Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
feit 2: in de periode van 15 september 2023 tot en met 22 november 2023 opzettelijk
hij op of omstreeks 22 november 2023 te Groningen, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
al dan niet opzettelijk,
- 10, althans één of meer stuks knalvuurwerk (monster 8, pag. 489), en/of
- 150, althans één of meer stuks knalvuurwerk (JC05, pag. 495), en/of
- (ongeveer) 2,5 kg Romeinse kaarsen (pag. 498), en/of
- (ongeveer) 1,375 kg enkelshotsbuizen (Dumbum single shot, pag. 500),
in elk geval professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik,
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
(strafbaarstelling: artikel 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit jo. artikel 9.2.2.1 Wet
milieubeheer jo. artikelen 1a onder 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten jo.
artikelen 47 en 91 Wetboek van Strafrecht.)
( art 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 15 september 2023 tot en
met 22 november 2023 te Groningen en/of Ruinerwold, gemeente De Wolden en/of
[plaats 1] , gemeente Smallingerland en/of [plaats 2] , gemeente Leeuwarden, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
al dan niet opzettelijk,
- een hoeveelheid knalvuurwerk (o.a. cobra 6 en/of monster 8 en/of JC05 en/of
Caramella), en/of
- een hoeveelheid shells,
in elk geval professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik,
aan (een) ander(en), te weten aan
- (minderjarige) [betrokkene 1] , en/of
- (minderjarige) [betrokkene 2] , en/of
- (minderjarige) [betrokkene 3] , en/of
- (minderjarige) [betrokkene 4] , en/of
- (minderjarige) [betrokkene 5] ,
ter beschikking heeft gesteld;
(strafbaarstelling: artikel 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit jo. artikel 9.2.2.1 Wet
milieubeheer jo. artikelen 1a onder 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten jo.
artikelen 47 en 91 Wetboek van Strafrecht.)
( art 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
[medeverdachte] afspreken’. [22]
vnv 7 uur [adres 2] [plaats 2] 1 karton [alias 3] ’. [23]
- de aanwezigheid van het vuurwerk, al dan niet in de onmiddellijke nabijheid van verdachte. Daarbij geldt dat de eigendomsvraag van het vuurwerk er niet toe doet en ook niet van belang is waar het vuurwerk zich bevindt. Wel is van belang dat verdachte over het vuurwerk kan beschikken. Deze beschikking hoeft niet onmiddellijk te zijn;
- een (machts)relatie tussen verdachte en het vuurwerk. Daarbij geldt dat het enkel onder zich hebben nog niet zonder meer ‘voorhanden hebben’ oplevert, alsmede dat er een zekere relatie dient te bestaan tussen het vuurwerk en de dader in de zin dat met betrekking tot het vuurwerk een zekere machtsuitoefening mogelijk moet zijn en dat het gaat om een zekere handelingsbevoegdheid (beschikkingsmacht), waarvan ook sprake kan zijn als men geen zeggenschap heeft over het vuurwerk, maar wel over de plaats waar het zich bevindt;
- bewustheid van verdachte met betrekking tot de aanwezigheid van het vuurwerk. Daarbij geldt dat bij verdachte een meerdere of mindere mate van bewustheid moet bestaan ten opzichte van het aanwezig hebben van het vuurwerk. De aanduiding van ‘in meer of mindere mate’ geeft aan dat verdachte zich bewust was van de (waarschijnlijke) aanwezigheid van het vuurwerk, zonder dat die bewustheid zich hoeft uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van dat vuurwerk. Voor het bewijs van dergelijke bewustheid geldt dat daarvan ook sprake kan zijn in een geval dat het niet anders kan dan dat verdachte zulke bewustheid heeft gehad.
omstreeks22 november 2023 heeft plaatsgevonden.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan,
meermalen gepleegd.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan,
meermalen gepleegd.
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
200 (tweehonderd) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;