Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.223684.21 (P)
Datum vonnis: 27 januari 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1973 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .
1.Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 januari 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. A. Kilinç, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 13 januari 2025, waarbij de feiten 2, 4 en 5 zijn komen te vervallen, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de CITES-basisverordening door Japanse nachtegalen, Japanse kraanvogels en een balispreeuw aan te kopen, te koop te vragen, te gebruiken met winstoogmerk en/of te verkopen en/of in bezit te hebben met het oog op verkoop en/of ten verkoop aan te bieden en/of te vervoeren met het oog op verkoop, althans onder zich te hebben;
feit 3:tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn levend heeft verkocht en/of heeft vervoerd voor verkoop en/of onder zich heeft gehad voor verkoop en/of ten verkoop heeft aangeboden,
althans anders dan voor de verkoop onder zich heeft gehad en/of vervoerd;
feit 6:tezamen en in vereniging met een ander of anderen gebruik heeft gemaakt van valse of vervalste pootringen;
feit 7:opzettelijk valse of vervalste geslachtsbepalingscertificaten voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die certificaten bestemd waren voor gebruik als waren zij echt en onvervalst;
feit 8:tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk vogels heeft verkocht, ten verkoop in voorraad heeft gehouden, heeft afgeleverd, heeft gehouden ten behoeve van opvang, heeft gefokt ten behoeve van de verkoop en/of aflevering van nakomelingen, terwijl daarbij niet werd voldaan aan paragraaf 2 van hoofdstuk 3 van het Besluit houders van dieren.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 juli 2020 tot en met 25 oktober 2021, te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of [plaats 4] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
al dan niet opzettelijk,
heeft gehandeld in strijd met (een) bij de Regeling natuurbescherming aangewezen voorschrift(en) van een EU-verordeningen, te weten artikel 8, eerste lid en/of vijfde lid, van de CITES-basisverordening (verordening (EG) nr. 338/97),
door specimens van de in bijlage A en/of bijlage B bij deze verordening genoemde soorten, te weten:
- in de periode van 6 tot en met 25 juli 2020 40 Japanse nachtega(a)1(en) (Leiothrix lutea) (pag. 47 en 51) zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 5.2.1.); en/of
- in de periode van 1.5 tot en met 19 september 2020, 25 Japanse nachtega(a)l(en) (Leiothrix lutea) (pag. 47 en 54; zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 5.2.2.); en/of
- in de periode van 17 september 2021 tot en met 26 september 2021 50 Japanse nachtega(a)1(en) (Leiothrix lutea) ((pag. 47 en 55) zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 5.2.3.); en/of
- op of omstreeks 25 januari 2021, Japanse nachtega(a)1(en) (Leiothrix lutea) (pag. 47 en 57; zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 5.3.1.); en/of
- op of omstreeks 26 september 2021 twee Japanse nachtega(a)1(en) (Leiothrix lutea) ( (pag. 31) zaakdossier 1 [naam 1] en (pag. 488) AMB -00024 proces-verbaal bevindingen WED controle [adres 1] [plaats 3] ); en/of
- in de periode van 16 tot en met 27 oktober 2021 een Japanse nachtegaal (Leiothrix lutea) ((pag. 36) zaaksdossier 2 [naam 2] en (pag. 467) AMB 00016 PV WED controle [adres 2] [plaats 4] en (pag. ) AMB 00021 Aanvullend PV WED controle [adres 2] [plaats 4] ); en/of
op of omstreeks 25 oktober 2021 twee Japanse kraanvogel(s) (of Chinese kraanvogel, Latijnse benaming: Grus Japonensis) ((pag. 47 en 78) zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 6) en/of;
- op of omstreeks 25 oktober 2021 een Balispreeuw (Latijnse naam: Leucopsar rothschildi) ((pag. 47 en 78) zaaksdossier 4 CITES hoofdstuk 6)
aan te kopen, te koop te vragen, te gebruiken met winstoogmerk en/of te verkopen en/of in bezit te hebben met het oog op verkoop en/of ten verkoop aan te bieden en/of te vervoeren met het oog op verkoop,
althans onder zich te hebben;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 augustus tot en met 25 oktober 2021, te [plaats 1] en/of [plaats 2] , en/of [plaats 5] en/of [plaats 4] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
al dan niet opzettelijk,
(een) vogel(s), van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, te weten;
- in of omstreeks de periode van 26 augustus 2021 tot en met 25 oktober 2021: 3, grutto's (Limosa limosa) (pag. 41 zaaksproces-verbaal 3 en (pag. 497) AMB-00022 aanvullend pv WED controle [adres 3] [plaats 5] ); en/of
3 steenlopers (Arenaria interpres) (pag. 41 zaaksproces-verbaal 3 en (pag. 497) AMB-00022 aanvullend pv WED controle [adres 3] [plaats 5] ) en/of
1. bonte strandloper (Calidris alpina) (pag. 41 zaaksproces-verbaal 3 en (pag. 497) AMB-00022 aanvullend pv WED controle [adres 3] [plaats 5] ), en/of
- op of omstreeks 25 oktober 2021:
4 Blauwborsten (Luscinia svecica) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 983) DOC-00063 In beslag genomen vogels per verblijf locatie A ( [plaats 1] ); en/of
12 Steenlopers (Arenaria interpres) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 983) DOC-00063 In beslag genomen vogels per verblijf locatie A ( [plaats 1] ); en/of
5 Wulpen (Numenius arquata) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 983) DOC-00063 In beslag genomen vogels per verblijf locatie A ( [plaats 1] ); en/of
9 Bonte strandlopers (Calidris alpina) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 983) DOC-00063 In beslag genomen vogels per verblijf locatie A ( [plaats 1] ); en/of
, 11 Tureluurs (Tringa totanus) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 983) DOC-00063 In beslag genomen vogels per verblijf locatie A ( [plaats 1] ); en/of
- op of omstreeks 25 oktober 2021:
8 Steenlopers (Arenaria interpres) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 1014) DOC-00077
In beslag genomen vogels per verblijf locatie B ( [plaats 2] ); en/of
2 Scholeksters (Haematopus ostralegus) ((pag. 83) zaakproces-verbaal 5 en (pag. 1014) Doc-00077 In beslag genomen vogels per verblijf locatie B ( [plaats 2] ),
levend heeft verkocht en/of heeft vervoerd voor verkoop en/of onder zich heeft gehad voor verkoop en/of ten verkoop heeft aangeboden,
althans anders dan voor de verkoop onder zich heeft gehad en/of vervoerd;
6.
