3.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 22 september 2023 te Hengelo (O), als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van het centrum van Hengelo
(O) en gaande in de richting van de Enschedese Havenweg, en daarmee rijdende op de Twekkelerweg, aanmerkelijk onvoorzichtig,
onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl zij beginnend bestuurder was en
terwijl zij in of nabij een (flauwe) bocht naar rechts (vanuit de rijrichting van
verdachte) reed en
terwijl haar zicht op het tegemoetkomende verkeer (deels) beperkt werd door een
voor haar, verdachte, rijdende vrachtwagen en het naar rechts afbuigende
wegverloop en
terwijl tegemoetkomend verkeer reeds op korte afstand genaderd was,
- in onvoldoende mate heeft gelet en is blijven letten op het direct
voor en naast haar gelegen gedeelte van die weg (de Twekkelerweg) en
voornoemde bocht en het zich daarop bevindende verkeer en
- in strijd met het gestelde in artikel 18 lid 1 van voornoemd reglement naar links, in
de richting van de Enschedese Havenweg, is afgeslagen
en een over dezelfde weg (de Twekkelerweg) rijdende, gezien haar, verdachtes,
rijrichting tegemoetkomende bestuurder van een ander motorrijtuig (bromfiets),
niet voor heeft laten gaan,
immers is zij, verdachte, in aanrijding gekomen met voornoemd ander motorrijtuig (bromfiets) en de bestuurder van dat andere motorrijtuig (bromfiets),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar, verdachtes schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (te weten [slachtoffer] )
zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.