ECLI:NL:RBOVE:2025:3409

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
27 mei 2025
Zaaknummer
ak_25_1330
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening wegens geluidsoverlast van koelingsunit op dak eetcafé Marktzicht

Op 27 mei 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak over een verzoek om een voorlopige voorziening van twee verzoeksters die geluidsoverlast ervaren van een koelingsunit op het dak van eetcafé Marktzicht in Heino. De verzoeksters hebben het college van burgemeester en wethouders van Raalte verzocht om handhavend op te treden tegen de geluidsoverlast, maar het college heeft dit verzoek afgewezen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de geluidsnormen 's nachts worden overschreden wanneer de koelingsunit is ingeschakeld tussen 23.00 en 7.00 uur. De voorzieningenrechter oordeelt dat het college onterecht heeft geweigerd om handhavend op te treden, gezien de echtheid van de opnames die door de verzoeksters zijn gemaakt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het college opgedragen om de geluidsnormen te handhaven door de koelingsunit tussen 23.00 en 7.00 uur uit te schakelen. Tevens is het college veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van de verzoeksters.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 25/1330

uitspraak van de voorzieningenrechter van in de zaak tussen

[verzoekster 1] en [verzoekster 2], uit [woonplaats], verzoeksters,

hierna samen: [verzoeksters],
(gemachtigde: mr. L. Lok),
en

het college van burgemeester en wethouders van Raalte, verweerder,

hierna: het college,
(gemachtigde: [gemachtigde]).
Als derdepartij neemt aan de zaak deel eetcafé Marktzicht te Heino, hierna: Marktzicht.

Samenvatting

1. Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over de geluidsoverlast die [verzoeksters] ervaart van een koelingsunit die op het dak van eetcafé Marktzicht (Marktzicht) aan de [adres 1] staat. Het college heeft het verzoek van [verzoeksters] om daartegen handhavend op te treden afgewezen, omdat ten aanzien van de ene woning geen overtreding is geconstateerd van de toegestane geluidswaarden en ten aanzien van de andere woning de overtreding ’s nachts is beëindigd door het gebruik van een tijdschakelaar. [verzoeksters] heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt. Volgens haar slaat de koelingsunit ’s nachts nog steeds aan. [verzoeksters] wil in deze procedure een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de geluidsoverlast voortduurt totdat op het bezwaar is beslist. Op grond van een afweging van de betrokken belangen wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening toe. Dit oordeel wordt hierna nader toegelicht.