hij op of omstreeks de periode van 28 februari tot en met 2 november 2021 te [plaats 1] en/of [plaats 2] , en/of [plaats 3] en/of [plaats 5] en/of [plaats 4] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) pootring(en), met kenmerk
[nummer 1] en/of
[nummer 2] en/of
[nummer 3] en/of
[nummer 4] en/of
[nummer 5] en/of
[nummer 6]
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het echt en onvervalst,
bestaande die valsheid hierin dat de pootringen -door verdachte aan de leverancier van de ringen opgegeven- kenmerken (kleur, bondscode, letters en/of cijfers) hadden, alsof de pootringen aflcomstig waren van erkende vogelbonden, terwijl die niet overeenkwamen met correcte door die vogelbonden gebruikte of te gebruiken kenmerken, en
bestaande de gebruikmaking hierin dat hij, verdachte,en of zijn mededaders,
- in of omstreeks de periode van 28 februari 2021 tot en met 26 september 2021, twee Japanse nachtega(a)1(en) (Leiothrix lutea) met gemanipuleerde pootring(en) kenmerken [nummer 1] en/of [nummer 2] ((pag. 31) zaakdossier 1 [naam 1] en (pag. 488) AMB -00024 proces-verbaal bevindingen WED controle [adres 1] [plaats 3] )); en/of
- in of omstreeks de periode van 16 tot en met 27 oktober 2021 drie stuks Japanse nachtega(a)1(en) (Leiothrix lutea) met gemanipuleerde pootring(en) kenmerken n [nummer 3] en/of [nummer 4] ((pag. 36) zaaksdossier 2 [naam 2] en (pag. 467) AMB 00016 PV WED controle [adres 2] [plaats 4] en (pag. 477) AMB 00021 Aanvullend PV WED controle [adres 2] [plaats 4] ); en/of
- in of omstreeks de periode 16 september tot en met 2 november 2021 twee Purperglansspreeuwen (Lamprotornis purpureus) met gemanipuleerde pootring(en) kenmerken [nummer 5] en/of [nummer 6] ((pag. 107) zaaksdossier 6 en (pag. 473) AMB-00019PV WED controle [adres 3] [plaats 5] );
te koop heeft aangeboden (via Markplaats) en/of heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of voor handen heeft gehad als ware de vogels correct geringd (met niet-gemanipuleerde ringen);
7.
hij op of omstreeks 25 oktober 2021 te [plaats 1] , althans in Nederland,
opzettelijk voorhanden heeft gehad
een of meer valse/vervalste geslachtsbepalingscertifcaten, te weten:
- op het Fysiek gendercertificaat Europese Kluut Walraven 25-08-2019 ((pag. 1529) DOC-00180) ; en/of
- op het Fysiek gendercertificaat Blauwbuik Scharrelaar [nummer 15] ((pag. 1533) DOC-00184); en/of
- op het Fysiek gendercertificaat Grote congo tapuit 18-04-2018 ((pag. 1537) DOC-00188);
waarbij die valsheid/vervalsing er in bestond dat op deze certificaten een echtheidsbeoordelingscode [code] was vermeld die toebehoorde aan een Amazonemotmot met ringnummer AH 42 2,
terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die certificaten bestemd waren voor gebruik als waren zij echt en onvervalst;
8.
hij op een of meerdere momenten in de periode van 6 juli 2020 tot en met 25 oktober 2021 te
[plaats 1] en/of [plaats 2] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
al dan niet opzettelijk,
gezelschapsdieren, te weten vogels,
heeft/hebben verkocht en/of ten verkoop in voorraad heeft/hebben gehouden en/of heeft/hebben afgeleverd en/of heeft/hebben gehouden ten behoeve van opvang en/of heeft/hebben gefokt ten behoeve van de verkoop en/of aflevering van nakomelingen, terwijl daarbij (telkens) niet werd voldaan aan paragraaf 2 van Hoofdstuk 3 van het Besluit houders van dieren,
immers:
in strijd met artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren
werden een of meer van die activiteiten verricht in een inrichting, gelegen aan of nabij de [adres 4] te [plaats 1] en/of een inrichting, gelegen aan of nabij de [adres 5] te [plaats 2] , die (elk) niet bij Onze Minister overeenkomstig artikel 3.8 van dit besluit waren/was aangemeld; en/of
in strijd met artikel 3.10, eerste lid, van het Besluit houders van dieren
werden in genoemde inrichting(en) geen deugdelijke administratie(s) bijgehouden van de gezelschapsdieren die in de inrichting(en) verbleven met daarin een opgave van de naam, adres en woonplaats van degene van wie die gezelschapsdieren afkomstig waren en/of
in strijd met artikel 3.11 van het Besluit houders van dieren
was in genoemde inrichting(en) geen beheerder werkzaam die in het bezit was van een door Onze Minister erkend bewijs van vakbekwaamheid voor de diergroep waarmee activiteiten in de inrichting(en) werden verricht en/of
in strijd met artikel 3.14 van het Besluit houders van dieren
werd in genoemde inrichting(en) geen gebruik gemaakt van een protocol waaruit bleek dat de gezondheid van gezelschapsdieren die in de inrichting(en) verbleven dagelijks gecontroleerd werd, maatregelen ter voorkoming van ziekten werden genomen en/of zieke gezelschapsdieren op passende wijze werden verzorgd
en/of werden de gezelschapsdieren waarvan bij binnenkomst in de inrichting(en) de gezondheid- of vaccinatiestatus onbekend of onvolledig was, niet onmiddellijk in quarantaine geplaatst,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededaders, van het plegen van dit misdrijf/deze misdrijven een gewoonte heeft/hebben gemaakt.
3.De bewijsoverwegingen
3.1
Inleiding
De Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA) heeft onder de naam [naam 3] een strafrechtelijk onderzoek verricht naar het houden van zowel uitheemse als inheemse vogels door verdachte. Uit dit onderzoek is gebleken dat verdachte verschillende soorten vogels hield in volières in de tuin bij zijn woning aan de [adres 4] in [plaats 1] en op het terrein van kwekerij [bedrijf 1] B.V. aan de [adres 5] in [plaats 2] .
Tussen 1 januari 2020 en 25 oktober 2021 heeft verdachte met twee accounts, met gebruikersnamen “ [accountnaam 1] ” en “ [accountnaam 2] ”, meerdere advertenties op Marktplaats geplaatst, waarin hij zowel inheemse als uitheemse vogels te koop aanbood.
Door de NVWA is onderzocht of verdachte bij het houden, te koop aanbieden en verkopen van vogels heeft voldaan aan de regelgeving zoals neergelegd in de CITES-basisverordening, de Vogelrichtlijn en het Besluit houders van dieren.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd.
Feit 1
Ten aanzien van de eerste vier gedachtestreepjes volgt uit de bewijsmiddelen niet hoeveel Japanse nachtegalen verdachte daadwerkelijk heeft aangeschaft.
Bij de aankoop van de Japanse kraanvogels heeft de verdachte ook CITES-documentatie gekregen, zodat hij voor wat betreft deze vogels moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.
Feit 3
De verdediging heeft verzocht om verdachte partieel vrij te spreken, voor wat betreft de drie grutto’s, de vijf wulpen en de twee scholeksters. De twee scholeksters waren voorzien van ogenschijnlijk correcte pootringen. Verdachte kon niet weten dat op de pootringen niet het juiste jaartal vermeld was en dat de pootringen waren afgegeven voor een andere vogel dan een scholekster.
