare feiten verkeerde verdachte telkens zwaar onder invloed van alcohol en was hij moeilijk aanspreekbaar.
De rechtbank rekent verdachte de feiten aan en ziet zich voor de vraag gesteld welke strafoplegging passend is. Bij het bepalen van de op te leggen straf houdt de rechtbank rekening met het strafblad van verdachte van 31 maart 2025, waaruit naar voren komt dat verdachte eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Ook zal de rechtbank bij de op te leggen straf rekening houden met de toepassing van artikel 63 Sr.
Op 12 september 2024 heeft de reclassering over verdachte gerapporteerd maar zij heeft geen ander advies kunnen uitbrengen dan het opleggen van een straf zonder bijzondere voorwaarden. Er was geen mogelijkheid om met verdachte in contact te komen en ook een eerdere poging om een reclasseringsadvies te schrijven en een plan van aanpak op te stellen, is om diezelfde reden mislukt. Wel wordt het recidiverisico en het risico op het onttrekken aan voorwaarden als hoog ingeschat.
Gelet op dit alles is ook de rechtbank van oordeel dat het opleggen van een gevangenisstraf de enige passende straf is. Niet alleen als vergelding voor de gepleegde strafbare feiten maar ook om de maatschappij voor enige tijdsduur te beschermen tegen de overlast die verdachte met het plegen van dit soort strafbare feiten veroorzaakt.
De rechtbank zal verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier weken opleggen. De tijd die verdachte reeds in verzekering heeft doorgebracht zal daarop in mindering worden gebracht.
Voor de bewezenverklaarde overtreding van de Wet wapens en munitie zal de rechtbank geen aparte straf of maatregel opleggen.

7.De schade van benadeelden

7.1
parketnummer 08.275446.24
7.1.1.
De vordering van de benadeelde partij
[naam], wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 2], heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een bedrag van € 15,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de post “€ 15,-- ontvreemd uit portemonnee”. Daarnaast vordert de benadeelde partij een bedrag van € 20,-- wegens het mislopen van een kickboks-training en de tijd die het hem gekost heeft om aangifte te doen.
7.1.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet is onderbouwd. Aangezien wel aannemelijk is dat de benadeelde partij schade heeft geleden, heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank gebruik maakt van haar schattingsbevoegdheid en de geleden schade te schatten op een bedrag van € 35,--.
7.1.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat door de gebezigde bewijsmiddelen niet is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. Uit het dossier blijkt namelijk dat verdachte zeer kort na de diefstal is aangehouden en er vrijwel constant zicht op hem is geweest door een getuige. Ook is de portemonnee door de politie tijdens de fouillering aangetroffen. De rechtbank kan op grond hiervan niet vaststellen dat verdachte het geld dat in de portemonnee zou zitten ook daadwerkelijk heeft uitgegeven of op andere wijze heeft weggemaakt, waardoor het niet aan de benadeelde kon worden teruggegeven.
De vordering ten aanzien van de kosten wegens het mislopen van de kickboks-training en de wachttijd is onvoldoende onderbouwd. Voorts merkt de rechtbank op dat de enkele stelling dat het doen van aangifte de nodige tijd heeft gekost, onvoldoende is om op basis daarvan een schadevergoeding toe te kennen.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
7.2
parketnummer 08.284115.24
7.2.1
De vordering van de benadeelde partij
[aangever 1] heeft zich namens [bedrijf] B.V. als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- omzetverlies € 500,--;
- personeel dat die dag naar huis is gegaan € 1.000,--.
7.2.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is omdat geen stukken zijn overgelegd waaruit blijkt dat [aangever 1] gevolmachtigd is om [bedrijf] B.V. te vertegenwoordigen.