Inleiding: feiten en procesverloop

2.1
Marktzicht is een eetcafé gevestigd aan de [adres 1] in Heino.
[verzoekster 1] woont met haar partner [naam 1] in een bovenwoning aan de [adres 2]. [verzoekster 2] woont met haar partner [naam 2] en hun dochtertje in een bovenwoning aan de [adres 3].
2.2
Sinds medio mei 2024 ervaart [verzoeksters] overlast van een koelingsunit die door Marktzicht op het dak van haar restaurant is geplaatst. Voorheen stond de koelingsunit binnen, in het pand van Marktzicht. Vanwege de klachten van [verzoeksters] heeft Marktzicht de koelingsunit een kwartslag gedraaid en geïsoleerd.
2.3
Op 2 september 2024 heeft [verzoeksters] het college gevraagd om handhavend op te treden tegen Marktzicht.
2.4
De Omgevingsdienst IJsselland (ODIJ) heeft geluidsonderzoek verricht. Doel van de geluidsmetingen was om antwoord te geven op de vraag of het geluid afkomstig van de koelapparatuur voldoet aan de geluidgrenswaarden uit de Omgevingswet. In de nachtperiode van 14 op 15 oktober 2024 zijn geluidsmetingen verricht ter plaatse van de woning aan [adres 3] en in de nachtperiode van 10 op 11 november 2024 zijn geluidsmetingen verricht ter plaatse van de woning aan [adres 2]. De resultaten zijn neergelegd in het rapport van 18 november 2024. Daarin staat dat uit de controlemeting blijkt dat ter plaatse van de woning aan [adres 2] de geluidsnorm (van 44 dB langtijdgemiddelde) in de nachtperiode wordt overschreden met 4 dB en dat ter plaatse van de woning aan [adres 3] de geluidsnorm in de nachtperiode niet wordt overschreden.
2.5
Bij brief van 21 januari 2025 aan [verzoeksters] heeft het college het voornemen bekend gemaakt om het verzoek om handhaving deels af te wijzen en deels toe te kennen.
Omdat de gedane geluidsmeting heeft uitgewezen dat het geluidsniveau niet wordt overschreden op het adres [adres 4] zal het verzoek om handhaving voor dit adres worden afgewezen. Bij [adres 2] is wel een overschrijding van het geluidsniveau geconstateerd van 4 dB(A) tussen 23.00 en 7.00 uur. Dat is reden om aan Marktzicht een last onder dwangsom op te leggen om de situatie aan te passen naar de grenswaarden van artikel 22.63, eerste lid, van het Omgevingsplan gemeente Raalte.
2.6
Bij brief van 20 maart 2025 aan Marktzicht heeft het college aangekondigd dat Marktzicht binnen vier weken opnieuw zal worden gecontroleerd op overtreding van de geluidsnormen. Geconstateerd is dat Marktzicht inmiddels een tijdschakelaar heeft geïnstalleerd waardoor de koelinstallatie in de nacht tussen 23.00 uur en 07.00 uur niet aanstaat. Een nieuwe geluidsmeting moet uitwijzen of de koelinstallatie met tijdsschakelaar kan voldoen aan de geluidsnormen. Omdat er al een geluidsmeting is uitgevoerd zal een volgende overschrijding van de geluidsnormen leiden tot bestuurlijke of strafrechtelijke sancties.
2.7
Bij besluit van 28 maart 2025 heeft het college het handhavingsverzoek van [verzoeksters] afgewezen. Marktzicht heeft inmiddels maatregelen getroffen waardoor volgens het college de geluidswaarden binnen de norm blijven en er op dit moment geen sprake meer is van een overtreding. Wanneer in de toekomst blijkt dat de geluidsnormen worden overschreden, dan wordt er een nieuw handhavingstraject gestart.
2.8
[verzoeksters] heeft tegen de weigering van het college om te handhaven bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. [verzoeksters] heeft daartoe aanleiding gezien, omdat de geluidsoverlast, ook ’s nachts voortduurt.
2.9
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 19 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van [verzoeksters], [verzoekster 2] en [naam 1] (laatstgenoemde alleen bij aanvang van de zitting aanwezig) en [naam 2]. Namens het college zijn verschenen [naam 3] en [naam 4] bijgestaan door [naam 5] en [naam 6] van Omgevingsdienst IJsselland (ODIJ). Namens Marktzicht zijn verschenen [naam 7] en [naam 8].

