ECLI:NL:RBOVE:2025:2685

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
C/08/328517 / KG ZA 25-23
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige toewijzing van bedrijfskavels door de Gemeente Olst-Wijhe in strijd met het Didam-arrest

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 30 april 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen G.A. [eiser] B.V. en de Gemeente Olst-Wijhe. De zaak betreft de toewijzing van bedrijfskavels op het bedrijventerrein De Meente Noord in Olst. De Gemeente had in strijd met de regels van het Didam-arrest gehandeld door aan The Inside 4 punten toe te kennen voor het afnemen van meerdere kavels, terwijl in de Verkoopleidraad was bepaald dat maximaal 2 punten konden worden gescoord op dit selectiecriterium. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Gemeente de regels niet correct heeft toegepast en heeft de primaire vorderingen van [eiser] toegewezen. De Gemeente werd veroordeeld tot het intrekken van de voorlopige gunningsbeslissing aan The Inside en het alsnog voorlopig gunnen van de kavels aan [eiser]. Tevens werd de Gemeente veroordeeld in de proceskosten en werd een dwangsom opgelegd voor het geval de Gemeente niet aan de veroordelingen zou voldoen.

De procedure begon met een openbare verkoopprocedure voor zeven bedrijfskavels, waarbij de Gemeente verschillende kwaliteitscriteria hanteerde. [eiser] had zich ingeschreven voor de kavels 6 en 7, maar kreeg deze niet toegewezen. Na een heroverweging door de Gemeente, waarbij de scores werden beoordeeld, werd uiteindelijk besloten om de kavels aan The Inside toe te wijzen. [eiser] stelde dat de Gemeente een foutieve score had toegekend aan The Inside, wat leidde tot een ongelijk speelveld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de Gemeente niet in overeenstemming met de Verkoopleidraad heeft gehandeld, wat resulteerde in de toewijzing van de vorderingen van [eiser].

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/328517 / KG ZA 25-23
Vonnis in kort geding van 30 april 2025
in de zaak van
G.A. [eiser] B.V.,
te [vestigingsplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
advocaten: mr. A.B.B. Gelderman en mr. J.M.R. Exterkate,
tegen
GEMEENTE OLST-WIJHE,
te Wijhe,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de Gemeente,
mr. R.C.K. van Andel en mr. W. Nooteboom.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met 8 producties,
- de conclusie van antwoord met 14 producties,
- de mondelinge behandeling van 16 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [eiser],
- de pleitnota van de Gemeente.

2.Samenvatting

2.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de Gemeente in strijd met de regels zoals geformuleerd in het Didam-arrest heeft gehandeld door aan The Inside 4 punten toe te kennen voor het afnemen van meerdere, namelijk vier kavels, terwijl in de Verkoopleidraad is bepaald dat op dit selectiecriterium maximaal twee punten zijn te scoren. De primaire vorderingen van [eiser] worden op straffe van verbeurte van een dwangsom toegewezen. De Gemeente wordt veroordeeld in de proceskosten.

3.De feiten

Feitelijke achtergrond
3.1.
De Gemeente heeft het voornemen om op het bedrijventerrein De Meente Noord in Olst zeven bedrijfskavels te verkopen. Zij heeft in dat kader vanaf juli 2024 en vanaf november 2024 een openbare verkoopprocedure georganiseerd.
3.2.
De Gemeente hanteert, vanuit haar beleidsdoelstelling om nieuwe bedrijventerreinen toekomstbestendig te ontwikkelen, voor de ontwikkeling van De Meente Noord diverse kwaliteitsambities op het gebied van bodem en water, circulair bouwen, duurzaam gebruik, gezonde en groene leefomgeving, duurzame energie, zorgvuldig ruimtegebruik en regionale/lokale meerwaarde. Deze kwaliteitsambities heeft de Gemeente in de openbare verkoopprocedure vertaald naar selectiecriteria waaraan een gegadigde moet voldoen en waarop hij punten kan scoren om in aanmerking te kunnen komen voor een bedrijfskavel op De Meente Noord.
