In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een eenmalige energietoeslag over het jaar 2022 beoordeeld. Eiseres had op 8 december 2022 een aanvraag ingediend, die op 12 december 2022 door het college van burgemeester en wethouders van Enschede werd afgewezen. Eiseres maakte bezwaar, maar het college handhaafde de afwijzing in een besluit van 21 juli 2023. Eiseres stelde het college in gebreke wegens het niet tijdig beslissen op haar bezwaar, maar het college meldde op 2 augustus 2023 dat zij geen recht had op een dwangsom. De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft geweigerd de energietoeslag toe te kennen, omdat eiseres geen zelfstandige woonruimte bewoont, maar op een kamer woont. De rechtbank concludeert dat de beleidsregels van het college niet in strijd zijn met het discriminatieverbod, omdat er geen sprake is van vergelijkbare gevallen die ongelijk worden behandeld. De rechtbank wijst erop dat kamerbewoners in een andere situatie verkeren dan bewoners van zelfstandige woningen, die de extra energiekosten alleen dragen. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op de energietoeslag en ook geen recht heeft op een dwangsom.