Voor het overige heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.4
Het oordeel van de rechtbank [1]
3.4.1
Feit 1
Juridisch kader
De (internationale) handel in beschermde dier- en plantensoorten is gereguleerd in de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES).
Op grond van artikel 3.37, eerste lid, Wet natuurbescherming (Wnb) is het verboden in strijd te handelen met de bij de ministeriële regeling aangewezen voorschriften van EU-verordeningen. Ingevolge artikel 3.14 van de Regeling natuurbescherming worden onder meer als voorschriften als bedoeld in artikel 3.37, eerste lid, Wnb aangewezen artikel 8, eerste lid, in samenhang met het vijfde lid, van de CITES-basisverordening.
Artikel 8, eerste lid, van de CITES-basisverordening luidt dat de aankoop, het te koop vragen, verwerven voor commerciële doeleinden, het tentoonstellen voor commerciële doeleinden, het gebruik met winstoogmerk en het verkopen, het in bezit hebben met het oog op verkoop, het ten verkoop aanbieden of het vervoeren met het oog op verkoop van specimens van de in bijlage A genoemde soorten, verboden is. In het vijfde lid is bepaald dat de in het eerste lid genoemde verbodsbepalingen ook gelden voor specimens van de soorten genoemd in bijlage B, behalve indien ten genoegen van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat is aangetoond dat die specimens verkregen werden en, indien zij niet uit de Gemeenschap afkomstig zijn, daarin werden binnengebracht overeenkomstig de geldende wetgeving inzake de instandhouding van de wilde flora en fauna.
In het Besluit natuurbescherming is tevens onder artikel 3.24, tweede lid, het verbod op het onder zich hebben (bezit) van soorten, genoemd in bijlage A, B, C of D bij de CITES-basisverordening opgenomen.
Feiten en omstandigheden
-
Aankoop periode 6 t/m 25 juli 2020
Aankoop periode 6 t/m 25 juli 2020
Verdachte kocht vogels bij een zekere ‘ [naam 4] ’. [2] De communicatie tussen verdachte (met telefoonnummer [telefoonnummer 1] [3] ) en [naam 4] (met telefoonnummer + [telefoonnummer 2] [4] ) verliep veelal via WhatsApp. Op 6 juli 2020 vroeg verdachte in een WhatsApp-bericht aan [naam 4] of hij Japanse nachtegalen had. [naam 4] antwoordde op 8 juli 2020 dat hij 40 Japanse nachtegalen had die, geringd, € 65,-- per stuk kostten. [5] Op 24 juli 2020 liet verdachte aan [naam 4] weten dat hij er om 20.00 uur zou zijn. [6] Op 25 juli 2020 plaatste verdachte een advertentie op Marktplaats waarin hij Japanse nachtegalen te koop aanbood. [7]
-
Aankoop periode 15 t/m 19 september 2020
Aankoop periode 15 t/m 19 september 2020
Op 15 september 2020 bood [naam 4] via WhatsApp 30 Japanse nachtegalen aan verdachte aan. Verdachte antwoordde daarop dat het oké is en dat hij vrijdagavond zou komen. Op
19 september 2020 plaatste verdachte een advertentie op Marktplaats waarin hij Japanse nachtegalen te koop aanbood. [9]
-
Aankoop periode 17 september t/m 26 september 2021
Aankoop periode 17 september t/m 26 september 2021
Op 17 september 2021 bood [naam 4] via WhatsApp onder andere 50 Japanse nachtegalen aan verdachte aan. Op 19 september 2021 spraken ze af bij een tankstation in Beek, gemeente Montferland. [10] Op 18 september 2021 plaatste verdachte een advertentie op Marktplaats waarin hij Japanse nachtegalen te koop aanbood. [11]
-
Filmpje d.d. 25 januari 2021
Filmpje d.d. 25 januari 2021
Op de telefoon van verdachte stond een filmpje opgeslagen, dat was gemaakt op 25 januari 2021. Op het filmpje waren volières te zien die zich bevonden in een van de bedrijfsgebouwen aan de [adres 5] in [plaats 2] . Op de beelden waren vijf Japanse nachtegalen te zien. [12]
-
Verkoop 26 september 2021
Verkoop 26 september 2021
Verdachte heeft twee Japanse nachtegalen verkocht aan [naam 1] . [13] Op 8 september 2021 vroeg [naam 1] per sms naar Japanse nachtegalen die verdachte op Marktplaats aanbood. [14] [naam 1] heeft de vogels op 26 september 2021 opgehaald bij de woning van verdachte in [plaats 1] . [15]
Op 22 november 2021 werden de vogels aangetroffen in de woning van [naam 1] . De vogels waren geringd met open ringen. [naam 1] beschikte niet over de benodigde CITES-administratie. [16]
-
Verkoop periode 16 t/m 27 oktober 2021
Verkoop periode 16 t/m 27 oktober 2021
Verdachte heeft op 17 en 24 oktober 2024 verschillende vogels verkocht aan
[naam 2] . Bij die verkoop heeft [naam 2] een Japanse nachtegaal van verdachte gekregen. [17] Op 27 oktober 2021 werden in de woning van [naam 2] drie Japanse nachtegalen aangetroffen die niet correct waren geringd. [naam 2] beschikte niet over een kwekersverklaring en kon de herkomst van deze vogels niet aantonen. [18]
-
Herkomst Japanse nachtegalen
Herkomst Japanse nachtegalen
Op 25 oktober 2021 zijn in de woning van verdachte 117 herkomstbewijzen gevonden. De Japanse nachtegalen zouden zijn gekweekt op verschillende adressen in Italië. [19] De genoemde locaties waren niet gerelateerd aan (vogel)kwekerijen. [20]
-
Aantreffen Japanse kraanvogels op 25 oktober 2021
Aantreffen Japanse kraanvogels op 25 oktober 2021
Op 25 oktober 2021 werden in een buitenvolière op het terrein van [bedrijf 1] B.V., een kwekerij van [naam 5] in [plaats 2] , twee Japanse kraanvogels aangetroffen. Een van deze kraanvogels was voorzien van een niet gesloten pootring en een microchiptransponder. Van beide kraanvogels is geen bijbehorend EU-certificaat getoond. [21] In dezelfde buitenvolière werd een balispreeuw aangetroffen. De balispreeuw was voorzien van een gesloten pootring. Ook van deze vogel is geen bijbehorend EU-certificaat getoond. [22]
Oordeel van de rechtbank
De Japanse kraanvogel en de balispreeuw zijn vogelsoorten die opgenomen zijn in bijlage A bij de CITES-basisverordening. Handel in dergelijke soorten is op grond van artikel 8, eerste lid, CITES-basisverordening verboden.
De Japanse nachtegaal staat vermeld op bijlage B bij de CITES-basisverordening. Handel in deze soort is slechts toegestaan, indien de vogel volgens de geldende wet- en regelgeving naar Nederland is gebracht of in Nederland is verkregen. Uit de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden blijkt dat daar geen sprake van is. De aangetroffen Japanse nachtegalen droegen pootringen die niet aan de daarvoor gestelde eisen voldeden. Ook is niet komen vast te staan dat de vogels van legale kweek afkomstig zijn.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte heeft gehandeld in strijd met de CITES-basisverordening, door de vogels aan te kopen, te koop aan te bieden en te verkopen.