3.3.
De kwaliteitsambities op het gebied van 'zorgvuldig ruimtegebruik’ brengen mee dat inschrijvers onder meer punten kregen op basis van het aantal af te nemen kavels (bij
het criterium ‘Afname meerdere kavels’). De Gemeente hecht er aan om de
(schaarse) ruimte op bedrijventerreinen (en voor bedrijven in het algemeen) zo goed
en efficiënt mogelijk in te richten, en wil bij het verdelen van de kavels rekening houden met de omstandigheid dat sommige gegadigden een grotere ruimtevraag hebben en meerdere (aaneengesloten) kavels willen afnemen. De Gemeente kent daarom bij de selectie van kopers (ook) gewicht toe aan het aantal kavels dat een gegadigde wil afnemen, zodat bijvoorbeeld een bedrijf met een grote ruimtevraag (die meerdere kavels wil afnemen) een relatief voordeel heeft.
3.4.
De kwaliteitsambities, de selectiecriteria, de maximaal te scoren punten en overige informatie over het verloop en de voorwaarden van de verkoopprocedure zijn opgenomen in het document Bedrijventerrein De Meente Noord in Olst Verkoopprocedure bedrijfskavels (hierna te noemen: de Verkoopleidraad).
3.5.
In paragraaf 4.1 van de in november 2024 gehanteerde Verkoopleidraad is dit schematisch als volgt weergegeven:
[Afbeelding]
3.6.
De selectie, toewijzing en verkoop van de bedrijfskavels op De Meente Noord vindt plaats op basis van de Verkoopleidraad en de daarbij behorende verkoopinformatie, waaronder de concept reserverings- en concept koopovereenkomst en de selectiecriteria. Eerst wordt getoetst of de inschrijving voldoet aan de inschrijfvoorwaarden. Als dit niet het geval is dan is de inschrijving niet ontvankelijk en doet de inschrijver niet mee in de verdere procedure (uitsluiting). Als de inschrijving aan de voorwaarden voldoet, dan wordt deze inhoudelijk beoordeeld door het toekennen van punten op de verschillende selectiecriteria. De inschrijving met de hoogste aantal punten dan wel de inschrijving die bij de loting als eerste geloot wordt, krijgt de kavel aangeboden.
De verkoopprocedures
3.7.
Van juli tot en met september 2024 heeft een verkoopprocedure plaatsgevonden. Na de publicatie van de verkoopprocedure en een vragenronde, hebben meerdere gegadigden zich ingeschreven. De Gemeente heeft de inschrijvingen beoordeeld en de kavels vervolgens, op basis van de behaalde scores, toegewezen.
3.8.
[eiser] had zich ingeschreven voor de kavels 6 en 7. Zij kreeg deze
kavels echter niet toegewezen maar kwam, op basis van het door haar gescoorde
puntenaantal, op de derde (en laatste) plaats van de reservelijst voor deze kavels.
3.9.
[eiser] verzocht de Gemeente bij brief van 2 oktober 2024 om de uitkomst van de verkoopprocedure te heroverwegen en de kavels 6 en 7 alsnog aan haar toe te wijzen. Bij brief van 23 oktober 2024 heeft de Gemeente [eiser] meegedeeld dat haar
inschrijving is beoordeeld op basis van de selectiecriteria in de Verkoopleidraad, dat haar inschrijving (te) laag scoorde en dat er geen reden is om de uitkomst te heroverwegen.
3.10.
De kavels 6 en 7 zijn uiteindelijk (nadat andere partijen zich hadden teruggetrokken)
toegewezen aan The Inside, die op de tweede plaats op de reservelijst voor deze kavels stond.
3.11.
Uiteindelijk zijn de kavels 1, 2, 5, 6 en 7 toegewezen aan (en gereserveerd voor) verschillende gegadigden.
3.12.
