ECLI:NL:RBOVE:2025:3769

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
13 juni 2025
Zaaknummer
08.952373.17
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een persoon met een antisociale persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek

Op 5 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1992. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd op verzoek van het Openbaar Ministerie. De terbeschikkinggestelde was eerder ter beschikking gesteld na een veroordeling voor diefstal met geweld, en zijn terbeschikkingstelling was al eerder verlengd. De rechtbank heeft kennisgenomen van een verlengingsadvies van de kliniek, waaruit blijkt dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek. Ondanks eerdere behandelingen en interventies, is er nog steeds sprake van een hoog recidiverisico en onvoldoende grip op zijn gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen eist dat de maatregel wordt verlengd, gezien de hardnekkige problematiek van de terbeschikkinggestelde en zijn terugval in middelengebruik. De rechtbank benadrukt dat de behandeling en resocialisatie nog meerdere jaren in beslag zullen nemen, en dat het van belang is om de terbeschikkinggestelde niet te overvragen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.952373.17
Datum uitspraak: 5 juni 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats],
verblijvende in [verblijfplaats]
,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 15 februari 2019
onder voorwaarden ter beschikking gesteld na bewezenverklaring van het misdrijf:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen,
gepleegd met het oogmerk die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het
feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft.
Bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 27 augustus 2020 is de verpleging van
overheidswege van de terbeschikkinggestelde bevolen. Bij arrest van 25 februari 2021 heeft
het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de beslissing van de rechtbank bevestigd.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 17 mei 2019. Deze terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 15 juni 2023 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 17 mei 2025.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats] (hierna: de kliniek) van
17 maart 2025, opgemaakt en ondertekend door [regiebehandelaar], regiebehandelaar, ondertekend
in opdrachtdoor S. de Heus, psychiater en
S. Wopereis, MSc., GZ-psycholoog, zorginhoudelijk manager en plaatsvervangend hoofd van de instelling;
- de wettelijke aantekeningen over de periode van 22 november 2023 tot 27 januari 2025.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 10 april 2025 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
15 mei 2025. De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door mr. A.L. Louwerse, advocaat te Haarlem;
  • de officier van justitie;
  • A.G. Posthuma, GZ-psycholoog en regiebehandelaar, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw hebben geen bezwaar tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling.

