Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 17 januari 2025 met producties
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
2.De feiten
In aanmerking nemende dat:
- partij 1[opm. kantonrechter: [gedaagde]]
buxus heeft staan op een perceel cultuurgrond, gelegen aan de [adres], welk perceel eigendom is van partij 2[opm. kantonrechter [eiser]]
; - partij 2 te vorderen heeft van partij 1, waaronder een tweetal nota’s bekend onder factuurnummer 2022-02 en 2022-04, beiden als bijlage bijgesloten;
- partij 1 een drietal deelbetalingen, ieder groot € 5.000,-, samen derhalve € 15.000,- heeft voldaan op genoemde nota’s;
- partij 1 en partij 2 nadere afspraken wensen te maken over betaling en oogst buxus en deze afspraken wensen vast te leggen in onderhavige overeenkomst.
- partij 2 stelt partij 1 in de gelegenheid de buxus te oogsten;
- partij 1 betaalt voor de oogst het op basis van bijgaande nota’s restant verschuldigde en wel € 5.000,- uiterlijk per 20 maart aanstaande, en vervolgens wekelijks 1/4e deel van het restant verschuldigde, zijnde € 36.250,-, zodat uiterlijk voor 1 mei 2022 het geheel is voldaan;
- partij 1 dient de oogst af te ronden uiterlijk 15 mei aanstaande, indien deze datum niet haalbaar blijkt, treden partijen in overleg over een tijdelijk voortgezet grondgebruik, teneinde de oogst af te kunnen ronden. Partijen komen hiertoe onderling een aanvullende vergoeding overeen, zijnde € 4.000,-, welke voor afronding van de oogst door partij 1 aan partij 2 wordt voldaan.
- partij 2 onderneemt geen activiteiten die de kwaliteit en kwantiteit van de buxus aan kan tasten;
- partij 1 gaat voortvarend te werk bij oogst van de buxus en laat het perceel in ordelijke staat achter;
- op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
partij buxus u bekend”. De factuur met nummer 2022-04 bedraagt € 1.750,00 (vrijgesteld van btw) met omschrijving “
afspraak grondvergoeding 2021 u bekend en conform afspraak”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
24 juni 2025voor akte uitlating partijen, over hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 4.4. is overwogen;