Omdat voor de kavels 3 en 4 nog geen koper was gevonden heeft de Gemeente besloten om deze kavels nogmaals op de markt te brengen. Daarom heeft de Gemeente op 4 november 2024 weer een verkoopprocedure gepubliceerd. The Inside en Wesselink-Hof waren de enige inschrijvers en zij hebben zich beiden ingeschreven voor de kavels 3 en 4.
3.13.
De Gemeente heeft The Inside een totaalscore van 14,5 punten toegekend. The Inside heeft op het selectiecriterium ‘Afname meerdere kavels’ vier punten gekregen, omdat zij niet alleen de kavels 3 en 4 wil verkrijgen, maar ook de kavels 6 en 7 zal afnemen. [eiser] kreeg een totaalscore van 14 punten toegekend. [eiser] heeft op het selectiecriterium ‘Afname meerdere kavels’ twee punten gekregen, omdat zij naast de kavel 3 en 4 geen andere kavels zou afnemen.
3.14.
De Gemeente heeft [eiser] bij brief van 2 december 2024 meegedeeld dat de kavels 3 en 4 op basis van deze eindscores zijn toegewezen aan een andere gegadigde (The Inside). Ook heeft de Gemeente meegedeeld dat een standstill-periode volgt van
3 december 2024 tot en met 3 januari 2025.
3.15.
[eiser] heeft op 9 december 2024 per e-mail te kennen gegeven:
‘(…) Intussen heb ik de schriftelijke bevestiging van de toekenningsprocedure gekregen. De scoreverdeling is mij niet duidelijk en ik heb behoefte aan nadere toelichting.
Ik denk dat ik niet op de tweede plaats kom in deze toekenning.
Daarvoor heb ik de volgende vraag over de spelregels:
Gaat het om een nieuwe procedure zo ja: dan zijn er 2 kavels te verkrijgen dan moet mijn
tegenspeler niet de mogelijkheid hebben om daarvoor 4 punten te verkrijgen.
Gaat het om een voortzetting van de oude procedure dan hebben we een gelijke kansen op
deze 2 nieuw vrijgekomen kavels en daarbij heb ik aangegeven dat ik tevens in aanmerking
wil blijven komen voor de Kavels 6 en 7’.
3.16.
De Gemeente heeft daarop bij brief van 12 december 2024 gereageerd:
‘U heeft zich op 23-11-2024 ingeschreven voor bedrijfskavels 3 en 4 op het bedrijventerrein De Meente Noord in Olst. Op 4 december stuurden wij u een brief waarin wij aangaven dat de kavels op basis van de toegekende punten door de beoordelingscommissie niet aan u zijn toegewezen, maar aan inschrijver 1. Deze inschrijver heeft al een reservering op kavel 6 en 7.
Op 9-12-2024 ontvingen wij uw mail waarin u geeft aan dat u denkt niet op de tweede plaats te komen voor de toekenning van de bedrijfskavels. Onderstaand leest u onze reactie op deze mail.
Aan de hand van het gesprek met projectleider [naam] waarin u onder andere aangaf de kavels 3 en 4 enkel voor houtopslag te gaan gebruiken en het door u ingevulde formulier is de beoordelingscommissie tot deze puntentoedeling gekomen.
Wij zien daarom ook geen aanleiding om hierover in gesprek te gaan aangezien wij achter de beoordeling van het door u ingediende scoreformulier staan en deze in onze ogen niet zal wijzigen. Daarbij komt dat het bestemmingsplan enkel houtopslag op deze locatie niet toestaat. (…)’
De aanloop naar dit kort geding
3.17.
In deze reactie heeft [eiser] aanleiding gezien om op 2 januari 2025 een conceptdagvaarding in kort geding toegezonden aan de Gemeente.
3.18.
Daarop heeft de Gemeente bij brief van haar advocaat van 2 januari 2025 de standstill-termijn verlengd tot en met vrijdag 24 januari 2025.
3.19.