De Japanse kraanvogels en de balispreeuw bevonden zich in een volière van verdachte, op het terrein van [naam 5] , waar zowel vogels van verdachte als van [naam 5] gehuisvest waren. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat verdachte deze vogels tezamen en in vereniging met [naam 5] onder zich heeft gehad.
3.4.2
Feit 3
Juridisch kader
Op grond van artikel 3.2 Wnb is het verboden vogels als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn te verkopen, te vervoeren voor verkoop, onder zich te hebben voor verkoop of ten verkoop aan te bieden. Onder het bereik van artikel 1 van de Vogelrichtlijn vallen alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is.
Feiten en omstandigheden
-
Verkoop periode 26 september 2021 t/m 25 oktober 2021
Verkoop periode 26 september 2021 t/m 25 oktober 2021
Op 16 september 2021 heeft verdachte verschillende soorten vogels aangeboden aan
[naam 6] . [26] Op 26 september 2021 is [naam 6] bij de woning van verdachte in [plaats 1] geweest. [27] Op 24 oktober 2021 is verdachte bij de woning van [naam 6] in [plaats 5] geweest. [28]
Op 2 november 2021 werden in de woning van [naam 6] in [plaats 5] vogels in beslag genomen [29] , waaronder drie grutto’s, drie steenlopers en een bonte strandloper. Geen van deze vogels droeg een voorgeschreven pootring. [30] [naam 6] heeft deze vogels gekocht van verdachte. Verdachte heeft [naam 6] niets gezegd over de afkomst van de vogels en geen administratie bij de vogels verstrekt. [31]
-
Aantreffen van geringde vogels op 25 oktober 2021
Aantreffen van geringde vogels op 25 oktober 2021
Op 25 oktober 2021 werden bij de woning van verdachte in [plaats 1] onder andere vier blauwborsten, twaalf steenlopers, vijf wulpen, negen bonte strandlopers en elf tureluurs aangetroffen. [32] De vijf wulpen waren voorzien van pootringen met de juiste vereiste voorgeschreven kenmerken. Op de ringen stonden de letters EE vermeld, wat staat voor Entente Européenne d’Aviculture et de Cuniculture; het Europees verbond van kleindierfokkers. [33] Via de Franse autoriteiten kon niet worden vastgesteld of de wulpen van kweek afkomstig zijn. [34]
De blauwborsten, steenlopers, bonte strandlopers en tureluurs waren voorzien van gesloten pootringen zonder de vereiste voorgeschreven kenmerken van een gesloten pootring, zoals land van afgifte of een door een overheidsorgaan van een andere staat dan Nederland erkende organisatie, jaartal, diameter en volgnummer, of van een pootring groter dan de voorgeschreven maat. [35] , [36] , [37] en [38]
Op het terrein aan de [adres 5] in [plaats 2] werden op 25 oktober 2021 acht steenlopers [39] en twee scholeksters [40] aangetroffen. De scholeksters waren geringd met gesloten pootringen met de kenmerken [nummer 7] en [nummer 8] . Het kweeknummer [nummer 9] is ten name gesteld van [naam 7] . Het nummer 16 slaat op het kweekjaar 2016. In 2016 zijn er aan [naam 7] geen pootringen afgegeven met ringmaat 9.0 mm voor beschermde soorten. [41] De pootringen die de scholeksters droegen, waren afgegeven voor de mandarijneend. [42]
In de maanden augustus [43] en september 2021 [44] heeft verdachte via Marktplaats bonte strandlopers, regenwulpen en steenlopers te koop aangeboden.
Verdachte wist aan welke eisen de pootring van vogels die onder de Vogelrichtlijn vallen moeten voldoen; op 11 september 2021 zei hij in een telefoongesprek met ‘ [naam 8] ’: ‘Kijk als er geen breuklijn in zit en ehh we hebben hier natuurlijk de NVWA natuurlijk ehmm en ze zouden controle doen en ik heb ehh zit geen breuklijn in ja dan ben ik de sjaak’ en ‘maarja kijk je je pleegt een economisch delict, omdat de vogels is Europa is Europees, daar moet een breuklijn in zitten. Dus er moet een Nederlandse bondring omheen zitten met een breuklijn’. [45]
Oordeel van de rechtbank
Gelet op de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in strijd met artikel 3.2 Wnb van nature in Europa voorkomende vogels heeft verkocht, onder zich heeft gehad voor verkoop en ten verkoop heeft aangeboden.
3.4.3
Feit 6
Feiten en omstandigheden
De twee Japanse nachtegalen die op 22 november 2021 in de woning van [naam 1] zijn aangetroffen, droegen open pootringen met de kenmerken [nummer 1] en [nummer 2] [46] . De Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers heeft het merkrecht op het gebruik van de vermelding ‘NB’ op vogelringen. [47] De pootringen met voornoemde kenmerken zijn niet door de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers uitgegeven. [48]
Onder de vogels die op 2 november 2021 in de woning van [naam 6] zijn aangetroffen, bevonden zich ook twee purperglansspreeuwen. Deze vogels waren geringd met een open en gemanipuleerde ring, voorzien van de nummers [nummer 6] en [nummer 10] . [49]
Verdachte bestelde zelf pootringen in Duitsland. Bij een e-mail aan ‘ [bedrijf 2] ’ voegde verdachte een foto van een handgeschreven briefje waarop aantallen en letter- en cijfercombinaties genoteerd waren, waaronder de combinaties ‘ [nummer 11] ’ en [nummer 12] . [50]
Oordeel van de rechtbank
Gelet op de hiervoor en onder 3.4.1 en 3.4.2 vastgestelde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich in de periode van 8 september 2021 en 2 november 2021 schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk gebruik maken van valse pootringen, door twee Japanse nachtegalen en twee purperglansspreeuwen te verkopen, die voorzien waren van pootringen die ten onrechte van erkende vogelbonden afkomstig leken te zijn.
Aan verdachte is ook tenlastegelegd dat hij twee pootringen met de kenmerken [nummer 3] en [nummer 4] heeft gebruikt bij drie Japanse nachtegalen. Uit het dossier blijkt echter dat deze pootringen gedragen werden door twee blauwborsten. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder het tweede gedachtestreepje van feit 6 tenlastegelegde.
