Uitspraak
1.[partij A 1],
2.
[partij A 2],
1.[partij B 1],
2.
[partij B 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties 1 tot en met 8,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De zaak in het kort
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
‘Ik zal hetgeen besproken is aan cliënt voorleggen en u informeren over vervolgstappen in dezen.’ In reactie hierop hebben [partij B] een correctie aangebracht in de tekst. Hierna is het stil gebleven en hebben partijen geen uitvoering gegeven aan de e-mail. De kantonrechter is van oordeel dat, mede gelet op de inhoud van de tussen de gemachtigde van [partij A] en [partij B] gewisselde e-mails, onvoldoende blijkt van feiten en omstandigheden die erop wijzen dat [partij B] er gerechtvaardigd op mochten vertrouwen dat er een overeenkomst tot stand is gekomen. Daarbij is in de eerste plaats van belang dat de gemachtigde van [partij A] heeft aangegeven, zoals hiervoor geciteerd, hetgeen met [partij B] aan de telefoon was besproken nog nader te moeten voorleggen aan zijn cliënten. [partij B] hebben alleen al om deze reden er niet gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat er al een onvoorwaardelijk aanbod van [partij A] lag dat zij hadden kunnen accepteren. Met [partij A] diende immers eerst nog te moeten worden overlegd. In de tweede plaats geldt dat [partij B] in hun e-mail, als reactie op de e-mail van de gemachtigde van [partij A], niet zonder meer een akkoord op een voorstel hebben gegeven, maar juist wijzigingen van hun kant hebben voorgesteld. Daar is vervolgens niet op gereageerd; niet door [partij A] evenmin door hun gemachtigde. Uit die radiostilte hebben [partij B] niet zomaar mogen afleiden dat de door hen voorgestelde wijzigingen akkoord waren. Daarvoor was nodig geweest dat zij daar expliciet om vroegen en het gevraagde akkoord ook zouden krijgen. Tussen partijen is dan ook geen afspraak tot stand gekomen.
6.De beslissing
dinsdag 29 april 2025voor het nemen van een akte:
- door [partij B] over hetgeen is opgenomen onder r.o. 5.10.,
- door [partij A] over hetgeen is opgenomen onder r.o. 5.16.,