ECLI:NL:RBOVE:2025:397

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 januari 2025
Publicatiedatum
27 januari 2025
Zaaknummer
84.282250.21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van medeplichtigheid aan illegale handel in beschermde vogelsoorten

Op 27 januari 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan de illegale handel in beschermde vogelsoorten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet schuldig is aan de tenlastegelegde feiten, die onder andere betrekking hadden op het voorhanden hebben en te koop aanbieden van inheemse en uitheemse vogelsoorten, zoals Japanse nachtegalen en kraanvogels. De zaak kwam voor de rechtbank na een openbare terechtzitting op 13 januari 2025, waar de officier van justitie de bewezenverklaring van de feiten had geëist, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak.

De rechtbank overwoog dat de verdachte, die samenwoont met haar partner, niet voldoende betrokken was bij de vermeende strafbare feiten. Hoewel haar partner werd verdacht van het kopen en verkopen van beschermde vogels, kon niet worden vastgesteld dat de verdachte opzettelijk handelingen had verricht die haar medeplichtigheid aan deze feiten zouden kunnen rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat de handelingen van de verdachte, zoals het meerijden naar afspraken en het helpen met het in- en uitladen van dozen, niet voldoende waren om te spreken van medeplichtigheid aan de illegale handel.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten en gelastte de teruggave van in beslag genomen voorwerpen, waaronder geldbedragen die niet vatbaar waren voor onttrekking aan het verkeer. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs voor opzet en betrokkenheid bij strafbare feiten, en dat de bijdrage van de verdachte te gering was om als medeplichtigheid te worden aangemerkt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.282250.21 (P)
Datum vonnis: 27 januari 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1977 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 januari 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en haar raadsman mr. M. Jonk, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 13 januari 2025, waarbij de feiten 2 en 4 zijn komen te vervallen, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:medeplichtig is geweest aan het tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk handelen in strijd met de CITES-basisverordening door Japanse nachtegalen, Japanse kraanvogels en een balispreeuw aan te kopen, te koop te vragen, te gebruiken met winstoogmerk en/of te verkopen en/of in bezit te hebben met het oog op verkoop en/of ten verkoop aan te bieden en/of te vervoeren met het oog op verkoop, althans onder zich te hebben;
feit 3:medeplichtig is geweest aan het tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn levend verkopen en/of vervoeren voor verkoop en/of onder zich hebben voor verkoop en/of ten verkoop aanbieden,
althans anders dan voor de verkoop onder zich hebben en/of vervoeren.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 juli 2020 tot en met 25 oktober 2021, te Apeldoorn en/of Nunspeet en/of Doetinchem en/of Ouddorp, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
al dan niet opzettelijk,
heeft gehandeld in strijd met (een) bij de Regeling natuurbescherming aangewezen voorschrift(en) van een EU-verordeningen, te weten artikel 8, eerste lid en/of vijfde lid, van de CITES-basisverordening (verordening (EG) nr. 338/97),
door specimens van de in bijlage A en/of bijlage B bij deze verordening genoemde soorten, te weten:
- in de periode van 6 tot en met 25 juli 2020 40 Japanse nachtega(a)1(en) (Leiothrix lutea) (pag. 47 en 51) zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 5.2.1.); en/of
- in de periode van 15 tot en met 19 september 2020, 25 Japanse nachtega(a)1(en) (Leiothrix lutea) (pag. 47 en 54; zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 5.2.2.); en/of
- in de periode van 17 september 2021 tot en met 26 september 2021 50, Japanse nachtega(a)1(en) (Leiothrix lutea) ((pag. 47 en 55) zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 5.2.3.); en/of
- op of omstreeks 25 januari 2021, Japanse nachtega(a)1(en) (Leiothrix lutea) (pag. 47 en 57; zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 5.3.1.); en/of
- op of omstreeks 26 september 2021 twee Japanse nachtega(a)1(en) (Leiothrix lutea) ( (pag. 31) zaakdossier 1 [naam 1] en (pag. 488) AMB -00024 proces-verbaal bevindingen WED controle [adres 2] ); en/of