3.4.4
Feit 7
Feiten en omstandigheden
Verdachte heeft door [naam 5] en [naam 9] geslachtsbepalingscertificaten laten maken. [51] Op de volgende certificaten stond de echtheidsbeoordelingscode [code] vermeld:
Op de certificaten stond een QR-code, die leidde naar de website van [bedrijf 3] . Op deze website kunnen aan de hand van de echtheidsbeoordelingscode de gegevens van de betreffende vogel achterhaald worden. De echtheidsbeoordelingscode [code] hoorde bij een mannelijke Amazonemotmot met ringnummer AH42 2. [55]
Op 25 oktober 2021 is in het bijgebouw op het terrein aan de [adres 5] in [plaats 2] een e-mail van 29 december 2020 van [naam 11] aan [bedrijf 3] gevonden. In deze e-mail vroeg [naam 11] naar een geslachtsbepaling: ‘Als ik de QR-code scan dan komt er een andere vogel tevoorschijn. Amazone ipv Chinese spotlijster.’ Op 7 januari 2021 werd vanuit [bedrijf 3] bericht dat het betreffende certificaat een vervalsing was. [56]
Oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft verklaard dat de certificaten niet bedoeld waren voor gebruik als waren zij echt en onvervalst, maar dat hij de certificaten liet maken zodat hij zelf kon zien welk geslacht zijn vogels hadden. Die verklaring acht de rechtbank niet geloofwaardig. Uit het dossier volgt dat meerdere klanten van verdachte vergelijkbare certificaten van hem kregen en zich vervolgens bij hem meldden omdat de geslachtsbepaling op die certificaten niet klopte.
Gelet hierop acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk drie vervalste geslachtsbepalingscertificaten voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat die certificaten bestemd waren voor gebruik als ware het echt en onvervalste certificaten.
3.4.5
Feit 8
Juridisch kader
De Wet dieren geeft in artikel 2.7 de mogelijkheid bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te stellen met betrekking tot de handel in dieren. Artikel 2.7 Wet dieren in samenhang met artikel 3.6 lid 1 Besluit houders van dieren verbiedt kort gezegd het (bedrijfsmatig) handelen in en fokken van gezelschapsdieren, tenzij wordt voldaan aan de voorwaarden van hoofdstuk 3, paragraaf 2 van het Besluit houders van dieren. In die paragraaf zijn voorwaarden gesteld aan het bedrijfsmatig handelen in en fokken van gezelschapsdieren. Deze voorwaarden hebben betrekking op onder andere de registratie van de inrichting, vakbekwaamheid, administratieplicht, huisvesting en verzorging. De regels zijn alleen van toepassing ingeval van bedrijfsmatig handelen.
Blijkens de Nota van toelichting bij het Besluit tot wijziging van het Besluit houders van dieren kunnen de hieronder genoemde situaties indicaties zijn dat er sprake is van bedrijfsmatige activiteiten:
- gezelschapsdieren worden gefokt anders dan voor uitbreiding van het aantal gezelschaps-dieren binnen het eigen huishouden of de directe familie- en vriendenkring;
- gezelschapsdieren worden verkocht aan anderen dan familie en vrienden;
- gezelschapsdieren worden opgevangen tegen een vergoeding en er worden hiervoor advertenties geplaatst;
- ruimtes zijn speciaal ingericht voor de onder dit besluit vallende activiteiten;
- registratie van de Kamer van koophandel of het hebben van een BTW-nummer;
- adverteren, al dan niet op websites, met gezelschapsdieren;
- er wordt gehandeld vanuit een winstoogmerk.
Feiten en omstandigheden
In de voorgaande paragrafen is al vastgesteld dat verdachte vogels te koop aanbood via Marktplaats. In de periode van 5 januari 2020 tot en met 11 oktober 2021 heeft verdachte met het Marktplaats-account met gebruikersnaam ‘ [accountnaam 1] ’ in totaal 113 advertenties geplaatst waarin vogels te koop werden aangeboden. [57] en [58] In de periode van 23 mei 2021 tot en met 8 oktober 2021 heeft verdachte met het Marktplaats-account met gebruikersnaam ‘ [accountnaam 2] ’ 44 advertenties geplaatst waarin vogels te koop werden aangeboden. [59] en [60]
Verdachte kocht zijn vogels in bij ‘ [naam 4] ’ en ‘ [naam 12] ’. In de periode van 13 maart 2020 tot en met 16 oktober 2021 heeft verdachte zesmaal vogels gekocht van [naam 4] . [64]
Op 23 september 2021 heeft verdachte afgesproken met [naam 12] (handelaar [bedrijf 4] ) bij een camping in Eersel. [naam 12] bood verdachte verschillende vogelsoorten aan. [65] Op 23 september 2021 stond de auto van verdachte ongeveer een kwartier lang op een parkeerterrein bij de camping in Eersel. [66]
In de paragrafen 3.4.1 en 3.4.2 is al verwezen naar telefoongesprekken en WhatsApp-berichten van verdachte die betrekking hebben op de aankoop en verkoop van vogels. Meermalen is te zien dat verdachte op Marktplaats vogels aanbiedt kort nadat hij telefonisch contact heeft gehad over de aankoop van vogels.
Ook is al vastgesteld dat verdachte zijn eigen pootringen bestelde. Verdachte heeft ten minste 3600 pootringen besteld. [67]
In de periode van 1 januari 2017 tot en met 23 november 2021 is op bankrekening [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte] , de partner van verdachte, ten minste
€ 10.750,-- aan betalingen ontvangen die betrekking hadden op de handel in vogels. [68]
Verdachte had geen UBN-nummer op de locaties [adres 4] in [plaats 1] en [adres 5] in [plaats 2] . [69]
In de inbeslaggenomen administratie zijn geen facturen of andere documenten aangetroffen met de naam, het adres en de woonplaats van degene van wie de op 25 oktober 2021 inbeslaggenomen vogels afkomstig zijn. [70]
In de periode van 1 januari 2020 tot en met 25 oktober 2021 was verdachte niet in het bezit van een erkend bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 3.11 van het Besluit houders van dieren. [71]
Verdachte was niet dagelijks aanwezig bij de volières in [plaats 2] . [72] In de inbeslaggenomen (digitale) stukken zijn geen documenten aangetroffen met betrekking tot een protocol waaruit blijkt dat de gezondheid van gezelschapsdieren die in de inrichting verblijven dagelijks gecontroleerd wordt, maatregelen ter voorkoming van ziekten worden genomen en zieke gezelschapsdieren op passende wijze worden verzorgd. [73]
Oordeel van de rechtbank
Gelet op het grote aantal vogels dat op 25 oktober 2021 onder verdachte in beslag is genomen, de aantallen door verdachte geplaatste Marktplaatsadvertenties, de telefonische contacten met betrekking tot de aan- en verkoop van vogels, de aanschaf van grote aantallen vogelringen en de vervalste geslachtsbepalingsdocumenten is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich bedrijfsmatig bezighield met de handel in vogels. Verdachte had moeten voldoen aan de voorwaarden van hoofdstuk 3, paragraaf 2 van het Besluit houders van dieren. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de bepalingen in artikel 3.7, eerste lid, artikel 3.10, eerste lid, artikel 3.11 en artikel 3.14 van het Besluit houders van dieren heeft overtreden.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de voetnoten genoemde bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 6 juli 2020 tot en met 25 oktober 2021, in Nederland,
opzettelijk,
heeft gehandeld in strijd met (een) bij de Regeling natuurbescherming aangewezen voorschrift(en) van een EU-verordeningen, te weten artikel 8, eerste lid en/of vijfde lid, van de CITES-basisverordening (verordening (EG) nr. 338/97),
door een specimen van de in bijlage B bij deze verordening genoemde soorten, te weten:
- in de periode van 6 tot en met 25 juli 2020 Japanse nachtega1en (Leiothrix lutea); en
- in de periode van 15 tot en met 19 september 2020, Japanse nachtegalen (Leiothrix lutea); en
- in de periode van 17 september 2021 tot en met 26 september 2021 Japanse nachtega1en (Leiothrix lutea); en
- op 25 januari 2021, Japanse nachtega1en (Leiothrix lutea);
aan te kopen, te gebruiken met winstoogmerk en in bezit te hebben met het oog op verkoop en/of ten verkoop aan te bieden en/of te vervoeren met het oog op verkoop,
en
heeft gehandeld in strijd met bij de Regeling natuurbescherming aangewezen voorschriften van een EU-verordeningen, te weten artikel 8, eerste lid en/of vijfde lid, van de CITES-basisverordening (verordening (EG) nr. 338/97),
door een specimen van de in bijlage B bij deze verordening genoemde soorten, te weten:
- op 26 september 2021 twee Japanse nachtega1en (Leiothrix lutea); en
- in de periode van 16 tot en met 27 oktober 2021 een Japanse nachtegaal (Leiothrix lutea); en
te verkopen
en
tezamen en in vereniging met een ander,
heeft gehandeld in strijd met bij de Regeling natuurbescherming aangewezen voorschriften van een EU-verordeningen, te weten artikel 8, eerste lid en/of vijfde lid, van de CITES-basisverordening (verordening (EG) nr. 338/97),
door specimens van de in bijlage A bij deze verordening genoemde soorten, te weten:
- op 25 oktober 2021 twee Japanse kraanvogels (of Chinese kraanvogel, Latijnse benaming: Grus Japonensis) en
- op 25 oktober 2021 een Balispreeuw (Latijnse naam: Leucopsar rothschildi)
onder zich te hebben;
3.