7.2.3
Het oordeel van de rechtbank
[aangever 1] heeft namens [bedrijf] B.V. schadevergoeding gevorderd. Er is geen uittreksel van de Kamer van Koophandel bijgevoegd waaruit blijkt dat [aangever 1] gevolmachtigd is om [bedrijf] B.V. in rechte te vertegenwoordigen. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om die stukken alsnog te overleggen, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 57 en 62 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
05.200916.24
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 05.200916.24 onder 2 en 3, het onder 08.275446.24 primair, het onder 08.284115.24 en het onder 08.298656.24 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het onder 05.200916.24 onder 2 en 3, het onder 08.275446.24 primair, het onder 08.284115.24 en het onder 08.298656.24 bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
05.200916.24
feit 2, de overtreding:
handelen in strijd met artikel 27 van de Wet wapens en munitie;
feit 3, het misdrijf:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten;
08.275446.24 primair
het misdrijf:
diefstal;
08.284115.24 en 08.298656.24
telkens het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 05.200916.24 onder 2 en 3, het onder 08.275446.24 primair, het onder 08.284115.24 en het onder 08.298656.24 bewezen verklaarde;
straf
05.200916.24 feit 3, 08.275446.24 primair, 08.284115.24 en 08.298656.24
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

05.200916.24 feit 2

- bepaalt dat
geen straf of maatregelwordt opgelegd;
schadevergoeding
08.275446.24
- bepaalt dat de benadeelde partij [naam] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
08.284115.24
- bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf] B.V. in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M.F. Schreurs, voorzitter, mr. R.A. Heblij en
mr. T.H. Kapinga, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2025.
Mr. Schreurs is niet in de gelegenheid dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Parketnummer 05.200916.24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024281322 van 27 juni 2024. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 19 juni 2024 (pag. 6) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zag [verdachte] met een broodmes tegenover mij staan. Ik zag dat hij dit broodmes in zijn hand
vasthield en dat hij met gestrekte arm een beweging maken van boven naar beneden waarbij hij mijn rechterarm raakte. Hierdoor liep ik een snijwond van ongeveer 6 centimeter op.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1], [verbalisant 2], [verbalisant 3],
[verbalisant 4] en [verbalisant 5] van 19 juni 2024 (pag. 27) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Nadat de verdachte was aangehouden deed ik, verbalisant [verbalisant 4], het matras omhoog en
zag daar een keukenmes liggen.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 6] van 19 juni 2024 (pag. 19) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 19 juni 2024 heb ik een onderzoek ingesteld naar het op 19 juni 2024 onder de werking van de Wet Wapens en munitie vallende aangetroffen en in beslag genomen voorwerp.
Het bij de verdachte in beslag genomen voorwerp is gelijkend op een groot model keuken/broodmes en is zwart en wit van kleur ter hoogte van het handvat met een zilverkleurig lemmet. Dit voorwerp, keuken/broodmes, is 35 centimeter lang en circa 4.0 centimeter breed.
Het voorwerp is naar zijn aard geschikt om als steekwapen te gebruiken.
Hieruit kan redelijkerwijs worden aangenomen, dat dit voorwerp voor geen ander doel
bestemd was dan om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen.
Derhalve is dit voorwerp een wapen als bedoeld in artikel 2, lid 1, categorie IV,
onder 7e van de Wet Wapens en Munitie.
4.
Het proces-verbaal gebruik middelen bij geweldsdelicten van verbalisanten [verbalisant 5],
[verbalisant 1] en [verbalisant 4] van 19 juni 2024, (pag. 58 en 59) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik, [verbalisant 1], heb op 19 juni 2024 om 00:40 uur de aangehouden verdachte bevolen mee te werken aan een onderzoek uitgeademde lucht, als bedoeld in artikel 55d, lid 1 Wetboek van Strafvordering.
Wij, verbalisanten, hebben alle drie meermaals, in de Engelse taal, op verschillende wijze, de verdachte bevolen mee te werken aan het onderzoek naar de uitgeademde lucht en hem uitgelegd wat de gevolgen zijn wanneer hij dit niet zou doen. Wij zagen dat de verdachte geen enkele keer een poging ondernam om te blazen en wij hoorden dat hij iedere keer, in het Engels, reageerde dat hij moest plassen en niet wilde blazen.