- in de periode van 16 tot en met 27 oktober 2021 een Japanse nachtegaal (Leiothrix lutea) ((pag. 36) zaaksdossier 2 [naam 2] en (pag. 467) AMB 00016 PV WED controle [adres 3] en (pag. ) AMB 00021 Aanvullend PV WED controle [adres 3] ); en/of
- op of omstreeks 25 oktober 2021 twee Japanse kraanvogel(s) (of Chinese kraanvogel, Latijnse benaming: Grus Japonensis) ((pag. 47 en 78) zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 6) en/of;
- op of omstreeks 25 oktober 2021 een Balispreeuw (Latijnse naam: Leucopsar rothschildi) ((pag. 47 en 78) zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 6)
aan te kopen, te koop te vragen, te gebruiken met winstoogmerk en/of te verkopen en/of in bezit te hebben met het oog op verkoop en/of ten verkoop aan te bieden en/of te vervoeren met het oog op verkoop,
althans onder zich te hebben;
tot en of bij welk misdrijf zij, verdachte, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
in, op of omstreeks de periode van 6 juli 2020 tot en met 25 oktober 2021, te Apeldoorn en/of Nunspeet, en/of Doetinchem en/of Ouddorp, althans in Nederland,
- haar woning en/of haar bankrekening en/of haar (mobiele) telefoon ter beschikking te stellen
- bij gelegenheid te zorgen voor de hierboven genoemde vogels in ieder geval voor de vogels in de voliere in Apeldoorn, althans een of meerdere Cites vogels te verzorgen
- mee te gaan naar de voliere in Nunspeet
- mee te gaan naar afspraken (met potentiele afnemers) en/of
- te helpen bij het in- en uitladen van dozen met vogels uit de auto;
3.
[medeverdachte] op eon of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 augustus tot en met 25 oktober 2021, te Apeldoorn en/of Nunspeet, en/of Ittervoort en/of Ouddorp, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
al dan niet opzettelijk,
(een) vogel(s), van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, te weten;
- in of omstreeks de periode van 26 augustus 2021 tot en met 25 oktober 2021:
3, grutto's (Limosa limosa) (pag. 41 zaaksproces-verbaal 3 en (pag. 497) AMB-00022 aanvullend pv WED controle [adres 4] ); en/of
3 steenlopers (Arenaria interpres) (pag. 41 zaaksproces-verbaal 3 en (pag. 497) AMB-00022 aanvullend pv WED controle [adres 4] ) en/of
1. bonte strandloper (Calidris alpina) (pag. 41 zaaksproces-verbaal 3 en (pag. 497) AMB-00022 aanvullend pv WED controle [adres 4] ), en/of
- op of omstreeks 25 oktober 2021:
4 Blauwborsten (Luscinia. svecica) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 983) DOC-00063 In beslag genomen vogels per verblijf locatie A ( [plaats 1] ); en/of
12 Steenlopers (Arenaria interpres) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 983) DOC-00063 In beslag genomen vogels per verblijf locatie A ( [plaats 1] ); en/of
5 Wulpen (Numenius arquata) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 983) DOC-00063 In beslag genomen vogels per verblijf locatie A ( [plaats 1] ); en/of
9 Bonte strandlopers (Calidris alpina) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 983) DOC-00063 In beslag genomen vogels per verblijf locatie A ( [plaats 1] ); en/of
11 Tureluurs (Tringa totanus) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 983) DOC-00063 In beslag genomen vogels per verblijf locatie A ( [plaats 1] ); en/of
- op of omstreeks 25 oktober 2021:
8 Steenlopers (Arenaria interpres) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 1014) DOC-00077 In beslag genomen vogels per verblijf locatie B ( [plaats 2] ); en/of
2 Scholeksters (Haematopus ostralegus) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 1014) Doc-00077 In beslag genomen vogels per verblijf locatie B ( [plaats 2] ),
levend heeft verkocht en/of heeft vervoerd voor verkoop en/of onder zich heeft gehad voor verkoop en/of ten verkoop heeft aangeboden,
althans anders dan voor de verkoop onder zich heeft gehad en/of vervoerd;
tot en of bij welk misdrijf zij, verdachte, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door in, op of omstreeks de periode van 26 augustus tot en met 25 oktober 2021, te Apeldoorn en/of Nunspeet, en/of Doetinchem en/of Ouddorp, althans in Nederland,
- haar woning en/of haar bankrekening en/of haar (mobiele) telefoon ter beschikking te stellen
- bij gelegenheid te zorgen voor de hierboven genoemde vogels, in ieder geval voor de vogels in de voliere in [plaats 1] , althans een of meerdere Cites vogels te verzorgen
- mee te gaan naar de voliere in [plaats 2]
- mee te gaan naar afspraken (met potentiele afnemers) en/of
- te helpen bij het in- en uitladen van dozen met vogels uit de auto.

