3.3Het oordeel van de rechtbank
De feiten en omstandigheden
Op 6 oktober 2024 omstreeks 19.30 uur werd door twee verbalisanten verdachte waargenomen voor het station in [plaats] . Ambtshalve was hen bekend dat bij verdachte in het verleden harddrugs was aangetroffen. Zij zagen dat verdachte zijn scooter stilhield bij het station en naar een andere onbekende man liep. Verdachte en deze andere man hadden ongeveer twee minuten contact en vervolgens overhandigde verdachte vermoedelijk iets aan de onbekende man. Verdachte werd even later door de verbalisanten staande gehouden. Een van de verbalisanten rook rondom verdachte een zeer sterke en scherpe chemische geur waarbij deze verbalisant het vermoeden kreeg dat deze geur afkomstig was van amfetamine of een GHB-gerelateerde substantie. Hierop vorderden de verbalisanten de uitlevering van alle drugs, medewerking aan een blaas- en drugstest en een doorzoeking van zijn tasje. Verdachte voldeed niet aan de vorderingen en wilde niet meewerken. Nadat een van de verbalisanten tegen verdachte zei dat hij het vermoeden had dat verdachte in het bezit was van harddrugs, is verdachte weggerend. Tijdens het wegrennen is uit het zwarte nektasje van verdachte een buisje op de grond gevallen. Verbalisanten zijn verdachte tijdens de achtervolging uit het oog verloren. Verbalisanten hebben na de achtervolging de scooter van verdachte onderzocht. Rond de scooter van verdachte namen zij een chemische geur waar. In de buddyseat van de scooter troffen zij een tas aan met daarin vier donkere flesjes gevuld met een doorzichtige en stroperige substantie waarvan zij het vermoeden hadden dat dit GHB was, een jointcontainer, een boksbeugel en een wodka fles met daarin een doorzichtige substantie.
Eén van de verbalisanten die betrokken was bij de aanhouding, wist dat [verdachte] aan de [adres] verbleef. Vervolgens hebben op 6 oktober 2024 om 20:14 uur twee andere verbalisanten de flatwoning aan de [adres] bezocht om deze te doorzoeken ter inbeslagneming van goederen die verband houden met harddrugs. Zij troffen in de woning de huurder van deze woning aan, medeverdachte [medeverdachte] . Tijdens het zoekend rondkijken in een van de slaapkamers zagen verbalisanten een openstaande doos met hierin een pedaalemmerzak met een witpoederige substantie. Ook werden door deze verbalisant twee andere openstaande dozen aangetroffen met daarin een zak gevuld met een kristalachtige substantie, zilverkleurige zakken en een pakje met vermoedelijk versnijdingsmiddel. Een van de verbalisanten trof omstreeks 20.35 uur verdachte aan in de hal twee etages boven perceel [adres] . Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn vervolgens aangehouden.
Op 7 oktober 2024 heeft een doorzoeking in de woning aan de [adres] plaatsgevonden. Tijdens deze doorzoeking werden onder meer verdovende middelen en daaraan gerelateerde goederen, wapens, munitie en een geldbedrag van 5.710,00 euro aangetroffen.
Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 3 april 2025;
het proces-verbaal van bevindingen van 8 oktober 2024, pagina’s 54 t/m 56;
het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 10 oktober 2024, pagina’s 169 t/m 177;
een geschrift, te weten een rapport identificatie van drugs van 13 januari 2025, pagina’s 205 en 206;
een geschrift, te weten een rapport identificatie van drugs van 9 oktober 2024, pagina 204;
een geschrift, te weten een rapport identificatie van drugs van 2 december 2024, pagina 199;
een geschrift, te weten een rapport identificatie van drugs van 2 december 2024, pagina 200;
een geschrift, te weten een rapport identificatie van drugs van 2 december 2024, pagina 197;
een geschrift, te weten een rapport identificatie van drugs van 2 december 2024, pagina 198;
een geschrift, te weten een rapport identificatie van drugs van 2 december 2024, pagina 201;
het proces-verbaal van relaas van 18 februari 2025, pagina 20;
een geschrift, te weten een rapport identificatie van drugs van 7 februari 2025, pagina 208;
de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 3 april 2025;
het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] [plaats] ) van 19 november 2024, pagina 211;
het proces-verbaal vooronderzoek lab van 24 oktober 2024, pagina’s 517 en 524
een geschrift, te weten een rapport ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van vuurwapens in [plaats] op 7 oktober 2024’ van 10 december 2024, pagina’s 240 t/m 244;
het proces-verbaal van onderzoek wapen van 29 november 2024, pagina’s 214 t/m 216;
de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 3 april 2025;
het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] [plaats] ) van 19 november 2024, pagina 211;
het proces-verbaal vooronderzoek lab van 24 oktober 2024, pagina’s 517 en 524
een geschrift, te weten een rapport ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van vuurwapens in [plaats] op 7 oktober 2024’ van 10 december 2024, pagina’s 240 t/m 244;
het proces-verbaal van onderzoek wapen van 29 november 2024, pagina’s 214 t/m 216;
de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 3 april 2025;
het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] [plaats] ) van 19 november 2024, pagina 211;
het proces-verbaal vooronderzoek lab van 24 oktober 2024, pagina’s 517 en 524
een geschrift, te weten een rapport ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van vuurwapens in [plaats] op 7 oktober 2024’ van 10 december 2024, pagina’s 240 t/m 244;
het proces-verbaal van bevindingen van 8 oktober 2024, pagina’s 251 en 252.
