ECLI:NL:RBOVE:2025:2682

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 mei 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
08-760169-18
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling met verlening zorgmachtiging

Op 1 mei 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een individu, geboren in 1972. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen, ondanks het feit dat de terbeschikkinggestelde eerder ter beschikking was gesteld door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 mei 2020 na bewezenverklaring van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De terbeschikkingstelling was ingegaan op 25 mei 2020 en was laatstelijk verlengd op 30 mei 2024, met een einddatum van 29 april 2025. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages, waaronder een pro Justitia rapportage van een forensisch psychiater en een verlengingsadvies van de reclassering. De psychiater concludeerde dat het risico op gewelddadig gedrag laag is wanneer de terbeschikkinggestelde in zorg is, maar matig tot hoog wanneer hij volledig uit zorg is. De reclassering adviseerde om de terbeschikkingstelling te beëindigen en een zorgmachtiging af te geven, gezien de zorgmijdende houding van de terbeschikkinggestelde. Tijdens de zitting op 17 april 2025 werd de terbeschikkinggestelde bijgestaan door zijn raadsman, en deskundigen gaven aan dat er een vangnet nodig is voor de terbeschikkinggestelde. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er een stoornis en enig recidiverisico aanwezig zijn, de terbeschikkingstelling kan worden beëindigd mits er een zorgmachtiging wordt verleend. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie afgewezen en de terbeschikkingstelling beëindigd, met de verlening van een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-760169-18
Datum uitspraak: 1 mei 2025
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[de terbeschikkinggestelde] ,
geboren op [geboortedatum] 1972 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van
25 mei 2020 ter beschikking gesteld, waarbij betreffende het gedrag van de
terbeschikkinggestelde voorwaarden zijn gesteld, na bewezenverklaring van de misdrijven:
telkens: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het gerechtshof heeft daarbij overwogen dat het misdrijven zijn die gericht zijn tegen of
gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon, zodat de
totale duur van de terbeschikkingstelling een periode van vier jaar te boven kan gaan.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 25 mei 2020. De aan de maatregel verbonden
voorwaarden zijn gewijzigd bij de beslissingen van deze rechtbank van 27 juli 2021 en 8 juni 2023, bij beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 november 2023 en bij beslissing van deze rechtbank van 30 mei 2024.
De terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 30 mei 2024. De terbeschikkingstelling eindigt, behoudens nadere voorziening, op 29 april 2025.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • de pro Justitia rapportage van T.W.D.P. van Os, forensisch psychiater, van 4 maart 2025;
  • het verlengingsadvies van Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) van 11 maart 2025, opgemaakt en ondertekend door [reclasseringswerker 1] , reclasseringswerker, en [reclasseringswerker 2] , unitmanager;
  • de voortgangsverslagen van de reclassering over de periode van 18 juni 2024 tot en met 17 december 2024.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 27 maart 2025 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met een jaar.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 17 april 2025. De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Oude Breuil, advocaat te Enschede;
  • de officier van justitie;
  • M. Vroegop, klinisch psycholoog, als deskundige;
  • [reclasseringswerker 1] , reclasseringswerker, als deskundige.
De officier van justitie heeft ter zitting verzocht om de vordering tot verlenging van de maatregel af te wijzen onder gelijktijdige toewijzing van het verzoek tot verlenen van een zorgmachtiging op grond van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg (Wfz) jo. artikel 6:5 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben eveneens verzocht de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen.
Gelijktijdig met de behandeling van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling, heeft de behandeling plaatsgevonden van het verzoek tot het afgeven van een zorgmachtiging. Deze machtiging is bij beslissing van deze rechtbank van 1 mei 2025 voor de duur van zes maanden verleend.

