ECLI:NL:RBOVE:2025:2456

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
84.012382.24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor het opzettelijk voorhanden hebben van professioneel vuurwerk

Op 3 april 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een 44-jarige man veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 60 uren met een proeftijd van één jaar. De man was beschuldigd van het opzettelijk voorhanden hebben van professioneel vuurwerk in zijn woning, wat plaatsvond op 18 september 2021 in Harderwijk. Tijdens een woningbrand ontdekten verbalisanten een aanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk, waaronder vuurpijlen en knalvuurwerk, waarvan een deel was voorzien van een elektrische ontsteker. De verdachte verklaarde dat hij het vuurwerk had aangeschaft voor een vuurwerkshow. De officier van justitie stelde dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen waren, terwijl de verdediging zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de feiten en dat er geen feiten of omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het tijdsverloop tussen de feiten en de uitspraak. De rechtbank legde een voorwaardelijke taakstraf op, waarbij de verdachte zich had ingezet voor een publiekscampagne over de gevaren van vuurwerk en openheid van zaken had gegeven aan zijn omgeving.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.012382.24 (P)
Datum vonnis: 3 april 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1980 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 27 maart 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. N. Alberts, advocaat in Almere, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 18 september 2021 in Harderwijk:
feit 1:opzettelijk professioneel vuurwerk (vuurpijlen, batterijen enkelschotsbuizen en knalvuurwerk) voorhanden heeft gehad;
feit 2:opzettelijk handelingen als bedoeld in artikel 1.2.2 eerste en/of vierde lid van het Vuurwerkbesluit heeft voorbereid en/of bevorderd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 18 september 2021 te Harderwijk, althans in Nederland
al dan niet opzettelijk
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
-4,2 kilogram, althans één of meer kilogram vuurpijlen (Freestyle Rocket,COV
rapportage pag 66-67), en/of
-6.7 kilogram, althans één of meer kilogram enkelschotsbuis (2 inch Fall Out, COV
rapportage pag 68-70), en/of
-9,05 kg, althans één of meer kilogram Enkelschotsbuis (EVO Show Tails, COV
rapportage pag 71-73), en/of
-2,65, althans één of meer kilogram, knalstreng (0,5 inch Celebration Cracker, COV
rapportage pag 74-75), en/of
-3,3, althans één of meer kilogram, enkelschotsbuis (Blitzies, COV rapportage pag
88-89), en/of
-2,2 althans één of meer kilogram enkelschotsbuis (eccenttric shots, COV
rapportage pag 96-98), en/of
-1,0, althans één of meer kilogram enkelschotsbuis (Ball Pyhton, COV rapportage
pag 105-107), en/of
-1, althans één of meer kilogram enkelschotsbuis (Kometenbombe 2, COV
rapportage pag 115-117), en/of
-0,9 , althans één of meer kilogram, romeinse kaars ( Turbo 8SH, COV rapportage
pag 118-120), en/of
-39, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Color Nitrate, COV rapportage pag
76-81), en/of
-67, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Zena Red Salute, COV rapportage pag
82-84), en/of
-75, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Zena Trueno No.3, COV rapportage
pag 85-87), en/of
-72, althans één of meer stuks knalvuurwerk (producent Original Fireworks, COV
rapportage pag 90-92), en/of
-10, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Super Vlinder V, COV rapportage pag
93-95), en/of
-44, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Trueno, COV rapportage pag 99-101),
en/of
-12, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Hearts of China, COV rapportage pag
102-104), en/of
-18, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Scorpio’s, COV rapportage pag
108-110), en/of
-5, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Zena Trueno No.4, COV rapportage pag
111-114),
voorhanden heeft gehad in een woning gelegen aan, althans in de onmiddellijke
nabijheid van [adres] ;
2.
hij op of omstreeks 18 september 2021 te Harderwijk, althans in Nederland
al dan niet opzettelijk
teneinde handelingen als bedoeld in artikel 1.2.2 eerste lid en/of vierde lid van het
Vuurwerkbesluit, te weten het opslaan en/of voorhanden hebben en/of
vervaardigen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, (lid 1)
en/of het opslaan en/of vervaardigen en/of toepassen en/of voorhanden hebben
en/of tot ontbranding brengen van vuurwerk dat niet voldoet aan het gestelde bij of
krachtens het Vuurwerkbesluit (lid 4),
voor te bereiden en/of te bevorderen,
één of meer stuks vuurwerk dat met een electrische draad of een vuurwerklont aan
elkaar was verbonden en/of één of meer stuks vuurwerk dat was voorzien van een
elektrische ontsteker en/of (zelf gefabriceerd) springlont, voorhanden heeft gehad
in een woning gelegen aan, althans in de onmiddellijke nabijheid van
[adres] , waarvan hij wist dat voornoemd (geknutseld)
vuurwerk bestemd was tot het verrichten van die handelingen.