hij in de periode van 26 augustus tot en met 25 oktober 2021 in Nederland,
opzettelijk,
vogels, van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, te weten;
- in de periode van 26 augustus 2021 tot en met 25 oktober 2021: 3 grutto's (Limosa limosa) en
3 steenlopers (Arenaria interpres) en
1. bonte strandloper (Calidris alpina)
levend heeft verkocht en heeft vervoerd voor verkoop en onder zich heeft gehad voor verkoop en ten verkoop heeft aangeboden,
en
vogels, van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, te weten;
- op 25 oktober 2021:
4 Blauwborsten (Luscinia svecica) en
12 Steenlopers (Arenaria interpres) en
5 Wulpen (Numenius arquata) en
9 Bonte strandlopers (Calidris alpina) en
11 Tureluurs (Tringa totanus) en
- op 25 oktober 2021:
8 Steenlopers (Arenaria interpres) en
2 Scholeksters (Haematopus ostralegus)
onder zich heeft gehad voor verkoop en ten verkoop heeft aangeboden;
6.
hij
inde periode van 8 september 2021 tot en met 2 november 2021 in Nederland,
inde periode van 8 september 2021 tot en met 2 november 2021 in Nederland,
telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse pootringen, met kenmerk
[nummer 1] en
[nummer 2] en
[nummer 5] en
[nummer 6]
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat geschrift telkens echt en onvervalst,
terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als ware het echt en onvervalst,
bestaande die valsheid hierin dat de pootringen -door verdachte aan de leverancier van de ringen opgegeven- kenmerken (kleur, bondscode, letters en/of cijfers) hadden, alsof de pootringen afkomstig waren van erkende vogelbonden, terwijl die niet overeenkwamen met correcte door die vogelbonden gebruikte of te gebruiken kenmerken, en
bestaande de gebruikmaking hierin dat hij, verdachte,
- in de periode van 8 september 2021 tot en met 26 september 2021, twee Japanse nachtega1en (Leiothrix lutea) met gemanipuleerde pootringen kenmerken [nummer 1] en [nummer 2] en
- in de periode 16 september tot en met 2 november 2021 twee Purperglansspreeuwen (Lamprotornis purpureus) met gemanipuleerde pootringen kenmerken [nummer 5] en [nummer 6] ;
te koop heeft aangeboden (via Markplaats) en heeft afgeleverd en voor handen heeft gehad als ware de vogels correct geringd (met niet-gemanipuleerde ringen);
7.
hij op 25 oktober 2021 te [plaats 1] ,
opzettelijk voorhanden heeft gehad
vervalste geslachtsbepalingscertifcaten, te weten:
- het Fysiek gendercertificaat Europese Kluut Walraven 25-08-2019 en
- het Fysiek gendercertificaat Blauwbuik Scharrelaar [nummer 15] en
- het Fysiek gendercertificaat Grote congo tapuit 18-04-2018;
waarbij die vervalsing er in bestond dat op deze certificaten een echtheidsbeoordelingscode [code] was vermeld die toebehoorde aan een Amazonemotmot met ringnummer AH 42 2,
terwijl hij wist dat die certificaten bestemd waren voor gebruik als waren zij echt en onvervalst;
8.
hij in de periode van 6 juli 2020 tot en met 25 oktober 2021 te
[plaats 1] en [plaats 2] ,
opzettelijk,
gezelschapsdieren, te weten vogels,
heeft verkocht en ten verkoop in voorraad heeft gehouden en heeft afgeleverd, terwijl daarbij (telkens) niet werd voldaan aan paragraaf 2 van Hoofdstuk 3 van het Besluit houders van dieren,
immers:
in strijd met artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren
werden een of meer van die activiteiten verricht in een inrichting, gelegen aan of nabij de [adres 4] te [plaats 1] en een inrichting, gelegen aan of nabij de [adres 5] te [plaats 2] , die (elk) niet bij Onze Minister overeenkomstig artikel 3.8 van dit besluit waren aangemeld; en
in strijd met artikel 3.10, eerste lid, van het Besluit houders van dieren
werden in genoemde inrichtingen geen deugdelijke administratie(s) bijgehouden van de gezelschapsdieren die in de inrichtingen verbleven met daarin een opgave van de naam, adres en woonplaats van degene van wie die gezelschapsdieren afkomstig waren en
in strijd met artikel 3.11 van het Besluit houders van dieren
was in genoemde inrichtingen geen beheerder werkzaam die in het bezit was van een door Onze Minister erkend bewijs van vakbekwaamheid voor de diergroep waarmee activiteiten in de inrichtingen werden verricht en
in strijd met artikel 3.14 van het Besluit houders van dieren
werd in genoemde inrichtingen geen gebruik gemaakt van een protocol waaruit bleek dat de gezondheid van gezelschapsdieren die in de inrichtingen verbleven dagelijks gecontroleerd werd, maatregelen ter voorkoming van ziekten werden genomen en zieke gezelschapsdieren op passende wijze werden verzorgd
en werden de gezelschapsdieren waarvan bij binnenkomst in de inrichtingen de gezondheid- of vaccinatiestatus onbekend of onvolledig was, niet onmiddellijk in quarantaine geplaatst,
terwijl hij, verdachte, van het plegen van deze misdrijven een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder feit 1 bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 3.37 Wnb, in combinatie met artikel 3.14 van de Regeling natuurbescherming en de artikelen 1a onder 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten (WED).
