ECLI:NL:RBOVE:2025:3711

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 juni 2025
Publicatiedatum
11 juni 2025
Zaaknummer
11510999 \ CV EXPL 25-149
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over betaling van factuur voor reparatiewerkzaamheden aan recyclingmachine

In deze zaak heeft All-In Containers B.V. werkzaamheden verricht aan een machine in opdracht van Metaalrecycling Oost B.V. All-In Containers heeft hiervoor een factuur van € 10.753,88 gestuurd, maar Metaalrecycling Oost betwist het uurtarief en stelt dat zij al een bedrag van € 7.200,00 contant heeft betaald. De kantonrechter oordeelt dat het uurtarief van € 75,00 redelijk is en laat Metaalrecycling Oost toe om te bewijzen dat de contante betaling heeft plaatsgevonden. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 7 mei 2025, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen discussie bestaat over het aantal gewerkte uren en de gebruikte materialen, maar dat de redelijkheid van het uurtarief en de gestelde contante betaling ter beoordeling staan. De zaak is aangehouden voor bewijslevering door Metaalrecycling Oost, die getuigen kan oproepen om de contante betaling te bevestigen. De beslissing van de kantonrechter is op 3 juni 2025 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11510999 \ CV EXPL 25-149
Vonnis van 3 juni 2025
in de zaak van
ALL-IN CONTAINERS B.V.,
te Almelo,
eisende partij,
hierna te noemen: All-In Containers,
gemachtigde: mr. Th. van Wijngaarden,
tegen
METAALRECYCLING OOST B.V.,
te Almelo,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Metaalrecycling Oost,
procederend zonder gemachtigde.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 7 mei 2025.

2.De samenvatting

2.1.
All-In Containers heeft in opdracht van Metaalrecycling Oost werkzaamheden verricht aan een machine. Voor die werkzaamheden heeft All-In Containers een bedrag van € 10.753,88 in rekening gebracht. Metaalrecycling Oost is het niet eens met het uurtarief. Daarnaast zou zij al een bedrag van € 7.200,00 contant hebben betaald, maar volgens All-In Containers is dat niet gebeurd. De kantonrechter oordeelt dat het uurtarief van All-In Containers redelijk is. Metaalrecycling Oost zal worden toegelaten om te bewijzen dat zij contant heeft betaald. De motivering van deze beslissing volgt hierna.

3.De feiten

3.1.
All-In Containers heeft in opdracht van Metaalrecycling Oost reparatiewerkzaamheden verricht aan een recyclingmachine van Metaalrecycling Oost. Deze werkzaamheden hebben in de maand juli 2024 plaatsgevonden.
3.2.
Bij factuur van 6 augustus 2024 heeft All-In Containers deze werkzaamheden (66 uur met een uurtarief van € 75,00 exclusief btw) en de gebruikte materialen (zeven lasdraadrollen van € 562,50 per stuk) in rekening gebracht aan Metaalrecycling Oost, voor in totaal een bedrag van € 10.753,88 inclusief btw.
3.3.
In oktober 2024 is discussie ontstaan over de hoogte van de factuur en of (een deel van) de factuur al is betaald. Partijen zijn daarover met elkaar in gesprek gegaan, maar zijn niet tot een oplossing gekomen.
3.4.
Daarna heeft All-In Containers haar vordering ter incasso uit handen gegeven aan haar gemachtigde, die Metaalrecycling Oost meerdere keren heeft aangemaand om te betalen.

4.Het geschil

4.1.
All-In Containers vordert – samengevat – veroordeling van Metaalrecycling Oost tot betaling van € 12.120,28, vermeerderd met rente en proceskosten.
4.2.
Metaalrecycling Oost voert verweer.