3.De bewijsmotivering

3.1
Inleiding
Naar aanleiding van een woningbrand troffen verbalisanten op 18 september 2021 te Harderwijk een partij vuurwerk aan in een slaapkamer van de woning van verdachte. Het vuurwerk betrof deels professioneel vuurwerk.
Diverse stuks vuurwerk waren voorzien van een elektrische ontsteker. Via gaten aangebracht in het vuurwerk was de elektrische ontsteker rechtstreeks ingebracht in de hoofdlading van het vuurwerk.
Verdachte heeft verklaard dat hij het vuurwerk had gekocht om een vuurwerkshow mee te houden. Het vuurwerk met elektrische ontsteker was volgens verdachte bedoeld om dat vuurwerk op afstand in een volgorde te ontsteken en tot ontbranding te brengen.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend zijn bewezen.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich voor de bewezenverklaring van beide feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. [1]
Feit 1
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van
27 maart 2025;
  • het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 14 oktober 2021, inclusief fotobijlage (pag. 13-22);
  • het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van verbalisant [verbalisant 2] van 29 november 2021, inclusief bijlagen 1 t/m 19 (pag. 60-120).
Feit 2
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van
27 maart 2025;
  • het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 14 oktober 2021, inclusief fotobijlage (pag. 13-22);
  • het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van verbalisant [verbalisant 2] van 29 november 2021, inclusief bijlagen 1 t/m 19 (pag. 60-120).
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 18 september 2021 te Harderwijk
opzettelijk
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 4,2 kilogram vuurpijlen (Freestyle Rocket), en
- 6.7 kilogram enkelschotsbuis (2 inch Fall Out), en
- 9,05 kg enkelschotsbuis (EVO Show Tails), en
- 2,65 kilogram knalstreng (0,5 inch Celebration Cracker), en
- 3,3 kilogram enkelschotsbuis (Blitzies), en
- 2,2 kilogram enkelschotsbuis (eccenttric shots), en
- 1,0 kilogram enkelschotsbuis (Ball Pyhton), en
- 1 kilogram enkelschotsbuis (Kometenbombe 2), en
- 0,9 kilogram romeinse kaars (Turbo 8SH), en
- 39 stuks knalvuurwerk (Color Nitrate), en
- 67 stuks knalvuurwerk (Zena Red Salute), en
- 75 stuks knalvuurwerk (Zena Trueno No.3), en
- 72 stuks knalvuurwerk (producent Original Fireworks), en
- 10 stuks knalvuurwerk (Super Vlinder V), en
- 44 stuks knalvuurwerk (Trueno), en
- 12 stuks knalvuurwerk (Hearts of China), en
- 18 stuks knalvuurwerk (Scorpio’s), en
- 5 stuks knalvuurwerk (Zena Trueno No.4),
voorhanden heeft gehad in een woning gelegen aan [adres] ;
2.
hij op 18 september 2021 te Harderwijk opzettelijk,
teneinde handelingen als bedoeld in artikel 1.2.2 vierde lid van het
Vuurwerkbesluit, te weten het opslaan en/of vervaardigen en/of toepassen en/of voorhanden hebben en/of tot ontbranding brengen van vuurwerk dat niet voldoet aan het gestelde bij of
krachtens het Vuurwerkbesluit, voor te bereiden en/of te bevorderen,
vuurwerk dat was voorzien van een elektrische ontsteker voorhanden heeft gehad,
in een woning gelegen aan de [adres] , waarvan hij wist dat voornoemd geknutseld vuurwerk bestemd was tot het verrichten van die handelingen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde onder 1 is strafbaar gesteld in artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer in samenhang met artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.
Het bewezenverklaarde onder 2 is strafbaar gesteld in artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer in samenhang met artikel 1.2.2 lid 5 van het Vuurwerkbesluit en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.
Het bewezenverklaarde levert de volgende economische delicten op:
feit 1 en feit 2
telkens het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis indien verdachte de taakstraf niet (naar behoren) uitvoert, waarvan 60 uren subsidiair 30 dagen voorwaardelijk, gekoppeld aan een proeftijd van 1 jaar.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om aan verdachte geen gevangenisstraf op te leggen, gelet op zijn persoonlijke omstandigheden en het tijdsverloop tussen het ten laste gelegde en de terechtzitting.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk voorhanden hebben van professioneel vuurwerk (vuurpijlen, batterijen enkelschotsbuizen en knalvuurwerk). Daarnaast had verdachte een gedeelte van dit vuurwerk voorzien van een elektrische ontsteker, ter voorbereiding van het ontbranden van dit vuurwerk. Verdachte wilde daarmee naar eigen zeggen een vuurwerkshow creëren.