3.Vrijspraak

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte is tenlastegelegd en overweegt daartoe het volgende.
[medeverdachte] , de partner van verdachte en medeverdachte in deze zaak, wordt verdacht van het kopen, voorhanden hebben en te koop aanbieden van inheemse en uitheemse (beschermde) vogelsoorten, terwijl hij daarbij niet voldeed aan de regelgeving zoals neergelegd in de CITES-basisverordening of de Vogelrichtlijn. Verdachte wordt verweten dat zij hieraan medeplichtig is geweest, door:
- haar woning, haar bankrekening en haar telefoon ter beschikking te stellen;
- bij gelegenheid te zorgen voor de in de tenlastelegging genoemde vogels;
- mee te gaan naar de volière in [plaats 2] ;
- mee te gaan naar afspraken met potentiële afnemers;
- te helpen bij het in- en uitladen van dozen met vogels uit de auto.
Verdachte woont samen met haar partner in [woonplaats] . Primair is de woning bedoeld om daarin samen te wonen. Bij hun gezamenlijke woning heeft haar partner weliswaar een volière, waarin op 25 oktober 2021 vogelsoorten zijn aangetroffen die ook op de tenlastelegging staan vermeld, maar daarmee kan niet vastgesteld worden dat zij haar woning ter beschikking heeft gesteld om strafbare feiten in het kader van de CITES-basisverordening of Vogelrichtlijn te plegen. Daarnaast had de medeverdachte een aantal volières op het terrein van kwekerij [bedrijf] B.V. aan de [adres 5] .
Uit het dossier blijkt dat verdachte een aantal keren met haar partner is meegereden naar de [adres 5] . Niet is komen vast te staan dat zij op die locatie is geweest met het doel hem behulpzaam te zijn bij het plegen van strafbare feiten, en aldaar of bij de gezamenlijke woning in [woonplaats] vogels heeft verzorgd.
Verder is gebleken dat verdachte op 23 september 2021 met haar partner naar een camping in [plaats 3] is gereden, waar haar partner een afspraak had met een verkoper van vogels. Bij terugkomst in [woonplaats] heeft verdachte geholpen dozen van de auto naar de woning te tillen.
Op de bankrekening van verdachte is in totaal ten minste € 10.750,-- aan betalingen ontvangen die te maken hadden met de handel in vogels. De bankrekening heeft verdachte aan haar partner ter beschikking had gesteld, maar daarmee is niet vastgesteld dat zij hem behulpzaam is geweest bij het plegen van strafbare feiten.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat zij zich niet bezig hield met de vogels van haar partner. Ze ging af en toe voor de gezelligheid met haar partner mee, maar wandelde dan met haar hond terwijl haar partner bij een afspraak was of de vogels verzorgde. Specifiek heeft verdachte ter zitting verklaard op 23 september 2021 in [plaats 3] een rondje over de camping te hebben gelopen met de hond.
Verder hebben verdachte en haar partner ter zitting verklaard dat de genoemde betalingen via de bankrekening van verdachte liepen, omdat haar partner een schuld bij haar had en omdat haar partner zijn geld buiten het bereik van deurwaarders wilde houden.
Voor een bewezenverklaring van medeplichtigheid is vereist dat het opzet van verdachte was gericht op zowel haar handelingen als medeplichtige als bedoeld in art. 48 van het Wetboek van Strafrecht, als op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict).
De rechtbank stelt vast dat de handelingen van verdachte zich beperken tot meerijden naar afspraken en eenmalig het helpen uitladen van dozen. Verdachte heeft onweersproken gesteld dat het ter beschikking stellen van haar bankrekening te maken had met het terugbetalen van de schuld die haar partner bij haar had en dat zij overigens zich niet bemoeide met de vogels van haar partner. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat verdachte haar bankrekening aan haar partner ter beschikking heeft gesteld voor de (illegale) handel in vogels.
Het enkele feit dat haar partner vogels hield bij de gezamenlijke woning, is onvoldoende voor het oordeel dat verdachte die woning aan haar partner ter beschikking heeft gesteld. Dat geldt ook voor de telefoon. Die stond weliswaar op naam van verdachte, maar uit het dossier blijkt dat deze telefoon enkel door haar partner werd gebruikt.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de bijdrage van verdachte aan de tenlastegelegde feiten te gering is om van strafbare medeplichtigheid te kunnen spreken.

4.De inbeslaggenomen voorwerpen

De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de inbeslaggenomen geldbedragen dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
De rechtbank zal de teruggave aan de verdachte gelasten van de aan haar toebehorende op de beslaglijst vermelde geldbedragen, aangezien deze niet vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

5.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
de in beslag genomen voorwerpen
- gelast de teruggave aan verdachte van de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers:
3. € 10.225,-- (omschrijving: G_18783);
4. € 19.105,-- (omschrijving: G_18790).
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. van Campen, voorzitter, mr. H. Stam en
mr. D. ten Boer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2025.