ECLI:NL:RBOVE:2025:4136

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 juni 2025
Publicatiedatum
25 juni 2025
Zaaknummer
11427747 \ CV EXPL 24-2361
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde kleding door Refined Department B.V.

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 24 juni 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Refined Department B.V. en een gedaagde partij. Refined vorderde betaling van een bedrag van € 2.736,19, vermeerderd met rente en kosten, wegens onbetaalde kleding die door de gedaagde was gekocht. De gedaagde erkende de hoofdsom verschuldigd te zijn, maar voerde aan dat de vordering afgewezen moest worden omdat Refined geen melding had gemaakt van een aangeboden onderhandse akkoord, in strijd met artikel 21 Rv.

De kantonrechter heeft de argumenten van de gedaagde overwogen, maar geen aanleiding gezien om de gevorderde betaling te weigeren. De kantonrechter oordeelde dat Refined niet verplicht was om in te stemmen met het aangeboden akkoord, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. De gevorderde hoofdsom, de rente en de buitengerechtelijke kosten zijn toegewezen. De gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 1.207,39. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11427747 \ CV EXPL 24-2361
Vonnis van 24 juni 2025
in de zaak van
REFINED DEPARTMENT B.V.,
te Waardenburg,
eisende partij,
hierna te noemen: Refined,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: [gemachtigde] (NPH Consultant).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 3 juni 2025. Daarbij is deze zaak gevoegd behandeld met de zaken 11504139 CV EXPL 25-103 en 11504090 CV EXPL 25-101.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten en het geschil

2.1.
Refined vordert veroordeling van [gedaagde] tot, samengevat, betaling van een bedrag van € 2.736,19, te vermeerderen met rente en kosten. Volgens Refined laat
[gedaagde], ondanks herhaalde aanmaning, na de haar in rekening gebrachte bedragen voor door haar gekochte kleding te betalen.
2.2.
[gedaagde] erkent de gevorderde hoofdsom verschuldigd te zijn. In haar conclusie van antwoord heeft zij aangevoerd dat de vordering toch (in ieder geval deels) moet worden afgewezen, omdat Refined in strijd met artikel 21 Rv geen melding heeft gemaakt van het haar aangeboden onderhandse akkoord.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om aan het feit dat Refined in haar dagvaarding geen melding heeft gemaakt van het haar aangeboden akkoord de door
[gedaagde] gewenste consequentie te verbinden. Verder wordt als volgt overwogen.
3.2.
De kantonrechter begrijpt het betoog van [gedaagde] ter zitting zo dat zij meent dat Refined verplicht zou moeten worden zich aan te sluiten bij de overeenstemming die met (volgens haar) het merendeel van de overige schuldeisers is bereikt. Zij heeft bij haar conclusie van antwoord echter geen daartoe strekkende vordering ingesteld, zodat een en ander niet ter beoordeling voorligt.
3.3.
Ten overvloede wordt overwogen als volgt.
Het staat een schuldeiser in beginsel vrij om een hem door de schuldenaar aangeboden buitengerechtelijk akkoord – indien dat inhoudt dat de schuldeiser slechts een (beperkt) deel van zijn vordering betaald krijgt en voor het restant afstand doet van zijn recht op voldoening – te weigeren. Dit kan uitzondering lijden indien de uitoefening van deze bevoegdheid wordt misbruikt (artikel 3:13 BW), en de schuldeiser aldus naar redelijkheid aanvaarding van dit aanbod niet had kunnen weigeren. Bij de toewijzing van een vordering tot medewerking aan een buitengerechtelijk akkoord is terughoudendheid geboden; slechts onder zeer bijzondere omstandigheden kan plaats zijn voor een daartoe strekkend bevel aan de schuldeiser. Zodanig bevel rust dan op de grond dat de schuldeiser naar redelijkheid niet tot weigering van instemming met het akkoord heeft kunnen komen. [1]
3.4.
Dergelijke zeer bijzondere omstandigheden zijn in deze zaak gesteld noch gebleken. Het (uiteraard voor [gedaagde] verdrietige) feit dat zij haar onderneming wegens financiële moeilijkheden niet heeft kunnen voortzetten, is daarvoor onvoldoende.
3.5.
Dit betekent dat de gevorderde hoofdsom zal worden toegewezen. Ditzelfde geldt voor de daarover gevorderde (niet betwiste) overeengekomen rente.
3.6.
Met inachtneming van de redelijk geachte wettelijke tarieven zal van de vordering ter zake van de buitengerechtelijke incassokosten een bedrag van € 398,62 worden toegewezen.
3.7.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen.
De proceskosten van Refined worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
116,39
- griffierecht
496,00
- salaris gemachtigde
476,00
(2 punten × € 238,00)
- nakosten
119,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.207,39

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Refined te betalen een bedrag van € 2.736,19, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1,5% per maand over het toegewezen bedrag, vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Refined te betalen een bedrag van € 398,62 aan buitengerechtelijke kosten,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.207,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Horsthuis en in het openbaar uitgesproken op
24 juni 2025.

Voetnoten

1.HR 12 augustus 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7799