Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats 1], eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Deventer, verweerder,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Indien er sprake is van onderhuur, verklaart de (onder)verhuurder hierbij toestemming te hebben gekregen van de eigenaar van het pand.’Volgens verweerder blijkt uit deze bepaling dat onderhuur is toegestaan en dat eiser als eigenaar van de woning daarvoor toestemming heeft gegeven. Ook hieruit volgt volgens verweerder dat eiser als overtreder kan worden aangemerkt (indien door de rechtbank zou worden geoordeeld dat de last is overtreden).
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 4 april 2024;
- herroept het primaire besluit van 25 september 2023;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit;
- kent voor de bezwaarfase aan eiser een door verweerder te betalen vergoeding toe van € 1.294,-;
- veroordeelt verweerder tot het betalen van een proceskostenvergoeding aan eiser ter hoogte van € 1.814,-;
- gelast verweerder het griffierecht van € 187,- aan eiser te vergoeden.