5.De beoordeling

5.1.
All-In Containers vordert betaling van de factuur voor verrichte reparatiewerkzaamheden. Tussen partijen staat vast dat zij een overeenkomst hebben gesloten, op grond waarvan All-In Containers in de maand juli 2024 reparatiewerkzaamheden heeft verricht aan een recyclingmachine van Metaalrecycling Oost. Die werkzaamheden zijn naar tevredenheid van Metaalrecycling Oost uitgevoerd. Vervolgens heeft All-In Containers de werkzaamheden bij factuur van 6 augustus 2024 aan Metaalrecycling Oost in rekening gebracht. Gelet op wat is besproken tijdens de mondelinge behandeling stelt de kantonrechter vast dat over het aantal gewerkte uren (66) en de gebruikte materialen (zeven lasdraadrollen van € 562,50 per stuk) van de factuur geen discussie (meer) bestaat.
De verweren
5.2.
Metaalrecycling Oost is het niet eens met het uurtarief van € 75,00 per uur dat All-In Containers in rekening heeft gebracht. Volgens Metaalrecycling Oost heeft All-In Containers in het verleden altijd een lager uurtarief (van rond de € 30,00 - € 35,00) in rekening gebracht. Daarom vindt zij de factuur van € 10.753,88 te hoog. Een bedrag van € 7.200,00 vindt zij wel redelijk. Dat bedrag zou zij op 18 oktober 2024 bij haar op kantoor contant hebben betaald aan de heer Nijhuis van All-In Containers. De kantonrechter beoordeelt hierna (onder I.) eerst de redelijkheid van het in rekening gebrachte uurtarief. Daarna wordt (onder II.) de gestelde contante betaling besproken.
I.
Uurtarief is redelijk
5.3.
Nu partijen geen prijs hebben afgesproken voor de reparatiewerkzaamheden aan de machine, moet Metaalrecycling Oost daarvoor (op grond van artikel 7:752 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek) een redelijke prijs betalen. Volgens de hoofdregel van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moet All-In Containers aantonen waarom een uurtarief van € 75,00 redelijk is, omdat zij degene is die de factuur met dit uurtarief betaald wil krijgen en vindt dat dit uurtarief redelijk is.
5.4.
Ter onderbouwing heeft All-In Containers prijsopgaven van twee andere bedrijven overgelegd, waarin uurtarieven van € 78,75 en € 75,00 genoemd worden. Dat zijn volgens haar marktconforme tarieven. Verder heeft All-In Containers tijdens de zitting uitgelegd dat zij normaal gesproken een ander (lager en ‘zwart’) tarief hanteert voor werkzaamheden die in het weekend gedaan moeten worden. Maar omdat deze recyclingmachine snel klaar moest zijn en het een grote klus was, moest er doordeweeks gewerkt worden. Het doordeweekse (‘witte’) uurtarief is hoger, namelijk € 75,00 per uur. Daar is Metaalrecycling Oost van tevoren op gewezen, aldus All-In Containers.
5.5.
Gelet op deze onderbouwing van All-In Containers, had het op de weg van Metaalrecycling Oost gelegen om gemotiveerd aan te geven waarom het uurtarief niet redelijk zou zijn. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Metaalrecycling Oost dat niet, of in ieder geval onvoldoende gedaan. Metaalrecycling Oost heeft tijdens de zitting namelijk alleen herhaald dat er in het verleden altijd een lager uurtarief werd gehanteerd, maar dat is onvoldoende. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat Metaalrecycling Oost niet heeft weersproken dat de reparatiewerkzaamheden met spoed moesten worden verricht, dat All-In Containers daardoor (voornamelijk) doordeweeks moest werken, en dat All-In Containers voor doordeweekse werkzaamheden een hoger maar in de branche gangbaar uurtarief in rekening heeft gebracht.
5.6.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat op basis van wat All-In Containers heeft aangevoerd een uurtarief van € 75,00 redelijk is. Dat betekent dat All-In Containers een bedrag van € 10.753,88 inclusief btw aan Metaalrecycling Oost in rekening mocht brengen.
II.
De gestelde contante betaling
5.7.
Voordat de kantonrechter kan beoordelen in hoeverre Metaalrecycling Oost de factuur van All-In Containers (nog) moet betalen, moet hij zich buigen over de vraag of een deel van de factuur al is betaald. Metaalrecycling Oost stelt namelijk dat zij op 18 oktober 2024 al een bedrag van € 7.200,00 contant heeft betaald. Volgens All-In Containers is dat niet gebeurd. Bij deze stand van zaken is het – op grond van de hoofdregel van bewijslastverdeling – aan Metaalrecycling Oost om de gestelde contante betaling te bewijzen.
5.8.
Nu Metaalrecycling Oost tijdens de mondelinge behandeling heeft aangeboden om een aantal getuigen te (laten) horen die de contante betaling van 18 oktober 2024 kunnen bevestigen, zal de kantonrechter Metaalrecycling Oost in de gelegenheid stellen om het door haar aangeboden bewijs te leveren.
Het vervolg van deze procedure
5.9.
De zaak zal worden verwezen naar een rolzitting. De instructies zijn hierna onder ‘De beslissing’ opgenomen.
5.10.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
draagt Metaalrecycling Oost op te bewijzen dat zij op 18 oktober 2024 een deel van het factuurbedrag € 10.753,88 inclusief btw van de factuur 20240409 heeft voldaan door middel van een contante betaling van € 7.200,00 aan All-In Containers,
6.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
dinsdag 17 juni 2025voor uitlating door Metaalrecycling Oost of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
6.3.
bepaalt dat, als Metaalrecycling Oost geen bewijs door het horen van getuigen wil leveren maar wel
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
6.4.
bepaalt dat, als Metaalrecycling Oost
getuigenwil laten horen, zij de (namen van de) getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden
juli 2025tot en met
oktober 2025dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
6.5.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de zitting van mr. U. van Houten, in het gerechtsgebouw te Almelo, Egbert Gorterstraat 5,
6.6.
bepaalt dat
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de kantonrechter en de wederpartij moeten toesturen,
6.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op 3 juni 2025.