Op 21 januari 2025 heeft de Gemeente - na bestudering van de conceptdagvaarding
en daarin opgenomen bezwaren - bij brief van haar advocaat gereageerd. Zij heeft daarin toegelicht dat de puntentoedeling wat haar betreft juist tot stand is gekomen en dat zij (dus) geen aanleiding ziet om af te zien van haar voornemen om de kavels 3 en 4 aan The Inside te gunnen. De Gemeente heeft de standstill-termijn bij het verstrekken van deze toelichting nogmaals verlengd, ditmaal tot en met 10 februari 2025.
3.20.
Op 31 januari 2025 heeft de advocaat van [eiser] telefonisch verzocht
om ook nog de score op twee andere selectiecriteria nader toe te lichten. De Gemeente heeft daarop bij mail van 5 februari 2025 een nadere toelichting verstrekt.
3.21.
Op 7 februari 2025 heeft [eiser] de dagvaarding kort geding aan de
Gemeente betekend.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert - samengevat - om op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van de Gemeente in de kosten van het geding, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
I. De Gemeente te verbieden de kavels te verkopen en/of leveren aan The Inside B.V.;
II. De Gemeente te gebieden de voorlopige gunningsbeslissing van 4 december 2024 aan The Inside B.V. in te trekken binnen 10 dagen na dagtekening van het vonnis, althans binnen een redelijke termijn;
III. De Gemeente te gebieden de kavels alsnog voorlopig te gunnen aan [eiser], voor zover de gemeente de kavels nog wenst te verkopen;
Subsidiair:
I. De Gemeente te verbieden de kavels te verkopen en/of leveren aan The Inside B.V.;
II. De Gemeente te gebieden de voorlopige gunningsbeslissing d.d. 4 december 2024 aan The Inside B.V. in te trekken;
III. De Gemeente te verbieden uitvoering te geven aan haar voornemen zoals geduid in de brief d.d. 21 februari 2025, waarbij de gemeente aangeeft (i) dat zij de verkoopprocedure zal afbreken indien in rechte zou komen vast te staan dat zij het selectiecriterium ‘afname meerdere kavels’ niet conform de verkoopprocedure heeft toegepast en aangeeft (ii) dat zij in dat geval de kavels één-op-één zal willen uitgeven aan The Inside B.V. omdat The Inside B.V. de enige serieuze gegadigde zou zijn;
IV. De Gemeente te gebieden, indien zij de kavels 3 en 4 alsnog wenst te verkopen, een eerlijke verkoopprocedure te organiseren waarbij op basis van objectieve, toetsbare en redelijke criteria wordt bepaald aan wie de kavels 3 en 4 verkocht worden en waaraan [eiser] kan/mag deelnemen;
Meer subsidiair:
I. Zodanige maatregelen te treffen, die de voorzieningenrechter op zijn plaats acht en recht doen aan de belangen van Wesselink.
4.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag dat de voorlopige gunningsbeslissing niet in stand kan blijven. Ten eerste geldt dat de gemeente een foutieve score heeft uitgedeeld aan The Inside, waardoor The Inside 2 punten te veel heeft ontvangen. Zouden deze 2 punten worden afgetrokken van de totaalscore van The Inside, dan zou [eiser] voor voorlopige gunning in aanmerking komen. De Gemeente is op grond van het gelijkheidsbeginsel en het daaruit voortvloeiende transparantiebeginsel gehouden haar eigen spelregels in de Verkoopleidraad nauwgezet te volgen. Dit betekent volgens [eiser] dat de Gemeente niet in afwijking van de Verkoopleidraad meer dan 2 punten kan/mag toekennen op het selectiecriterium 4.3 ‘Afname meerdere kavels’. Het is daarbij irrelevant dat The Inside in het kader van een geheel andere verkoopprocedure ook voor de koop van andere kavels in aanmerking komt. Als de Gemeente dat relevant had gevonden, dan had zij dat ondubbelzinnig in de Verkoopleidraad als spelregel moeten opnemen.
