Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
primair)als bestuurder van een auto terwijl hij onder invloed was van alcohol, een verkeersongeval heeft veroorzaakt, waardoor [slachtoffer] (zwaar) lichamelijk letsel heeft opgelopen,
(subsidiair)een auto heeft bestuurd terwijl hij zoveel alcohol heeft gehad dat hij wist of moest vermoeden dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat was;
- niet of in onvoldoende mate heeft gekeken en/of is blijven kijken naar het direct voor hem gelegen weggedeelte van die weg (de [adres 2] ) en/of naar het verkeer op de direct voor hem gelegen voetgangersoversteekplaats en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij, verdachte, in staat was voormeld motorrijtuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij genoemde weg en/of voornoemde voetgangersoversteekplaats kon overzien en waarover deze vrij was/waren en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 49 lid 2 van voormeld reglement, zonder te stoppen, een op die voetgangersoversteekplaats rijdende en/of gezien zijn, verdachtes, rijrichting dicht van rechts genaderd zijnde voetganger niet voor heeft laten gaan en/of
- zonder te remmen die voetgangersoversteekplaats is op- en overgereden en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen, met een op die voetgangersoversteekplaats bevindende voetganger, ten gevolge waarvan deze voetganger ten val is gekomen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
3.De bewijsmotivering
of omstreeks30 december 2022 te Enschede als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de [adres 2]
, zeer, althansaanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en
/ofonachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl de straatverlichting in werking was
en/of terwijl aan de achteruitkijkspiegel/binnenspiegel van zijn motorrijtuig pluche dobbelstenen hingen welke het zicht (deels) belemmerden, althans konden belemmeren,
/ofis blijven kijken naar het direct voor hem gelegen weggedeelte van die weg (de [adres 2] ) en
/ofnaar het verkeer op de direct voor hem gelegen voetgangersoversteekplaats en
/of
/ofvoornoemde voetgangersoversteekplaats kon overzien en waarover deze vrij
was/waren en
/of
/ofgezien zijn, verdachtes, rijrichting dicht van rechts genaderd zijnde voetganger niet voor heeft laten gaan en
/of
/of
is gebotst tegen althansin aanrijding is gekomen, met een op die voetgangersoversteekplaats bevindende voetganger, ten gevolge waarvan deze voetganger ten val is gekomen,
of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht
, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
of omstreeks30 december 2022 te Enschede, als bestuurder van een motorrijtuig,
(personenauto
), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 955 microgram
, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
of omstreeks30 december 2022 de
(voornoemde
)plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander
(te weten [slachtoffer]
)letsel en/of schade was toegebracht en
/ofdie ander
(te weten [slachtoffer]
), aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd achtergelaten.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
strafbaarheid feiten
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (een) maand;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
160 (honderdzestig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
80 (tachtig) dagen;
ontzegtde verdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
2 (twee) jaren;