Uitspraak
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2], uit [woonplaats], eisers
het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland
Wetland Wonen Groep,vergunninghouder
(gemachtigde: mr. A. Daan).
Rechtbank Overijssel
Op 23 mei 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlening van een omgevingsvergunning voor de bouw van een appartementencomplex aan de Jan van Arkelstraat in Genemuiden. Eisers hebben beroep ingesteld tegen deze vergunning, die op 3 juli 2024 door het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland was verleend. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 24 april 2025, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van het college en de vergunninghouder.
De rechtbank oordeelt dat het college niet voldoende heeft aangetoond dat de afwijkingen van de bouwvoorschriften uit het bestemmingsplan zijn vergund. Er is niet expliciet vermeld dat er van deze voorschriften mag worden afgeweken, wat leidt tot een gebrek in het bestreden besluit. Daarnaast is er verwezen naar een onjuist kadastraal perceel, wat eveneens een gebrek vormt. De rechtbank heeft het college de gelegenheid gegeven om deze gebreken te herstellen, met inachtneming van de belangen bij woningbouw. De rechtbank heeft de termijn voor herstel vastgesteld op acht weken na verzending van de tussenuitspraak.
De rechtbank benadrukt dat het college binnen twee weken moet meedelen of het gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen. De uitspraak houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep, waarbij ook de proceskosten en het griffierecht nog niet zijn beslist.