Slechts voor zover dit standpunt niet wordt gevolgd, meent [eiser] dat de gunningsbeslissing ook geen stand kan houden omdat [eiser] tot op heden geen steekhoudende motivering van de behaalde scores heeft ontvangen. [eiser] wist tot voor kort niet dat The Inside Inschrijver 1 is. Bij die stand van zaken wordt [eiser] een effectieve rechtsbescherming onmogelijk gemaakt.
4.3.
De Gemeente voert verweer. De Gemeente stelt dat zij bij het uitgeven van de kavels heeft gehandeld zoals de Hoge Raad in het Didam-arrest [1] heeft voorgeschreven. De Gemeente heeft naar haar zeggen een openbare verkoopprocedure gehouden, waarin zij op zorgvuldige wijze aan de hand van diverse (objectieve, toetsbare en redelijke) selectiecriteria de kopers voor haar kavels heeft geselecteerd. De Gemeente heeft daarbij de door haar gekozen selectiecriteria wel degelijk juist toegepast en correcte scores toegekend. Ook heeft de Gemeente, met de uitgebreide informatie die zij heeft verstrekt in haar verkoopdocument en de bijbehorende bijlagen, duidelijk gemaakt hoe en onder welke voorwaarden de verkoopprocedure plaatsvindt. Op basis hiervan konden gegadigden bovendien, al dan niet in het licht van de omstandigheden, goed begrijpen wat de draagwijdte was van de verschillende selectiecriteria. Van een 'andere’ of onverwachte toepassing van een selectiecriterium was dan ook in geheel geen sprake.
Daarnaast geldt dat - ook als het voorgaande anders zou zijn - de Gemeente in ieder
geval niet kan worden gedwongen om de kavels toe te wijzen aan [eiser].
Ook is het de Gemeente, binnen de Didam-regels, wel degelijk toegestaan om de
kavels bij een eventuele nieuwe uitgifte een-op-een uit te geven aan The Inside, als
enige serieuze gegadigde. De Gemeente concludeert dan ook tot afwijzing van de vorderingen van [eiser], met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.

5.De beoordeling

De Didam-regels
5.1.
In het Didam-arrest heeft de Hoge Raad het volgende overwogen.
  • Op grond van artikel 3:14 BW mag een bevoegdheid die krachtens het burgerlijk recht aan een overheidslichaam toekomt, niet worden uitgeoefend in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht. Een overheidslichaam moet bij het aangaan en uitvoeren van privaatrechtelijke overeenkomsten dus de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en daarmee het gelijkheidsbeginsel in acht nemen. Dit geldt dus óók voor de beslissing aan wie en onder welke voorwaarden hij een aan hem toebehorende onroerende zaak verkoopt. Op dit punt verschilt de positie van een overheidslichaam van die van een private partij.
  • Als een overheidslichaam het voornemen heeft een aan hem toebehorende onroerende zaak te verkopen, brengt het gelijkheidsbeginsel mee dat dat overheidslichaam ruimte moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen als er meerdere gegadigden zijn of redelijkerwijs zijn te verwachten. In dat geval zal het overheidslichaam met inachtneming van de hem toekomende beleidsruimte criteria moeten opstellen aan de hand waarvan de koper wordt geselecteerd. Die criteria moeten objectief, toetsbaar en redelijk zijn.
  • Het gelijkheidsbeginsel brengt óók mee dat het overheidslichaam, om echt gelijke kansen te bieden, een passende mate van openbaarheid moet verzekeren met betrekking tot de beschikbaarheid van de onroerende zaak, de selectieprocedure, het tijdschema en de toe te passen selectiecriteria. Het overheidslichaam moet informatie hierover tijdig voorafgaand aan de selectieprocedure bekend maken op zodanige wijze dat (potentiële) gegadigden daarvan kennis kunnen nemen.