Het onder feit 3 bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 3.2 Wnb in combinatie met de artikelen 1a onder 1, 2 en 6 WED.
Het onder feit 6 en feit 7 bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 225 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het onder feit 8 bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 2.7 van de Wet dieren in combinatie met artikel 1 onder 1, 2 en 6 WED.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 3.37, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, opzettelijk en meermalen begaan;
en
het misdrijf: overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 3.37, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, opzettelijk en meermalen begaan;
en
het misdrijf: het medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 3.38, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, opzettelijk en meermalen begaan;
feit 3
het misdrijf: overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 3.2, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, opzettelijk en meermalen begaan;
en
het misdrijf: overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 3.2, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, opzettelijk en meermalen begaan;
feit 6
het misdrijf: opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
feit 7
het misdrijf: opzettelijk voorhanden hebben van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
feit 8
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 2.7, eerste lid, Wet dieren, opzettelijk en meermalen begaan.
5.De strafbaarheid van verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
6.De op te leggen straf of maatregel
6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft bedrijfsmatig gehandeld in beschermde vogelsoorten. Handel in deze vogelsoorten brengt een verantwoordelijkheid met zich op het gebied van bescherming van de biodiversiteit, het welzijn van de dieren en het voorkomen van risico’s op verspreiding van ziekten. Ook heeft hij niet voldaan aan de eisen die het Besluit houders van dieren stelt aan het bedrijfsmatig houden van vogels. Verder heeft verdachte gebruik gemaakt van valse pootringen en valse geslachtsbepalingscertificaten voorhanden gehad.
De door verdachte gehouden en verkochte vogels zijn niet aantoonbaar afkomstig van kweek. Dat betekent dat ze waarschijnlijk van wildvang afkomstig zijn. Bij de illegale handel in beschermde vogels is geregeld sprake van dierenkwelling. Een van de factoren is de stress die de dieren ervaren bij het vangen, transport en het verblijf in gevangenschap. Door het frauduleus handelen met de pootringen wordt de integriteit van het door de overheid ingestelde identificatiesysteem van gekweekte vogels ondermijnd. Bovendien is het een algemeen bekend feit dat illegaal in het wild gevangen beschermde vogels na de vangst op een dusdanige wijze worden getransporteerd dat meerdere vogels tijdens of kort na het transport overlijden door de wijze waarop zij zijn gevangen en worden getransporteerd.
Door het houden en verkopen van wilde beschermde vogels, die zijn geringd met gemanipuleerde pootringen, heeft verdachte bijgedragen aan deze praktijken.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 4 september 2024. Hieruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op een reclasseringsrapport betreffende verdachte van 19 december 2024. De reclassering adviseert aan verdachte een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
Redelijke termijn
De rechtbank houdt rekening met een overschrijding van de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM. Op 25 oktober 2021 heeft in het kader van het strafrechtelijke onderzoek een doorzoeking van de woning van verdachte plaatsgevonden. Op dat moment is tegen verdachte een handeling verricht waaraan hij in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie strafvervolging zou worden ingesteld. De rechtbank stelt vast dat op 25 oktober 2021 de redelijke termijn is aangevangen waarbinnen verdachte dient te worden berecht. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting moet worden afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De datum van dit vonnis is 27 januari 2025, wat een overschrijding van de redelijke termijn met 15 maanden betekent. Deze termijnoverschrijding komt voor rekening van het Openbaar Ministerie, nu niet is gesteld of gebleken dat sprake is van bijzondere omstandigheden die overschrijding van de redelijke termijn kunnen rechtvaardigen.
Alles afwegende acht de rechtbank een taakstraf voor de duur van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van drie jaren, passend en geboden. Gelet op de overschrijding van de redelijke termijn zal de rechtbank de duur van de taakstraf matigen tot 180 uren.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de inbeslaggenomen voorwerpen moeten worden onttrokken aan het verkeer.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de feiten zijn begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 47 en 57 Sr.
8.De beslissing
De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 3, 6, 7 en 8 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 3.37, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, opzettelijk en meermalen begaan;
en
het misdrijf: overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 3.37, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, opzettelijk en meermalen begaan;
en
het misdrijf: het medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 3.38, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, opzettelijk en meermalen begaan;
feit 3
het misdrijf: overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 3.2, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, opzettelijk en meermalen begaan;
en
het misdrijf: overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 3.2, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, opzettelijk en meermalen begaan;
feit 6
het misdrijf: opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
feit 7
het misdrijf: opzettelijk voorhanden hebben van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
feit 8
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 2.7, eerste lid, Wet dieren, opzettelijk en meermalen begaan;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 3, 6, 7 en 8 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers:
1. Dominicaner Wida (omschrijving: G_18842);
2. Mozambique Sijs (omschrijving: G_18843);
3. Oranje Kaakje (omschrijving: G_18814);
4. Blauw grijze roodstaartje (omschrijving: G_18815);
5. Vuurvink (omschrijving: G_18816);
6. Goudbuikje (omschrijving: G_18817);
7. Dornastrilde (omschrijving: G_18818);
8. Noordelijke Afrikaanse brilvogel (omschrijving: G_18819);
9. Amethist Spreeuw (omschrijving: G_18820);
10. Edelzanger (omschrijving: G_18821);
