ECLI:NL:RBOVE:2025:3919

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 juni 2025
Publicatiedatum
19 juni 2025
Zaaknummer
07.630167.08
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met een complexe psychiatrische achtergrond

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 juni 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, geboren in 1960, die momenteel verblijft in een FPC. De terbeschikkingstelling is oorspronkelijk opgelegd door het hof Arnhem-Leeuwarden op 20 februari 2014 en is ingegaan op 17 juni 2019. De rechtbank heeft kennisgenomen van een vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren, die op 14 mei 2025 is ingediend. Tijdens de openbare zitting op 2 juni 2025 is de officier van justitie gehoord, evenals de betrokkene en zijn raadsman, die zich aan het oordeel van de rechtbank refereerden. De rechtbank heeft het verlengingsadvies van de kliniek in overweging genomen, waaruit blijkt dat de betrokkene lijdt aan een pedofiele stoornis, een licht verstandelijke beperking, en andere psychiatrische aandoeningen. De deskundige heeft ter zitting verklaard dat de betrokkene in toenemende mate zorg nodig heeft en dat het recidiverisico hoog is. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met twee jaren wordt verlengd, gezien de verslechterde gezondheidstoestand van de betrokkene en het gebrek aan een geschikte vervolgplek. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaren verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 07.630167.08
Datum uitspraak: 16 juni 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1960 te [geboorteplaats],
thans verblijvende in FPC [locatie]
hierna te noemen: betrokkene

1.De aanleiding

Betrokkene is bij arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van 20 februari 2014 ter beschikking gesteld
met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van de misdrijven:
  • doodslag;
  • met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
  • met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen

plegen, meermalen gepleegd;

  • het vervaardigen en het bezit hebben van kinderporno en daarvan een beroep of gewoonte maken, meermalen gepleegd:
  • met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen

plegen.

De terbeschikkingstelling is ingegaan op 17 juni 2019. Deze terbeschikkingstelling is
laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 26 juni 2023 en eindigt, behoudens
nadere voorziening, op 17 juni 2025.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van de [de kliniek] (hierna: de kliniek) van 20 maart 2025, opgemaakt en ondertekend door drs. I.A.M. Arts, hoofd behandeling, prof. dr. M.H. Braakman, psychiater en cultureel antropoloog en drs. M. Verhees, directeur behandeling en zorg en plaatsvervangend hoofd van de instelling;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 29 maart 2023 tot en met 17 maart 2025.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 14 mei 2025 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 2 juni 2025.
De rechtbank heeft op de openbare terechtzitting gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.B.A. Kalk, advocaat te Enschede;
  • de officier van justitie;
  • [naam], als hoofd behandeling verbonden aan de kliniek, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren.
Betrokkene en zijn raadsman hebben zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.

4.De beoordeling

De vordering is op 14 mei 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over betrokkene opgemaakte advies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij betrokkene is sprake van een pedofiele stoornis van het exclusieve type. Daarnaast is sprake van een licht verstandelijke beperking, een posttraumatische stressstoornis, een andere persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in alcoholgebruik in langdurige remissie. De andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis kenmerkt zich door antisociale kenmerken, zoals een gebrekkige gewetensfunctie, beperkte empathische vermogens en egocentrisme, externaliseren en leugenachtigheid en histrionische kenmerken, zoals aggravatie, geldingsdrang, zelfdramatiseren en kinderlijke en onechte emotionele uitingen.
Betrokkene is in juni 2019 opgenomen in de kliniek op een klinische behandelafdeling voor patiënten met een verstandelijke beperking in combinatie met persoonlijkheidsproblematiek. De therapieën zijn inmiddels afgerond en de responsiviteit is beperkt gebleken. De afgelopen periode is niet meer ingezet op inzicht, maar op het vergroten van de kwaliteit van leven en het zoeken naar een passende vervolgplek. Naar aanleiding van somatische (evenwichtsproblemen), cognitieve (vergeetachtigheid en verwardheid) en motorische onrust is er neurologisch en psychologisch onderzoek uitgevoerd. De conclusie is dat er sprake is van een progressieve cognitieve stoornis in meerdere domeinen bij een patiënt met psychiatrisch belaste voorgeschiedenis, laag uitgangsniveau en chronisch gebruik van psychofarmaca. Daarnaast is de diagnose dementiesyndroom gesteld. Betrokkene staat onder behandeling van een geriater. Daarnaast zijn (ergotherapeutische) aanpassingen in zijn leefomgeving gerealiseerd en loopt hij met een aangepaste rollator. Betrokkene is erg traag in het verwerken van informatie en vindt het moeilijk om zijn aandacht vast te houden. Wat betreft de dagbesteding wordt nauwlettend de draagkracht van betrokkene gemonitord. Betrokkene gaat graag naar zijn werkblokken toe, maar kan overvraagd worden. Betrokkene heeft weinig zicht op zijn eigen belastbaarheid. Het begeleide verlof staat voornamelijk in het teken van het vergroten van de kwaliteit van leven. Gezien het instabiele toestandsbeeld, angst voor vallen en zijn verwardheid is betrokkene de afgelopen periode slechts twee keer met verlof geweest. Betrokkene geniet minder van zijn verlof. Hij maakt een gehaaste indruk, wil na de boodschap meteen terug naar de kliniek en is weinig spraakzaam. Betrokkene zal blijvend aangewezen zijn op een woonomgeving met toezicht, (psychiatrische) begeleiding en voldoende dagstructuur. Betrokkene is aangemeld bij meerdere longcarevoorzieningen, maar is ook meermaals afgewezen. Momenteel loopt er een aanmelding voor Stichting Actolei; de Scholtenhof. Dit is een kleinschalige zorgboerderij met totaal van vijf woonhuizen voor mensen met een LVB-problematiek, met dagbesteding op het terrein. De kliniek is in afwachting van een reactie.
Het recidiverisico in geval van voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging is hoog. Ook als de maatregel beëindigd wordt, is dit risico hoog. De kliniek adviseert de maatregel met twee jaren te verlengen.
De deskundige heeft ter zitting verklaard dat betrokkene is afgewezen door de Scholtenhof. De kliniek is in overleg met het ministerie over een eventuele andere vervolgplek. Betrokkene heeft in toenemende mate (specialistische) zorg nodig en is al in behandeling bij een geriater. Betrokkene is intern op een wachtlijst gezet voor een zorgintensieve afdeling. Daar zijn mensen in behandeling maar krijgen zij ook ondersteuning bij de Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL). Plaatsing op deze afdeling is echter geen oplossing voor de lange termijn.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van wat in het verlengingsadvies van de kliniek en ter zitting is toegelicht, stelt de rechtbank vast dat sprake is van een aanwezige stoornis en dat sprake is van recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is daarom voldaan.
De rechtbank ziet dat de gezondheidstoestand van betrokkene de afgelopen periode is verslechterd. Bij betrokkene is dementiesyndroom vastgesteld en hij zal in toenemende mate intensieve zorg nodig hebben. Momenteel wordt gezocht naar een vervolgplek, waar deze zorg geleverd wordt. Vanwege de beperkte draagkracht van betrokkene zet de kliniek vooral in op het vergroten van de kwaliteit van leven en minder op het behandelen van betrokkene. De verwachting is dat betrokkene ten behoeve van het beperken van risico’s blijvend een begeleidende en controlerende omgeving nodig heeft. Gelet op dit alles is de rechtbank van oordeel dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]met twee jaren;
Aldus gegeven door mr. J. de Ruiter, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. A.A. Jacobs, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Drent als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 juni 2025.