Beoordeling

De gronden van [verzoeksters]
3.1
wijst ter onderbouwing van haar verzoek naar de gronden die zij in haar bezwaarschrift aanvoert. Volgens [verzoeksters] is nog steeds sprake van geluidsoverlast, ook volgens de normen van het Omgevingsplan, zowel overdag als ‘s nachts en ten aanzien van zowel [adres 2] als van [adres 3]. [verzoeksters] heeft in dat verband kritiek op het door ODIJ uitgevoerde geluidsonderzoek en bestrijdt dan ook de uitkomsten daarvan. Volgens [verzoeksters] houdt Martkzicht zich niet aan de gemaakte afspraak om de koelingsunit uit te schakelen tussen 23.00 en 7.00 uur. [verzoeksters] heeft geluidsopnamen gemaakt waaruit dat blijkt. Opmerkelijk is dat de koelingsunit die recent door Budgetmarkt is geplaatst aan haar pand op [adres 5], onder de woning van nummer [nummer], geen enkele vorm van overlast veroorzaakt. Daarnaast wijst [verzoeksters] erop dat Marktzicht weigert om een geluidsonderzoek te laten verrichten, terwijl zij daar door het college toe verplicht is. Dat zou voor het college al voldoende moeten zijn om handhavend op te treden, aldus [verzoeksters]. Het feit dat Marktzicht zich niet aan de afspraak houdt heeft directe gevolgen voor [verzoekster 2]. Zij heeft naast de zorg voor haar jonge kind een verantwoordelijke baan waarbij zij zich geen fouten kan permitteren. Vanwege de reisduur naar haar werk gaat zij om 22.00 uur naar bed en staat zij om 5.00 uur op. De geluidsoverlast door de koelingsunit drukt zwaar op haar met alle gevolgen van dien. Dit geldt eveneens voor [verzoekster 1], zo heeft haar partner ter zitting toegelicht.
Het juridisch kader
3.2
Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd kan worden in een eventuele beroepsprocedure, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
3.3
De voorzieningenrechter verricht daarvoor een voorlopige beoordeling van de rechtmatigheid van het onderliggende besluit of de onderliggende besluiten en daarmee van de kans van slagen van het bezwaarschrift en zij weegt de belangen van de partijen bij een schorsing. Daarbij geldt dat hoe zekerder de voorzieningenrechter is over de rechtmatigheid van het bestreden besluit, hoe minder ruimte er is om gewicht toe te kennen aan de belangen bij een schorsing. De beoordeling door de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een eventuele beroepsprocedure niet.
Het spoedeisend belang
3.4
Dat spoedeisend belang bestaat bij de beoordeling van het verzoek van [verzoeksters] is tussen partijen niet in geding. De hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie is gepland op 15 juli 2025 zodat een beslissing op bezwaar niet voor het einde van de zomer kan worden verwacht. Gelet hierop en het door [verzoeksters] gestelde dat sprake is van voortdurende overlast, die in de zomer alleen nog maar groter wordt, en die diep indringt in haar persoonlijke leven, heeft [verzoeksters] een spoedeisend belang bij een oordeel over de gevraagde voorlopige voorziening.
De rechtmatigheid van het bestreden besluit
3.5
[verzoeksters] stelt in de eerste plaats dat de gedane geluidsmeting van het college niet deugdelijk is verricht, zodat het college het handhavingsverzoek niet gedeeltelijk kon afwijzen op grond van die meting. Volgens [verzoeksters] is bij de metingen de microfoon niet bij het raam van [adres 2] geplaatst, maar verder weg. Ook is de microfoon bij de metingen ten onrechte niet gekalibreerd en is er geen rekening gehouden met overschrijdingen van de trillingsnormen. Ook is, zoals ter zitting toegelicht, ten onrechte geen rekening gehouden met de context zoals de zomerperiode waarin de koelingsunit vaker en langer wordt ingeschakeld. [verzoeksters] heeft een second opinion laten uitvoeren op het geluidsonderzoek waarin dit wordt bevestigd.
[verzoeksters] zal de second opinion overleggen in de bezwaarprocedure
3.6
De voorzieningenrechter overweegt dat zij deze bezwaren en daarmee de rechtmatigheid van het bestreden besluit op dit punt, niet kan beoordelen, omdat de second opinion die [verzoeksters] noemt niet is overgelegd. Dat maakt dat niet beoordeeld kan worden of het college door de second opinion moet twijfelen over de zorgvuldigheid van de totstandkoming van het geluidsrapport, en of mogelijk een nieuwe geluidsmeting verricht moet worden met inachtneming van de in de second opinion opgenomen kritiekpunten. Dit dient het college in bezwaar te overwegen. De voorzieningenrechter komt daarom niet toe aan de beantwoording van de vraag of het college terecht heeft geoordeeld geen sprake is van een overtreding van de geluidsnormen ten aanzien van [adres 2] (overdag) en [adres 3].