De in de woning aangetroffen wapens en munitie zijn forensisch onderzocht en bemonsterd. Uit de opgenomen bewijsmiddelen volgt dat het DNA-profiel van verdachte overeenkomt met het DNA-profiel dat op de greep, trekker(beugel) en ruwe delen van de pistoolmitrailleur is aangetroffen. Ook het vuurwapen van het merk Crvena Zastava is onderzocht en bemonsterd. Uit de opgenomen bewijsmiddelen volgt dat de DNA-profielen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] overeenkomen met het DNA-profiel dat op de greep, trekker(beugel) en ruwe delen van het vuurwapen is aangetroffen. De rechtbank zal hieronder conclusies verbinden aan deze onderzoeksbevindingen
- DNA pistoolmitrailleur
Uit deze bemonstering [code] is een DNA-mengprofiel van minimaal vier donoren verkregen. Het DNA profiel van verdachte komt overeen met dit DNA mengprofiel. Het DNA-profiel is ongeveer 150 duizend keer waarschijnlijker wanneer kort gezegd verdachte één van de donoren is dan wanneer dit niet zo is. De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het dossier, dat verdachte donor is van het celmateriaal op de onderdelen van de pistoolmitrailleur.
- DNA vuurwapen
Uit de bemonstering van het pistool Crvena Zastava is een DNA-mengprofiel van minimaal drie donoren verkregen. De DNA-profielen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] komen overeen met dit DNA-mengprofiel. Uit de resultaten en de berekeningen volgt dat het DNA-mengprofiel meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is wanneer kort gezegd verdachte één van de donoren is dan wanneer dit niet zo is. Voor medeverdachte [medeverdachte] geldt dat dat het DNA-mengprofiel meer dan 1 miljoen keer waarschijnlijker is wanneer zij één van de donoren is dan wanneer dit niet zo is. Uit de berekeningen volgt eveneens dat het DNA-mengprofiel het beste wordt verklaard wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachten gezamenlijk. Het DNA-mengprofiel is ongeveer 1 miljoen keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 (De bemonstering bevat DNA van verdachte, medeverdachte [medeverdachte] en één onbekende persoon) waar is, dan wanneer één van de andere hypothesen waar is.
De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het dossier, dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] donoren zijn van het celmateriaal op de onderdelen van het vuurwapen van het merk Crvena Zastava.
Feiten 2 t/m 4 - in vereniging gepleegd
Verdachte heeft tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 3 april 2025 verklaard dat medeverdachte [medeverdachte] niet wist dat in de woning aan de [adres] de aangetroffen wapens en bijbehorende onderdelen lagen. De feiten zouden daarom niet in vereniging zijn gepleegd. De rechtbank stelt vast dat alle wapens in de woning van medeverdachte [medeverdachte] zijn aangetroffen. Zij kon dus vrijelijk over de wapens beschikken. Dat medeverdachte [medeverdachte] desondanks niet wist dat de wapens in de woning lagen, acht de rechtbank ongeloofwaardig nu alle wapens in haar woning zijn aangetroffen, zij geregeld in de woning verbleef en zij donor is van het celmateriaal dat op de onderdelen van het vuurwapen van het merk Crvena Zastava is aangetroffen.