  • Die mededingingsruimte door middel van een selectieprocedure hoeft níet te worden geboden als bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de aankoop. In dat geval moet het overheidslichaam zijn voornemen tot verkoop tijdig voorafgaand aan de verkoop bekend maken op zodanige wijze dat een ieder daarvan kennis kan nemen én moet hij motiveren waarom dat naar zijn oordeel bij voorbaat vaststaat of mag worden aangenomen.
Toegepast op deze zaak
5.2.
De voorzieningenrechter dient in deze zaak te beoordelen of de Gemeente objectieve, toetsbare en redelijke criteria heeft gehanteerd om ervoor te zorgen dat potentiële kopers van percelen op het bedrijventerrein De Meente Noord in Olst de gelegenheid krijgen om via de door de Gemeente opgezette selectieprocedure mee te dingen naar één of meerdere van de aangeboden kavels..
5.3.
Daarbij is het van belang dat de Gemeente al eerder heeft geprobeerd de kavels te verkopen en dat toen voor vijf van de zeven kavels een koper is gevonden. De Gemeente heeft de inschrijvingen beoordeeld en de vijf kavels vervolgens, op basis van de behaalde scores, toegewezen en gereserveerd. In een poging om alle kavels te verkopen heeft de Gemeente de twee overgebleven kavels nogmaals te koop aangeboden.
Twee afzonderlijke verkoopprocedures
5.4.
Tussen partijen is in geschil of sprake is van één verkoopprocedure met twee afzonderlijke verkooprondes, of van twee afzonderlijke verkoopprocedures.
5.5.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is sprake van twee afzonderlijke verkoopprocedures. Dat blijkt niet alleen uit het feit dat het geschieden trajecten zijn geweest die elk afzonderlijk door publicatie zijn aangekondigd en die elk een eigen tijdpad hebben, maar ook uit het feit dat de Gemeente de voorwaarden om voor toewijzing van een kavel in aanmerking te komen heeft aangepast. Zoals hieronder zal worden besproken, zijn de wijzigingen weliswaar niet groot en ingegeven door het feit dat vijf van de zeven kavels inmiddels zijn toegewezen en gereserveerd, zodat er nog maar twee kavels te koop zijn aangeboden, maar deze wijzigingen zijn wel cruciaal.
Is het selectiecriterium ‘afname meerdere kavels’ voldoende duidelijk en is het juist toegepast?
5.6.
Tussen partijen is niet in geschil dat de Gemeente beleidsvrijheid heeft om selectiecriteria op te stellen waaraan een gegadigde moet voldoen om in aanmerking komen voor een bedrijfskavel op De Meente Noord. Die criteria moeten objectief, toetsbaar en redelijk zijn. Het gaat in deze zaak in de kern om de beantwoording van de vraag of de Gemeente het door haar gehanteerde selectiecriterium ‘afname meerdere kavels’ juist heeft toegepast.
5.7.
De Gemeente stelt dat zij, door The Inside 4 punten toe te kennen voor het afnemen van vier kavels, heeft gehandeld conform het door haar wegens zorgvuldig ruimtegebruik geformuleerde selectiecriterium op grond waarvan 1 punt voor elk afgenomen kavel wordt toegekend. Van een foutieve score is volgens de Gemeente dus ook geen sprake. Ook over de wijze waarop dit selectiecriterium wordt toegepast is de Gemeente naar haar zeggen voldoende duidelijk geweest, nu dit blijkt uit het Scoreformulier, waarin staat dat iedere inschrijver 1 punt krijgt voor een afgenomen kavel met een maximum van 7 punten. Volgens de Gemeente betreffen de vermelding dat maximaal 2 punten te verdienen waren in het schematische puntenoverzicht en in de titel van paragraaf 4.3 van de Verkoopleidraad onvolkomenheden.
5.8.