3.7
[verzoeksters] stelt ten tweede dat de koelingsunit in de nacht niet wordt, of blijft, uitgeschakeld. Volgens haar gaat de koelingsunit ook in de nachtelijke uren aan. Zij heeft filmopnames van 10 april 2025 (23.40 uur), 3 april 2025 (23.11 uur) en 8 april 2025 (23.40 uur) overgelegd waarop te horen is dat op het dak waar de koelingsunit is geplaatst, sprake is van een brommend geluid, volgens [verzoeksters] afkomstig van de koelingsunit.
3.8
Het college heeft ten aanzien van deze filmfragmenten ter zitting aangegeven dat zij de echtheid van de opnames niet bestrijdt, maar dat pas handhavend kan worden opgetreden als de overtreding door de toezichthouder ook wordt geconstateerd.
3.9
De voorzieningenrechter volgt het college niet in haar standpunt. Niet in geschil is dat als de koelingsunit is ingeschakeld tussen 23.00 en 7.00 uur de geluidsnormen ten aanzien van [adres 2] worden overschreden, zodat sprake is van een overtreding en dat er in beginsel gehandhaafd dient te worden. Nu ook de echtheid van de opnames niet in geschil zijn, is onbegrijpelijk waarom het college meent dat geen sprake is van een overtreding van de geluidsnormen in de nachtelijke uren door Marktzicht. Dat maakt de weigering om handhavend op te treden naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, onterecht. Wanneer het college zelf de overtreding zou willen constateren, wat overigens niet absoluut noodzakelijk is, kan zij geluidsapparatuur plaatsen of andere apparatuur waarmee gemeten wordt of de koelinstallatie aanslaat. Daartoe is zij evenwel nog niet overgegaan.
3.1
De voorzieningenrechter overweegt dat zij vanwege het voorgaande aanleiding ziet om het college op te dragen om daadwerkelijk tot handhaving over te gaan. Ook de betrokken belangen nopen daartoe, want [verzoeksters] heeft ter zitting toegelicht dat de ervaren geluidsoverlast diep ingrijpt op haar persoonlijke levenssfeer, terwijl Marktzicht zich, ook ter zitting nog, bereid heeft verklaard om de koelingsunit tussen 23.00 en 7 uur uit te zetten. In dat kader heeft zij ook de tijdschakelaar op de stroomvoorziening van de koelingsunit geplaatst.
3.11
Handhaving kan plaatsvinden door aan Marktzicht te gelasten de koelingsunit tussen 23.00 en 7.00 uur uit te schakelen op straffe van een dwangsom per geconstateerde overtreding en het op regelmatige basis ter plekke uitvoeren van geluidsmetingen tussen 23.00 en 7.00 uur.
3.12
De voorzieningenrechter merkt nog op dat partijen op zitting kort hebben gesproken over alternatieve oplossingen. Bijvoorbeeld het plaatsen van een (aanvullende) ombouw die geluid reduceert en/of het verplaatsen van de buitenunit van de koelinstallatie naar een andere locatie. Mogelijk zien partijen ruimte om hierop door te praten, bijvoorbeeld met behulp van mediation. De rechtbank kan partijen daarvoor verwijzen. Ook na deze uitspraak is het geschil immers nog niet opgelost en moeten partijen als buren met elkaar verder.

Conclusie en gevolgen

4.1
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en draagt het college op de geluidsnormen tussen 23.00 en 7 00 uur ten aanzien van [adres 2] te handhaven middels het doen uitschakelen van de koelingsunit door Marktzicht.
4.2
Omdat het verzoek wordt toegewezen, krijgt [verzoeksters] een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Het college moet die betalen. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.814,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 907,- en wegingsfactor 1). Verder dient het college de reiskosten te betalen van [verzoeksters] ten bedrage van € 7,38
.
Het college moet ook het door [verzoeksters] betaalde griffierecht van € 194,- aan haar vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en draagt het college op de geluidsnormen tussen 23.00 en 7 00 uur ten aanzien van [adres 2] te handhaven;
- veroordeelt het college in de proceskosten van [verzoeksters] ten bedrage van € 1.821,38;
- gelast dat het college het door [verzoeksters] betaalde griffierecht ten bedrage van € 194,00 aan haar vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.C. Rozeboom, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Landstra, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.