Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[partij A 1] ,
2.
[partij A 2],
1.[partij B 1] ,
2.
[partij B 2],
1.Samenvatting
2.De procedure
- de akte overlegging producties van [partij A]
- de pleitnota van [partij A]
- de pleitnota van [partij B]
Rechtbank Overijssel
In deze zaak gaat het om een geschil tussen buren, partij A en partij B, over de plaatsing van een schutting op het perceel van partij A. Partij A vordert in conventie een verbod op het verhinderen van de schutting door partij B, op straffe van een dwangsom, en vraagt om schadevergoeding voor extra kosten die zijn gemaakt door het verhinderen van de plaatsing. Partij B verzet zich hiertegen en vordert in reconventie een verbod om de schutting te plaatsen voordat bepaalde keerwanden zijn verwijderd, evenals betaling van de helft van de kosten voor deze verwijdering. De voorzieningenrechter oordeelt dat partij B onvoldoende bewijs heeft geleverd voor hun claims van misbruik van bevoegdheid en onrechtmatige hinder. De vorderingen van partij A worden grotendeels toegewezen, terwijl die van partij B worden afgewezen. De voorzieningenrechter stelt dat partij A het recht heeft om de schutting te plaatsen en dat de dwangsom van € 500 per overtreding tot een maximum van € 10.000 voldoende is om partij B te prikkelen tot nakoming. Daarnaast wordt partij B veroordeeld tot betaling van de gemaakte kosten door partij A en de proceskosten.