11. Blauwfazantje (omschrijving: G_18822);
12. Kwarelastrilde (omschrijving: G_18823);
13. Melba Astrid (omschrijving: G_18824);
14. Goudmus (omschrijving: G_18825);
15. Oranjewever (omschrijving: G_18826);
16. Vlammenwever (omschrijving: G_18827);
17. Staalvinken (omschrijving: G_18828);
18. Emeraldspreeuw (omschrijving: G_18829);
19. Blauwborst (omschrijving: G_18830);
20. Blauwe Langstaart glansspreeuw (omschrijving: G_18831);
21. Zwartkopwever (omschrijving: G_18832;
22. Dottergeld wever (omschrijving: G_18833);
23. Zwartmasker duiven (omschrijving: G_18834);
24. Acaciagors (omschrijving: G_18835);
25. Paradijswida (omschrijving: G_18836);
26. Steenloper (omschrijving: G_18837);
27. Wulp (omschrijving: G_18838);
28. Bonte strandloper (omschrijving: G_18839);
29. Tureluur (omschrijving: G_18840);
30. Driekleurige glansspreeuw (omschrijving: G_18841);
31. Helenafazant (omschrijving: G_18863);
32. Granaatastrilde (omschrijving: G_18864);
33. Mindanaopapagaaimedine (omschrijving: G_18865);
34. Mozambiquesijs (omschrijving: G_18866);
35. Vuurvink (omschrijving: G_18867);
36. Stippelamarant (omschrijving: G_18868);
37. Blauwfazant (omschrijving: G_18869);
38. Oranjekaakje (omschrijving: G_18870);
39. Bruinruggoudmus (omschrijving: G_18871);
40. Napoleonwever (omschrijving: G_18872);
41. Roodkopgeelvleugel (omschrijving: G_18873);
42. Kwartelastrilde (omschrijving: G_18874);
43. Goudbuikje (omschrijving: G_18875);
44. Tijgervink (omschrijving: G_18876);
45. Witstuitedelzanger (omschrijving: G_18877);
46. Zwartbuikamarant (omschrijving: G_18878);
47. Donkerrode amarant (omschrijving: G_18879);
48. Roodkopwever (omschrijving: G_18880);
49. Langstaartglansspreeuw (omschrijving: G_18881);
50. Roodvoorhoofdwever (omschrijving: G_18882);
51. Grote textorwevers (omschrijving: G_18883);
52. Witkeelloofbuulbuul (omschrijving: G_18884);
53. Roodbuikbuulbuul (omschrijving: G_18885);
54. Steenloper (omschrijving: G_18886);
55. Goudbuikje (omschrijving: G_18919);
56. Roodborstzaadkraker (omschrijving: G_18920);
57. Oranjekaakje (omschrijving: G_18921);
58. Auroraastrilde (omschrijving: G_18922);
59. Dominikaner wida (omschrijving: G_18923);
60. Mozambiquesijs (omschrijving: G_18924);
61. Formaat edelzanger (donker) (omschrijving: G_18925);
62. Helenafazant (omschrijving: G_18926);
63. Napoleonwever (omschrijving: G_18927);
64. Roodkopaurora astrilde (omschrijving: G_18928);
65. Witstuitedelzanger (omschrijving: G_18929);
66. Roodbekwever (omschrijving: G_18930);
67. Kwartelastrilde (omschrijving: G_18931);
68. Japanse kraanvogel (omschrijving: G_18932);
69. Scholekster (omschrijving: G_18933);
70. Balispreeuw (omschrijving: G_18934);
71. Blauwborst (omschrijving: G_18986);
72. Japanse nachtegaal (omschrijving: G_18987);
73. Japanse nachtegaal (omschrijving: G_18988);
74. Paradijswida (omschrijving: G_18989);
75. Vlammenwever (omschrijving: G_18990);
76. Dottergele wever (omschrijving: G_18991);
77. Grutto (omschrijving: G_19005);
78. Steenloper (omschrijving: G_19006);
79. Bonte strandloper (omschrijving: G_19007);
80. Purperglansspreeuwen (omschrijving: G_19008);
81. Langstaart glansspreeuw (omschrijving: G_19009);
82. Roodsnaveltok (omschrijving: G_19010);
83. Japanse nachtegalen (omschrijving: G_19070);
84. Losse pootringen met NB (omschrijving: OI3327-2020-163221_21096);
85. Zwarte ring [nummer 16] (omschrijving: OI3327-2020-163221_19624);
86. Zwarte ring [nummer 17] (omschrijving: OI3327-2020-163221_19625);
87. Pootringen met NB (omschrijving: OI3327-2020-163221_21095);
88. Zakje met enkele ringen (omschrijving: OI3327-2020-163221_18796);
89. Groene pootring met breuklijn A, groen (omschrijving: OI3327-2020-16322_19629);
90. Groene pootring NB 481 590 20 3, groen (omschrijving: OI3327-2020-163221_19636);
91. Groene pootring NB 5.0 481 590, groen (omschrijving: OI3327-2020-163221_19637);
92. Pootringen met opschrift NB (omschrijving: OI3327-2020-163221_21092);
93. Groene pootring AO 10.0 ZGN 64, groen (omschrijving: OI3327-2020-163221_19614);
94. Groene pootring AO 8.0 ZGN 64 2, groen (omschrijving: OI3327-2020-163221_19615);
95. Groene pootring AO 6.0 ZGN 64 2, groen (omschrijving: OI3327-2020-163221_19616);
96. Zwarte pootring AO 4.5 ZGN 64 1, zwart (omschrijving: OI3327-2020-163221_19617);
97. Groene pootring AO 4.5 ZGN 64 2, groen (omschrijving: OI3327-2020-163221_19618);
98. Rode pootring NB 01 ZT62 15, rode (omschrijving: OI3327-2020-163221_19638);
99. Kartonnen doos met ringen en documenten (omschrijving: OI3327-2020-163221_21097);
100. Twee pootringen waarvan een met ijzerdraad (omschrijving: OI3327-2020-163221_18847);
101. Zwarte pootring met breuklijn [nummer 18] , zwart (omschrijving: OI3327-2020-163221_19631);
102. Zwarte vogelring met breuklijn [nummer 19] en zwarte pootring met breuklijn AO 8.0 ZGN 64, zwart (omschrijving: OI3327-2020-163221_19633);
103. Pootringen met AO en NB (omschrijving: OI3327-2020-163221_21094);
104. Plastic bakje met 18 zakjes met pootringen Emerald Spreeuw (omschrijving: OI3327-2020-163221_18858);
117. Map met geslachtsbepaling certificaten (omschrijving: OI3327-2020-163221_18788);
120. Aantekeningen briefje (omschrijving: OI3327-2020-163221_18792);
121. Emmertje met ringen (omschrijving: OI3327-2020-163221_18793);
122. Doosje met ringen en tang (omschrijving: OI3327-2020-163221_18794);
125. Documenten DNA geslachtsbepaling (omschrijving: OI3327-2020-163221_18797);
126. Doosje met certificaten (omschrijving: OI3327-2020-163221_18798);
129. Kartonnen doos met ringen en documenten (omschrijving: OI3327-2020-163221_18801);
147. Certificaat geslachtsbepaling Roodflank brivogel CFnr: [nummer 20] (omschrijving: OI3327-2020-163221_18856);
152. Certificaat geslachtsbepaling Japanse Nachtegaal, CFnr: [nummer 21] (omschrijving: OI3327-2020-163221_18861);
155. Plastic zakje met vogelringen en opschrift: roodkop Aurora 2,7, 2017 (omschrijving: OI3327-2020-163221_18888);
162. Certifikat Blaubach Blauracke ring/chip-nr: 045/2018/8.0 (omschrijving: OI3327-2020-163221_18902);
163. Certifikat Blaubach Blauracke ring/chip-nr: 041/2018/8.0 (omschrijving: OI3327-2020-163221_18903);
165. DNA certificaat geslachtsbepaling roodflank brilvogel 27-3-2019 op naam van dhr. [naam 10] (omschrijving: OI3327-2020-163221_18905);
166. DNA certificaat geslachtsbepaling roodflank brilvogel 1-3-2019 op naam van dhr. [naam 10] (omschrijving: OI3327-2020-163221_18906);
167. DNA certificaat geslachtsbepaling roodflank brilvogel 25-8-2019 op naam van dhr. [naam 10] (omschrijving: OI3327-2020-163221_18907);
169 Certificaat geslachtsbepaling Witwang Toerako op naam van dhr. [naam 13] .
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. van Campen, voorzitter, mr. H. Stam en
mr. D. ten Boer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2025.