Parketnummer 08.275446.24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024400449. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 27 augustus 2024 (pag. 5) onder meer inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 27 augustus 2024 had ik mijn scooter geparkeerd in Enschede.
Ik heb mijn scooter afgesloten.
Ik zag in mijn handschoenen vakje onder het stuur van mijn scooter dat mijn portemonnee was weggenomen. Ik zag dat de volgende spullen waren weggenomen:
- kentekenbewijs
- kentekenbewijs
- Rabobank-bankpas
- muntgeld.
2.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 27 augustus 2024 (pag. 9) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik was vandaag in het centrum in Enschede.
Ik zag een man op een scooter zitten. Ik zag dat de man een handvat onder het stuur vastgreep en het vakje opendeed. Ik zag dat de man een portemonnee uit het vakje haalde. Ik zag dat de man de portemonnee in de jumbo tas die hij bij zich had of zijn broekzak stopte. Ik zag vervolgens een jongen uit de Pull and Bear komen naast de scooter staan, ik vroeg de jongen of hij iets miste uit zijn scooter. Ik hoorde dat hij zijn portemonnee miste uit het vakje. Ik heb de jongen toen gezegd dat de man die de portemonnee had weggenomen bij het straatje naast ons stond. Ik heb toen gezegd dat de jongen de politie moest bellen, wij hebben de man toen gevolgd. Op de Heurne is de man vervolgens door de politie aangehouden.
3.
Het proces-verbaal van aanhouding verdachte van verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] van 27 augustus 2024 (pag. 14 en 15) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 27 augustus 2024 waren wij in Enschede.
Ik, [verbalisant 7], sprak de man met het vissershoedje aan en hoorde dat hij terugsprak in de Engelse taal.
Ik, [verbalisant 7], paste een opsporingsfouillering toe en voelde in zijn rechter broekzak een zwarte portemonnee welke ik uit zijn broekzak nam. Ik zag dat in de portemonnee onder andere een bankpas en een kentekencard zaten. Ik vroeg het slachtoffer wat de naam was van de te naam gestelde op de kentekencard en hoorde hem de juiste naam verklaren.
Parketnummer 08.28415.24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024412131 van 5 september 2024. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 3 september 2024 (pag. 6 en 7) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 3 september 2024 was ik in de [bedrijf] in Enschede.
Ik zag een man voor het raam staan. Ik zag dat hij een slingerbeweging maakte met de stoel die hij vasthield. Ik zag dat hij deze losliet en dat de stoel tegen de voordeur klapte. Ik hoorde een knal en glas gerinkel. Ik zag dat de ruit van de voordeur kapot was.
2.
Het proces-verbaal bevindingen van [verbalisant 9] van 3 september 2024 (pag. 21 en 22) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb aangever gebeld over het feit dat het tijdstip niet klopte met de tijd in de aangifte. Aangever [aangever 2] gaf aan dat de beelden 3,5 uur achter lopen, omdat de juiste tijd niet geïnstalleerd is.
03-09-2024 06.31.08
Verdachte loopt het terras van [bedrijf] op. Verdachte is gekleed in:
een beige kleurige broek,
lichtblauw shirt, waarvan de mouwen zijn opgestroopt.
Verdachte draagt een donkere rugzak op zijn rug, met onder de klep van de rugzak een
opgerold matje.
Verdachte heeft een kleine zwarte schoudertas om en draagt een donkere hoed.
03-09-2024 06.31.12
Verdachte loopt naar de voordeur en slaat met beiden handen tegen het glas van de
voordeur.
03-09-2024 06.31.19
Verdachte pakt een stoel van het terras.
03-09-2024 06.31.20
Verdachte zwaait met de stoel richting de voordeur van [bedrijf] en laat deze los
03-09-2024 06.31.21
De stoel gaat door de ruit van de voordeur van [bedrijf].
Qua postuur en de blonde baard komt de persoon op de beelden overeen met de verdachte.