De hoeveelheid aangetroffen professioneel vuurwerk in de woning van verdachte heeft volgens het proces-verbaal opgeteld een netto explosieve massa van meer dan 2,36 kilogram. Het werkelijke aantal ligt hoger, nu blijkens datzelfde proces-verbaal voor een groot deel van het vuurwerk de netto explosieve massa onbekend is gebleven. Het voorhanden hebben is op zichzelf zeer gevaarlijk. Het vuurwerk kan massa-explosief reageren. Dit betekent dat indien één exemplaar in een partij, waarin de artikelen tegen elkaar aanliggen, tot ontbranding komt en explodeert, de kans bestaat dat de hele partij sympathisch mee-explodeert. Het gebied rondom zo een explosie waarbinnen dan kans op letsel en materiële schade bestaat, wordt daardoor vergroot. Dat verdachte met het voorhanden hebben van een dergelijke partij vuurwerk een potentieel gevaarlijke situatie heeft gecreëerd, neemt de rechtbank hem kwalijk.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 17 december 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank kennisgenomen van het advies van de Reclassering Nederland van 26 november 2024.
In het advies wordt omschreven dat verdachte een passie had voor vuurwerk en dat hij zijn eigen vuurwerkshows is gaan organiseren. Deze shows werden steeds extremer en groter. Verdachte was zich onvoldoende bewust van de ernst van het in bezit hebben van illegaal vuurwerk en het gevaar dat hiermee wordt veroorzaakt. Verdachte ziet in dat hij onverantwoord heeft gehandeld en heeft zijn hobby afgezworen, aldus de reclassering.
De reclassering ziet stabiliteit op vrijwel alle leefgebieden van verdachte. Zij schat de kans op recidive in als laag. Verdachte heeft geen hulpvragen. Om deze reden ziet de reclassering geen noodzaak om met reclasseringstoezicht en/of met interventies risico’s te beperken. De reclassering adviseert dan ook om aan verdachte een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
Op te leggen straf en/of maatregel
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op hetgeen in vergelijkbare zaken, met vergelijkbare hoeveelheden vuurwerk van vergelijkbare categorieën, wordt opgelegd. Daarnaast geeft het tijdsverloop van circa vier jaren tussen de pleegdatum van de bewezenverklaarde feiten en de datum van het vonnis aanleiding af te zien van de vrijheidsbenemende strafmodaliteit. Ook houdt de rechtbank bij het bepalen van de straf in het voordeel van verdachte rekening met het gegeven dat verdachte een gedeelte van het aangetroffen vuurwerk heeft aangeschaft op een moment waarop dat nog wel, maar ten tijde van het aantreffen door de verbalisanten als gevolg van tussentijds gewijzigde regelgeving niet langer werd aangemerkt als legaal consumentenvuurwerk.
De rechtbank houdt ook rekening met het feit dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen. Bovendien heeft verdachte een open en schuldbewuste proceshouding getoond. De rechtbank houdt er bovendien nadrukkelijk en in strafverminderende zin rekening mee dat verdachte zich in samenwerking met de gemeente heeft ingezet voor een publiekscampagne voor de bewustwording van de gevaren van vuurwerk. Verdachte is geïnterviewd en met zijn instemming volledig herkenbaar in beeld gebracht. Tot slot heeft verdachte ook richting zijn buren en werkgever openheid van zaken gegeven. Verdachte heeft een brief verspreid onder buurtbewoners waarin hij spijt heeft betuigd van zijn handelen.
De hiervoor genoemde bijzondere omstandigheden maken naar het oordeel van de rechtbank dat met een volledig voorwaardelijke straf met een kortere dan gebruikelijke proeftijd kan worden volstaan. De rechtbank zal aan verdachte een voorwaardelijke taakstraf opleggen voor de duur van 60 uren, te vervangen door 30 dagen hechtenis indien ten uitvoer gelegd en vervolgens niet of niet naar behoren uitgevoerd. Aan de voorwaardelijke taakstraf koppelt de rechtbank een proeftijd van één jaar.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 en feit 2
telkens het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
60 (zestig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
30 (dertig) dagen;
- bepaalt dat de taakstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 1 (één) jaarde navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.T. Pouw, voorzitter, mr. H. Manuel en mr. M. van Berlo, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 april 2025.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021438199. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.