4.De beoordeling

De vordering is op 10 april 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een aandachtsdeficiëntie-/ hyperactiviteitsstoornis. Daarnaast is sprake van stoornissen in het gebruik van alcohol, cocaïne (beide deels in remissie in een gereguleerde omgeving en cannabis (in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving). Ook is sprake van zwakbegaafdheid.
De terbeschikkinggestelde verblijft sinds juni 2021 in de huidige kliniek. Van juli 2023 tot januari 2024 verbleef de terbeschikkinggestelde op de doorstroomafdeling [locatie 1]. Gedurende deze periode vonden meerdere incidenten plaats, waaronder grensoverschrijdend en (fysiek) agressief gedrag. Naar aanleiding van deze incidenten werd de terbeschikkinggestelde ingesteld op Olanzapine. Sindsdien is de impuls- en agressieregulatie fors verbeterd en zijn er geen incidenten meer geweest De terbeschikkinggestelde is ingebed in een structuur bestaande uit dagbesteding, medicatie, therapieën en deelname aan activiteiten op de afdeling, hetgeen bij hem voor rust heeft gezorgd. In januari 2024 werd de terbeschikkinggestelde overgeplaatst naar de uitstroomafdeling [locatie 2], en in maart 2024 werd de machtiging voor onbegeleid verlof toegekend. Op de uitstroomafdeling bleek de terbeschikkinggestelde echter weinig weerstand te kunnen bieden aan middelengebruik en overtrad hij regelmatig de regels van het onbegeleid verlof. De terbeschikkinggestelde vertoonde impulsief gedrag, drukte zijn emoties weg en vermeed behandeling. De stap bleek te groot en in augustus 2024 werd de terbeschikkinggestelde teruggeplaatst naar de doorstroomafdeling [locatie 3].
Sinds maart 2023 kan de terbeschikkinggestelde begeleide verloven praktiseren, mits hij voldoet aan de gestelde voorwaarden, waaronder medewerking aan de behandeling, correct contact met het behandelteam en abstinentie van middelen. De onbegeleide verloven zijn ingetrokken sinds zijn terugplaatsing naar de doorstroomafdeling. De terbeschikkinggestelde stelt zich op [locatie 3] vermijdend op en trekt zich terug. Hij gebruikt regelmatig middelen en lijkt weinig gemotiveerd voor behandeling, dagbesteding en/of stoppen met middelengebruik. Ook heeft hij meerdere incidenten veroorzaakt. Het is de terbeschikkinggestelde enige tijd niet gelukt om zich aan de voorwaarden voor het praktiseren van het begeleid verlof te houden. De begeleide verloven zijn sinds februari 2025 weer opgestart. Het recidiverisico wordt bij een (voorwaardelijke) beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat. Op korte termijn zal een nieuwe koers worden uitgezet. Dit omvat het opstarten van werk binnen de kliniek, het praktiseren van begeleide verloven en het continueren en focussen op het nakomen van afspraken. De terbeschikkinggestelde volgt momenteel psychomotorische therapie (PMT), wat zal worden voortgezet, evenals ondersteunende therapie waarbij ook aandacht zal zijn voor (onbehandeld) trauma. Verder zal het behandelteam de terbeschikkinggestelde ondersteunen bij het voorkomen van middelengebruik. Het is van belang dat de terbeschikkinggestelde nu niet opnieuw wordt overvraagd. Verlenging van de maatregel is noodzakelijk om de hardnekkige problematiek intensief te behandelen en eisen te stellen aan zijn functioneren, voordat stappen gezet kunnen worden richting resocialisatie. Deze behandeling zal naar verwachting nog enkele jaren in beslag nemen en is gericht op een situatie van beschermd wonen. De focus van de behandeling zal de komende periode liggen op het oefenen met begeleide verloven en het toewerken naar onbegeleide verloven. Van de terbeschikkinggestelde wordt verwacht dat hij zich inzet voor de therapieën en een stabielere samenwerking opbouwt, met name ook om tot afspraken te komen die begeleid verlof verantwoord maken. Dit proces zal naar verwachting met vallen en opstaan verlopen. De kliniek adviseert de maatregel met twee jaren te verlengen.
De toelichting van de deskundige ter zitting
De deskundige heeft het advies ter zitting gehandhaafd. Aanvullend heeft zij opgemerkt dat het behandeltraject van de terbeschikkinggestelde vastloopt door veelvuldig middelengebruik. De terbeschikkinggestelde vertoont impulsief gebruiksgedrag en richt zich momenteel niet op zijn behandeling en toekomst. Alle verloven zijn inmiddels stopgezet. Om het traject voort te zetten, zal de terbeschikkinggestelde zelf een bijdrage moeten leveren. Zolang hij positieve urinecontroles aanlevert, komt hij niet in aanmerking voor begeleid verlof. De terbeschikkinggestelde heeft een nieuwe therapeut gekregen voor PMT, maar het contact komt moeizaam tot stand. Het zal tijd kosten om een vertrouwensrelatie op te bouwen. De afgelopen periode is de terbeschikkinggestelde veel afgezonderd geweest. Om de behandeling voort te kunnen zetten, is het essentieel dat hij zich meer openstelt. Er wordt momenteel gezocht naar een alternatieve koers, ook ten aanzien van de hardnekkige verslavingsproblematiek, waarbij de terbeschikkinggestelde voldoende gemotiveerd wordt om de behandeling aan te gaan. De stappen zullen voorzichtig worden gezet om overvraging te voorkomen.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege kan daarom een periode van vier jaren te boven gaan. Er is nog steeds sprake van stoornissen en van recidiverisico. Aan de gronden voor verlenging van de maatregel wordt voldaan.
De rechtbank stelt vast dat het traject van de terbeschikkinggestelde wisselend verloopt.
De terbeschikkinggestelde is de afgelopen periode meermalen teruggevallen in middelengebruik; zijn verslavingsproblematiek blijkt hardnekkig te zijn. Daarnaast hebben zich incidenten voorgedaan waarbij sprake was van grensoverschrijdend en (fysiek) agressief gedrag. Ondanks de ingezette behandelinterventies ontbreekt op dit moment voldoende grip op zijn gedrag, waardoor een opbouw van de verloven nog niet mogelijk is. Het middelengebruik van de terbeschikkinggestelde staat structureel in de weg aan de beoogde gedragsverandering en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. De komende periode zal de behandeling zich blijven richten op de verschillende risicofactoren. Naar verwachting zal de kliniek een nieuwe koers gaan uitzetten om beter in te spelen op de behoeften van de terbeschikkinggestelde. Zodra hij zich aan de verlofvoorwaarden houdt en zijn afspraken naleeft, zal begeleid verlof worden hervat. Verlenging van de maatregel is noodzakelijk om de hardnekkige problematiek van de terbeschikkinggestelde intensief te behandelen en eisen te stellen aan zijn functioneren, voordat stappen gezet kunnen worden richting resocialisatie. Er moet worden voorkomen dat de terbeschikkinggestelde wordt overvraagd. Naar verwachting zal het behandeltraject en de resocialisatie nog meerdere jaren in beslag zullen nemen. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling daarom met twee jaren verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met twee jaren.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. R.G.J. Gehring en mr. I. Piksen, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Demir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juni 2025.
Buiten staat
Mr. Piksen is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.