ECLI:NL:RBOVE:2025:2435

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 april 2025
Publicatiedatum
17 april 2025
Zaaknummer
11605021 CV EXPL 25-794
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming en betaling van huurachterstand en contractuele boetes in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 april 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] vorderde ontruiming van een bedrijfsruimte en betaling van huurachterstand, alsook contractuele boetes. De vordering was gebaseerd op een huurachterstand tot en met 28 februari 2025, waarbij [gedaagde] niet verschenen was in de procedure. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding correct was en dat de vordering voldoende spoedeisend was. De rechter heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst waarschijnlijk ontbonden zal worden in een bodemprocedure, gezien de huurachterstand en de tekortkoming van [gedaagde]. De vordering tot ontruiming is toegewezen, met een termijn van zes weken na betekening van het vonnis. De kantonrechter heeft ook de proceskosten van [eiser] toegewezen, die in totaal € 1.080,45 bedragen. De contractuele boete van € 300,00 per maand is afgewezen, omdat deze nog niet opeisbaar was. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 11605021 CV EXPL 25-794
Vonnis in kort geding van 9 april 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1],
eisende partij, hierna te noemen [eiser],
gemachtigde: mr. M.B. Bollen,
tegen
[gedaagde], h.o.d.n. [bedrijf],
wonende en zaakdoende te [woonplaats 2],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de mondelinge behandeling d.d. 9 april 2025;
- het tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de voorgeschreven termijn en formaliteiten in acht genomen.
2.2.
[eiser] vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt:
  • binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de bedrijfsruimte aan de [adres] te ontruimen, in goede staat op te leveren en deze vervolgens ontruimd te houden onder afgifte van de sleutels;
  • tot betaling aan [eiser] van de huurachterstand tot en met 28 februari 2025 van
€ 6.420,00, € 900,00 aan opeisbare contractuele boetes en vermeerderd met de contractuele boete van € 300,00 per maand of gedeelte daaarvan ingaande op de eerste dag van elke betrokken betalingsperiode; in de proceskosten en nakosten.
2.3.
De vordering komt de kantonrechter voldoende spoedeisend en niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen met inachtneming van het navolgende. Voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst van partijen,
vanwege de huurachterstand en de daardoor ontstane toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [gedaagde], zal worden ontbonden en [gedaagde] zal worden veroordeeld tot ontruiming van de bedrijfsruimte en betaling van de huurachterstand vermeerderd met de opeisbare contractuele boetes.
De gevorderde contractuele boete van € 300,00 ingaande op de eerste dag van elke betrokken betalingsperiode zal evenwel worden afgewezen nu die boete nog niet opeisbaar is en het op voorhand niet vaststaat dat [gedaagde] een dergelijke boete verschuldigd zal worden.
De ontruimingstermijn zal daarbij, conform landelijk beleid, vastgesteld worden op zes weken na betekening van dit vonnis.
2.4.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 145,45
- griffierecht € 257,00
- salaris gemachtigde € 543,00
- nakosten
€ 135,00
totaal € 1.080,45

3.De beslissing

De kantonrechter, recht doende in kort geding,
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen zes weken na betekening van dit vonnis de bedrijfsruimte aan de [adres] met al degenen die en al hetgeen dat zich daarin of daarop bevinden respectievelijk bevindt te ontruimen, in goede staat op te leveren en deze vervolgens ontruimd te houden onder afgifte van de sleutels,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 6.420,00 aan [eiser] ter zake achterstallige huur tot en met februari 2025, vermeerderd met € 900,00 aan opeisbare contractuele boete,
3.3.
veroordeelt Leelang in de proceskosten van € 1.080,45, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de wettelijke rente hierover betalen,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
3.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Horsthuis, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken door mr. J.M. Marsman, kantonrechter, op 9 april 2025.