De voorzieningenrechter onderschrijft deze stelling niet. Uit de stukken en wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken blijkt immers dat de Gemeente de Verkoopleidraad heeft willen aanpassen aan de nieuwe situatie, waarin voor vijf van de zeven kavels al een koper was gevonden. Daar waar in het schema zoals opgenomen in paragraaf 4 van de Verkoopleidraad die bij de eerste verkoopprocedure is verstrekt nog stond vermeld dat voor ‘afname meerdere kavels’ maximaal 7 punten te behalen waren, staat in de Verkoopleidraad van de hier aan de orde zijnde tweede verkoopprocedure vermeld dat daarmee maximaal 2 punten zijn te scoren. Ook in de totaalscore, die op basis van alle selectiecriteria samen is te behalen, is verwerkt dat al vijf kavels vergeven zijn: in de tweede verkoopprocedure zijn nog slechts 27 punten te scoren, daar waar in de eerste verkoopprocedure nog 32 punten te verdienen waren. Enkel in de inhoudsopgave van de Verkoopleidraad en in het Scoreformulier is blijven staan dat voor afname van meerdere kavels 7 punten te vergeven waren. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat deze vermelding in de inhoudsopgave beide partijen is ontgaan. Door de Gemeente is toegegeven dat zij bij het aanpassen van de Verkoopleidraad de inhoudsopgave over het hoofd heeft gezien. Gelet hierop kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter aan die vermelding geen waarde worden gehecht.
5.9.
Dat de Gemeente, zoals zij stelt, in het Scoreformulier bewust heeft opgenomen dat maximaal 7 punten te verdienen waren met het afnemen van meerdere kavels, acht de voorzieningenrechter niet aannemelijk. Aannemelijker is dat de Gemeente enkel de inhoud van de Verkoopleidraad heeft aangepast en dat zij is vergeten om de inhoudsopgave en het Scoreformulier - dat als bijlage bij de leidraad zat - aan te passen.
5.10.
De stelling van de Gemeente dat de mogelijkheid om 7 punten te scoren bewust in het Scoreformulier is opgenomen, is niet in lijn met de wel bewust in de Verkoopleidraad doorgevoerde wijzigingen. [eiser] heeft er terecht op gewezen dat de Gemeente zelf heeft verklaard dat zij er geen rekening mee heeft gehouden dat zich in de tweede verkoopprocedure gegadigden zouden melden die ook al hadden deelgenomen aan de eerste verkoopprocedure. Dit betekent dat de Gemeente ook niet een scenario voor ogen kan hebben gehad waarin in de tweede verkoopprocedure meer dan 2 punten voor de afname van de twee nog te resteren kavels gescoord konden worden. Dit betekent ook dat de vermelding van een maximale score van 7 punten voor afname meerdere kavels in het Scoreformulier, geen bewuste keus is geweest en dat de Gemeente dat Scoreformulier niet kan gebruiken om haar beslissing om The Inside meer dan 2 punten toe te kennen, te rechtvaardigen.
5.11.
De Gemeente stelt dat iedereen (zowel The Inside, [eiser] als de Gemeente het criterium op dezelfde manier heeft begrepen, zodat het niet tot een misverstand heeft geleid.
5.12.
De voorzieningenrechter is het daar niet mee eens. Alleen al uit het feit dat [eiser] bij haar inschrijving zowel heeft aangekruist dat zij voor twee kavels
(2 punten) als voor vier kavels (4 punten) in aanmerking wil komen, geeft aan dat bij haar verwarring bestaat. Dat heeft [eiser] later ook met zoveel woorden te kennen gegeven in de e-mail aan de Gemeente van 9 december 2024.
5.13.
Daarnaast miskent de Gemeente dat sprake is van twee afzonderlijke verkoopprocedures. Door punten uit de eerste procedure over te hevelen naar de tweede procedure, creëert de Gemeente in die tweede procedure ongelijke kansen voor deelnemers. Te meer als wordt bedacht dat zich voor die procedure ook gegadigden hadden kunnen inschrijven die niet hebben deelgenomen aan de eerste verkoopprocedure en die dus niet wisten dat oorspronkelijk 7 punten te verdienen waren. Bovendien moet worden geconstateerd dat het enkel te wijten is aan slordigheid van de Gemeente dat in de tweede Verkoopleidraad op sommige plaatsen nog staat vermeld dat 7 punten zijn te behalen voor het afnemen van meerdere kavels.