4.De beoordeling

De vordering is op 17 april 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen de inhoud van de pro Justitia rapportage, het verlengingsadvies van de reclassering en de daarop door de deskundigen ter zitting gegeven toelichting mee.
De pro Justitia rapportage
Het rapport van de psychiater houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een schizo-affectieve stoornis met psychotische, depressieve en (hypo)manische episodes. Verder is bij de terbeschikkinggestelde sprake van verslavingsgevoeligheid, die zich geruime tijd concentreerde op alcohol en cannabis. De terbeschikkinggestelde lijkt alcohol en drugs te gebruiken als coping om met prikkels en teleurstelling om te gaan. Daarbij toont hij kenmerken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis en kan hij bij ontregeling antisociaal gedrag vertonen.
De terbeschikkinggestelde gebruikt antipsychotische medicatie, maar staat hier afwijzend dan wel ambivalent tegenover. Hij geeft zelf te kennen dat hij geen medicatie nodig heeft en dat hij is genezen van schizofrenie. Volgens de psychiater dient het risico op gewelddadig gedrag in de toekomst wanneer de terbeschikkinggestelde in zorg is als laag te worden ingeschat Indien de terbeschikkinggestelde volledig uit zorg is, loopt het risico op van matig tot hoog. In het huidige kader zijn de risicofactoren onder controle. Het Levensloopteam in [plaats] heeft de zorg op zich genomen en zal voor de terbeschikkinggestelde een noodzakelijke hulpverlenende instantie zijn, voor onder andere controle en monitoring op het gebied van medicatie. De psychiater stelt dat de noodzakelijke omgevingsprothese daarmee voldoende wordt vormgegeven, zodat terbeschikkingstelling met voorwaarden kan worden beëindigd.
Het advies van de reclassering
De terbeschikkinggestelde heeft zich de afgelopen verslagperiode gehouden aan de voorwaarden. De voorwaarden met betrekking tot het medicatie- en drugsgebruik hebben een positieve bijdrage geleverd aan het welzijn van de terbeschikkinggestelde. Ondanks deze omstandigheid staat de terbeschikkinggestelde afwijzend tegenover de antipsychotische medicatie. Hij is van mening dat hij de medicatie niet nodig heeft om stabiel te kunnen functioneren en hij zal stoppen met inname van medicatie bij beëindiging van de maatregel. Indien de terbeschikkingstelling zonder (verplichte) zorg wordt beëindigd, zal het risico op gewelddadig gedrag oplopen tot hoog, afhankelijk van welke risicofactoren opspelen. De terbeschikkinggestelde zal afhankelijk blijven van controle en praktische steun. Medicatie-inname van de terbeschikkinggestelde dient gewaarborgd en gemonitord te worden. De terbeschikkinggestelde zal worden begeleid door het Levensloopteam in [plaats], zodat hij de zorg en monitoring krijgt die hij nodig heeft. De reclassering acht het, gelet op het zorgmijdende karakter van de terbeschikkinggestelde en zijn aversie tegen bemoeienis van de GGZ, wenselijk dat het behandelplan een verplicht karakter krijgt, door middel van een zorgmachtiging. De reclassering adviseert dan ook om de terbeschikkingstelling te beëindigen en een zorgmachtiging af te geven.
De deskundigen ter zitting
Op de zitting heeft reclasseringswerker [reclasseringswerker 1] het advies gehandhaafd en in aanvulling op het rapport naar voren gebracht dat er gesprekken met het Levensloopteam zullen volgen.
De terbeschikkinggestelde heeft geen zorgvraag. Er is een duidelijk verschil van inzicht met betrekking tot het medicatiegebruik. De terbeschikkinggestelde functioneert goed en er zijn geen zorgen, mits voor een vangnet wordt gezorgd. Indien de terbeschikkingstelling wordt beëindigd zonder het afgeven van een zorgmachting is er geen vangnet en daarmee geen zicht meer op de terbeschikkinggestelde.
Op de zitting heeft klinisch psycholoog Vroegop naar voren gebracht dat het goed gaat met de terbeschikkinggestelde. In het verleden was er sprake van ontregeling. Om ontregeling te voorkomen is een medicamenteuze interventie cruciaal.
Met het afgeven van een zorgmachtiging kan het risico op recidive voldoende worden ondervangen. Het Levensloopteam kan maatwerk leveren. Er zullen medicatiecontroles plaatsvinden en er zal onder meer gekeken worden naar sociale vraagstukken van de terbeschikkinggestelde. Het toedienen van vocht en voeding is op dit moment niet noodzakelijk, maar het zou nodig kunnen zijn in geval van een ernstig psychiatrisch toestandsbeeld van waaruit achterdocht kan ontstaan.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat een stoornis en enig recidiverisico onverkort aanwezig zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank is in het traject dat de terbeschikkinggestelde heeft gevolgd het maximaal haalbare bereikt. De rechtbank ziet niet dat er binnen het kader van de terbeschikkingstelling nog vooruitgang kan worden geboekt. Van belang is dat de terbeschikkinggestelde hulpverlening blijft accepteren en zijn medicatie blijft innemen.
De rechtbank stelt vast dat de terbeschikkinggestelde flinke stappen heeft gezet en een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. De deskundigen hebben vertrouwen in de terbeschikkinggestelde en zijn er van overtuigd dat de terbeschikkingstelling kan worden beëindigd, mits er een vangnet is voor de terbeschikkinggestelde in de vorm van een zorgmachtiging. Met het inschakelen van het Levensloopteam is een langdurige monitoring geborgd en voldoende zorgprothese aanwezig om ontregeling of terugvallen van de terbeschikkinggestelde te voorkomen, dan wel deze snel te ondervangen.
Tegen die achtergrond acht de rechtbank het recidiverisico dusdanig laag, dat dit kan worden ondervangen met een zorgmachtiging op grond van artikel 2.3 van de Wfz. Het delictgevaar is hiermee tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie afwijzen en de maatregel van terbeschikkingstelling beëindigen, omdat aan de terbeschikkinggestelde in de zaak met rekestnummer 331163 FA RK 25-853, welk verzoek tegelijkertijd met de onderhavige vordering is behandeld, een zorgmachtiging op grond van de Wvggz is verleend.

5.De beslissing

De rechtbank:
- wijst de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[de terbeschikkinggestelde]af.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. P.M.F. Schreurs en mr. R.J.G. Gehring, rechters, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 mei 2025.
Mrs. van der Lecq en Gehring zijn niet in staat deze beslissing mede te ondertekenen.