3.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 27 november 2022 te Hengelo, in de gemeente Hengelo (O), tezamen en in vereniging met een ander meerdere bouwmarktartikelen die aan de Praxis (gevestigd op/aan Het Plein 200), toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2. primair
hij op 27 november 2022 te Almelo als bestuurder van een voertuig (personenauto, Ford Focus), komende uit de richting van de Violierstraat, gaande in de richting van de Reggestraat, daarmee rijdende op de weg, de Zuiderstraat en/of de Bornerbroeksestraat,
- niet heeft voldaan aan een door [verbalisant 1], brigadier bij de politie Eenheid Oost Nederland, middels een oplichtende transparant op het dak (aan de voorzijde) van het dienstvoertuig gegeven stopteken, zijnde een stopteken ingevolge artikel 1 aanhef onder a van de Regeling stilhoudingsvordering toezichthouders, door niet met dat voertuig (personenauto) te stoppen, en (vervolgens) op één of meerdere wegen, gelegen in een woonwijk,
- terwijl zich op deze wegen drempels en wegversmallingen bevonden, en
- terwijl één of meerdere van deze wegen smalle klinkerwegen zijn, en
- terwijl het regende en donker was, en
- heeft gereden met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, namelijk met een snelheid van 77 kilometer per uur, en
- ( daarbij) drempels en wegversmallingen heeft genegeerd en deze met (hoge) snelheid is gepasseerd, en
- ( vervolgens) ter hoogte van een wegversmalling, met (hoge) snelheid (rakelings) langs een stilstaande scooterrijder is gereden, en
- meermaals in strijd met het gestelde in artikel 10 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 over de stoep(randen) is gereden, en
- meermaals in strijd met het gestelde in artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn, verdachtes, verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden, en (daarbij) op de rijstrook, bestemd voor het tegemoetkomend verkeer, heeft gereden, en (vervolgens) op de weg, de Wingerd en/of de Vijverhof
- terwijl tegemoetkomend verkeer reeds op korte afstand was genaderd en
- terwijl deze weg een smalle weg is,
- in strijd met het gestelde in artikel 10 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, over de stoep is gereden, en (vervolgens) op de weg, de Looleestraat en/of de Reggestraat
- zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers was hij niet in staat het door hem bestuurde voertuig (tijdig) tot stilstand te brengen, bij nadering van een woning, en
- ( vervolgens) in strijd met het gestelde in artikel 10 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet het verloop van de rijbaan heeft gevolgd, en
- waarbij en/of waardoor hij de macht over het stuur is verloren, en
- ( vervolgens) is gebotst tegen een woning gelegen aan de Reggestraat 2,
zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorvoertuigen, waartoe dat motorvoertuig (personenauto, Ford Focus) behoorde,
en aldus in strijd met het in artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 gestelde verbod, zich opzettelijk zodanig in het verkeer heeft gedragen dat voormelde verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, waardoor daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.