5.14.
In het licht van het op het gebied van zorgvuldig ruimtegebruik geformuleerde beleid, kan de voorzieningenrechter zich voorstellen dat de Gemeente de punten uit de verschillende verkoopprocedures bij elkaar wil kunnen optellen. Maar de Gemeente heeft niet voorzien dat dezelfde gegadigden zich in meerdere procedures voor kavels op hetzelfde bedrijventerrein zouden inschrijven. Om die reden heeft zij in de Verkoopleidraad ook niet voorzien in een regeling die daarop ziet en die kan daar ook niet in worden ingelezen.
5.15.
Gelet hierop onderschrijft de voorzieningenrechter het standpunt van [eiser] dat de Gemeente handelt in strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat in dit geval het maximaal aantal te behalen punten per inschrijver verschilt. The Inside is immers aan de tweede verkoopprocedure begonnen met een voorsprong van 2 punten. Van gelijke kansen is dus geen sprake. Ook onderschrijft de voorzieningenrechter dat de uitleg die de Gemeente achteraf aan de stukken geeft, niet uit de stukken blijkt en dat het selectiecriterium niet juist en transparant toegepast is. De Gemeente is dus gebonden aan het scoremaximum van 2 punten voor ‘afname meerdere kavels’ dat zij in de Verkoopleidraad uitdrukkelijk heeft opgenomen.
Slotsom
5.16.
Dit alles tot de conclusie dat de Gemeente 2 punten te veel aan The Inside heeft toegekend. Nu het verschil in het totaal aantal behaalde punten tussen The Inside en [eiser] slechts een 0,5 punt was, betekent dit [eiser] in de tweede verkoopprocedure de meeste punten heeft behaald en dat de Gemeente ten onrechte het voornemen heeft om de kavels 3 en 4 aan The Inside toe te wijzen. Voor de vorderingen betekent dit dat de primaire vorderingen van [eiser] toegewezen zullen worden. Aan de beoordeling van de subsidiaire vorderingen kan niet meer worden toegekomen.
Dwangsom
5.17.
[eiser] vordert dat de voorzieningenrechter een dwangsom verbindt aan de op te leggen verboden en geboden. Volgens de Gemeente is het opleggen van een dwangsom niet nodig omdat erop kan worden vertrouwd dat de Gemeente - als overheid - een vonnis vrijwillig naleeft.
5.18.
De Gemeente moet worden nagegeven dat de overheid normaal gesproken een vonnis naleeft, zodat het opleggen van een dwangsom als prikkel tot naleving van het vonnis in het algemeen overbodig is. Omdat uit de proceshouding van de Gemeente blijkt dat zij zich niet zondermeer wil neerleggen bij een voor [eiser] gunstig vonnis, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om in dit geval wel een veroordeling op straffe van verbeurte van een dwangsom uit te spreken. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt zoals vermeld in het dictum.
Proceskosten en wettelijke rente
5.20.
De Gemeente is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van G.A. [eiser] B.V. worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
119,40
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.118,40
5.21.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
verbiedt de Gemeente de kavels te verkopen en/of leveren aan The Inside,
6.2.
gebiedt de Gemeente de voorlopige gunningsbeslissing van 4 december 2024 aan The Inside in te trekken binnen 10 dagen na dagtekening van het vonnis,
6.3.
gebiedt de Gemeente de kavels alsnog voorlopig te gunnen aan [eiser], voor zover de Gemeente de kavels nog wenst te verkopen,
6.4.
veroordeelt de Gemeente om aan [eiser] een maximale dwangsom te betalen van € 400.000,00 ineens voor zover zij niet aan het bepaalde onder 6.1 - 6.3 voldoet,
6.5.
veroordeelt de Gemeente in de proceskosten van € 2.118,40, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de Gemeente niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.6.
veroordeelt de Gemeente tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op
30 april 2025.