ECLI:NL:RBOVE:2025:3691
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit UWV inzake Ziektewet-uitkering en benadelingshandeling
Deze uitspraak betreft het beroep van eiser tegen het besluit van het UWV om zijn Ziektewet (ZW)-uitkering wel toe te kennen, maar niet uit te betalen over de periode van 6 september 2021 tot en met 4 januari 2022, vanwege een benadelingshandeling. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bestreden besluit van het UWV terecht was. Eiser had op zijn eerste ziektedag, 2 juli 2021, nog een contract voor bepaalde tijd tot en met 4 januari 2022, waardoor hij recht had op ziekengeld van zijn werkgever. Het ontslag op staande voet op 6 september 2021 wegens diefstal verandert hier niets aan, omdat eiser geen juridische stappen heeft ondernomen tegen dit ontslag. Hierdoor heeft hij zijn loonaanspraken tijdens ziekte prijsgegeven en onterecht een ZW-uitkering aangevraagd met terugwerkende kracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV terecht heeft geconcludeerd dat eiser een benadelingshandeling heeft gepleegd, omdat hij geen verweer heeft gevoerd tegen zijn ontslag. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het UWV geen verplichting had om de reden van het ontslag te onderzoeken. Eiser heeft zijn beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.