Ik trof in de fouillering van de verdachte een donkere rugzak met in de klep een opgerolde blauwe mat, identiek aan de rugzak met opgerolde mat van de persoon op beeld. Tevens trof ik in de fouillering van de verdachte een zwarte schoudertas aan, ter grootte van de tas die de persoon op beeld droeg en bruine slippers, identiek waarop de persoon op beeld liep. De kleur broek van de persoon op beeld is identiek als de kleur broek die verdachte aan had.
Ik heb het verhoor afgenomen van verdachte. Gezien alle vorenstaande facetten herken ik de persoon voor de volle honderd procent als de aangehouden verdachte.
3.
Het proces-verbaal van aanhouding van 3 september 2024 (pag. 36) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 3 september 2024 waren wij, verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 11], belast met een
surveillancedienst voor het gebied Enschede.
Omstreeks 10.15 uur kregen wij het verzoek om te gaan naar het centrum van Enschede. Er had zojuist iemand een stoel tegen een horecapand gegooid en hierdoor was een ruit vernield.
Op aanwijzing van getuigen hielden wij deze man staande. Dit bleek na controle verdachte
[verdachte] te zijn.
Parketnummer 08.298656.24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024436609 van 19 september 2024. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 17 september 2024 (pag. 6 en 7) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe namens het Leger des Heils aangifte van vernieling van het raam aan de buitenzijde van het pand aan de Molenstraat 27 te Enschede op 17 september 2024.
Ik hoorde een hoop glasgerinkel. Ik ben naar voren gelopen en hoorde van mijn medewerkers dat de man de fles wijn tegen de ruit aan had gegooid. Ik zag ook dat de ruit kapot was.
2.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 18 september 2024 (pag. 14) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik stond in het kantoor, voor het raam en had zicht naar buiten via het raam. Ik zag de verdachte terugkomen met de fles wijn. Ik zag dat de verdachte, van buiten uit, de wijn fles in de richting van mij gooide. Ik zag dat, doordat de verdachte de wijnfles gooide, de ruit kapot ging. Ik hoorde op dat moment glas gerinkel.

3.

Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 12] van 18 september 2024 (pag. 28 en 29) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
In dit onderzoek zijn camerabeelden ter beschikking gesteld door aangever die door mij zijn bekeken en waarvan ik mijn bevindingen in dit proces-verbaal heb beschreven.
Screenshot 1: tijd in beeld 17-09-2024 12:12:19 uur.
Ik zie op de beelden dat een persoon door de gang loopt. Ik herken de persoon als zijnde de verdachte die ik in verhoor heb gehad.
Ik zag dat de verdachte het volgende signalement had:
Geslacht: Man
Huidskleur: Blank
Lengte: 1.75
Postuur: normaal
Gezichtsbeharing: baard
Kleding: Zwarte muts, grijs vest met opvallende zwarte lijn horizontaal, zwarte broek en zwarte schoenen. De persoon draagt een rugtas.
Screenshot 9: tijd in beeld 17-09-2024 12:39:50 uur.
Ik zie op de beelden dat een persoon komt aanlopen. Op basis van de kleding die de persoon draagt, maak ik op dat het gaat om de verdachte. Ik zie dat de persoon zijn rechterarm naar achter brengt met in zijn hand een fles vast. Vervolgens zie ik dat de persoon de fles richting het pand gooit.
4.
Het proces-verbaal van aanhouding van verdachte van 17 september 2024 (pag. 38) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Omstreeks 14:00 uur hoorde ik, verbalisant [verbalisant 13], portofonisch dat de collega’s op zoek waren naar een persoon genaamd: [verdachte] . Ik ontving een recente foto van [verdachte]. Ik hoorde dat er aangifte was gedaan en dat hij aangehouden kon worden.
Ongeveer 15 minuten later trof ik [verdachte] slapend op een bankje aan op het Boerenkerkhof. Ik hield hem aan ter zake vernieling.