ECLI:NL:RBOVE:2025:239

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 januari 2025
Publicatiedatum
17 januari 2025
Zaaknummer
08.760213.13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege in het kader van terbeschikkingstelling

Op 16 januari 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende de vordering van het Openbaar Ministerie tot hervatting van de verpleging van overheidswege van een betrokkene die onder de TBS-maatregel valt. De rechtbank heeft de vordering afgewezen. De betrokkene, geboren in 1995, heeft een lange geschiedenis van crimineel gedrag, waaronder diefstal met geweld, wat heeft geleid tot de oplegging van de TBS-maatregel in 2014. Sindsdien zijn er verschillende beslissingen genomen over de verpleging en de voorwaarden waaronder deze plaatsvond. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse reclasseringsadviezen en deskundigenverklaringen, die wezen op de problematiek van de betrokkene, waaronder een gebrek aan eerlijkheid en impulsiviteit. Ondanks dat de betrokkene voorwaarden heeft geschonden, oordeelde de rechtbank dat hervatting van de verpleging op dat moment te vergaand zou zijn. De rechtbank achtte het mogelijk dat de behandeling kan worden voortgezet zonder dwangverpleging, gezien de bereidheid van het behandelteam om een nieuwe kans te bieden. De rechtbank concludeerde dat de beveiliging van de maatschappij voldoende gewaarborgd kon worden door de voortzetting van de behandeling onder de huidige voorwaarden. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank de belangen van de betrokkene en de maatschappij zorgvuldig heeft afgewogen.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle Parketnummer: 08.760213.13
Datum uitspraak: 16 januari 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot hervatting van de verpleging van overheidswege van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] , nu verblijvende in [locatie 1] , hierna te noemen: betrokkene

1.De aanleiding

De maatregel van de terbeschikkingstelling (hierna: TBS-maatregel) met voorwaarden is bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 21 oktober 2014 aan betrokkene opgelegd, na bewezenverklaring van de misdrijven
diefstal, voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, diefstal en mishandeling.
De TBS-maatregel met voorwaarden is ingegaan op 14 november 2014.
Op 24 maart 2015 heeft de rechtbank een bevel verpleging heeft afgegeven.
Deze beslissing is op 9 juni 2015 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigd.
Bij beslissing van 10 juli 2018 is de dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd. Vervolgens is de TBS-maatregel op 18 december 2018 verlengd met twee jaren en op 1 december 2020 met één jaar. Deze laatste beslissing is op 8 april 2021 door het gerechtshof Arnhem­ Leeuwarden - met verbetering van gronden - bevestigd.
Op 10 januari 2022 heeft de rechtbank de hervatting van de dwangverpleging bevolen. Deze beslissing is op 14 juli 2022 door het gerechtshof bevestigd.
Bij beslissing van 13 november 2023 heeft de rechtbank de dwangverpleging onder voorwaarden beëindigd.
Op 21 mei 2024 heeft de rechtbank de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met een termijn van twee jaar.
Op 21 augustus 2024 heeft de rechter-commissaris een voorlopig bevel hervatting verpleging toegewezen.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken, waaronder:
de processtukken die ten grondslag liggen aan de eerdere rechterlijke beslissingen over de aan betrokkene opgelegde TBS-maatregel;
het reclasseringsadvies van Fivoor van 19 augustus 2024, opgemaakt door de
reclasseringswerker [reclasseringswerker] ;
het aanvullend reclasseringsadvies van Fivoor van 10 oktober 2024, opgemaakt door de reclasseringswerker [reclasseringswerker] ;
het aanvullend reclasseringsadvies van Fivoor van 7 januari 2025, opgemaakt door de reclasseringswerker [reclasseringswerker] .

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 20 augustus 2024 een vordering ingediend tot hervatting van de verpleging van overheidswege van betrokkene wegens overtreding van de aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging verbonden voorwaarden.
Het Openbaar Ministerie heeft op die datum ook gevorderd dat de rechter-commissaris de voorlopige hervatting van de verpleging van betrokkene zal bevelen. De rechter-commissaris heeft deze vordering bij beschikking van 21 augustus 2024 toegewezen en de voorlopige hervatting van de verpleging bevolen.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzittingen van 3 september 2024, 15 oktober 2024 en 7 januari 2025.
De rechtbank heeft op de openbare terechtzitting gehoord:
betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr.
N.M.van Wersch, advocaat te Amsterdam;
de officier van justitie mr. G. Steeghs;
[deskundige] , hoofd behandeling bij FPC De Kijvelanden, als deskundige;
[reclasseringswerker] , reclasseringswerker bij Fivoor, als deskundige.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege zal worden afgewezen.
De officier van justitie heeft in het bijzonder het volgende naar voren gebracht.
Er is een poging gedaan om de voorwaardelijke beëindiging TBS voort te zetten. Uiteindelijk is gebleken dat de FPK betrokkene nog een kans wil geven. Indien de TBS met dwangverpleging hervat zou worden, verstrijken er zomaar weer de nodige jaren. Betrokkene heeft het vertrouwen van zijn behandelaars geschonden, maar kan nu laten zien dat hij openheid van zaken kan geven.
Betrokkene en zijn raadsman hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege moet worden afgewezen. Betrokkene ziet in dat zijn gedrag onverstandig was en belooft beterschap. Indien de vordering afgewezen wordt, is er veel te winnen. Betrokkene kent vanaf zijn achttiende niets anders dan instellingen. Als de TBS met dwangverpleging nu hervat wordt gaan er weer jaren voorbij, voordat hij staat op het pu,;it waar hij nu staat.
De reclasseringsadviezen
De reclassering adviseert omzetting naar TBS met verpleging. Betrokkene heeft zich niet gehouden aan de voorwaarden en de reclassering ziet geen mogelijkheden voor gedragsverandering en risicobeperking binnen het kader van een TBS met voorwaarden. Sinds de voorwaardelijke beëindiging blijft betrokkene onwaarheden vertellen. Er is sprake geweest van het uiten van bedreigingen via Facebook, gebruik van drugs, het in bezit hebben van een laptop en ongeoorloofd gebruik van social media. De vasthoudendheid aan leugens
maakt dat het moeilijk is om een duurzame behandelrelatie op te bouwen. TBS met dwangverpleging biedt naar mening van de reclassering de mogelijkheid om betrokkene langduriger en adequater te behandelen, op zowel de verslavings- en persoonlijkheidsproblematiek. Mocht er een Forensische Verslavings Kliniek (FVK) kliniek zijn die aanleiding ziet tot een nieuwe behandelpoging binnen het huidige toezicht, dan is de reclassering wel bereid hier invulling aan te geven.
Om te bekijken of een nieuwe behandelpoging mogelijk was bij een FVK zijn alle drie de FVK's aangeschreven met het verzoek om de aanmelding te beoordelen. Zij beoordeelden allen dat zij betrokkene niet kunnen opnemen. Dat maakt dat de vraag tot plaatsing in het huidig kader niet kan worden uitgevoerd.
De toelichting van de deskundigen ter zitting
Ter terechtzitting heeft getuige-deskundige [deskundige] - zakelijk weergegeven - toegelicht dat eind augustus namens de FPK is aangegeven dat zij de behandeling wilden beëindigen na een aantal oneerlijkheden van betrokkene. Dit nadat hij al eerder opnieuw was aangemeld na een eerdere beëindiging van de behandeling. Betrokkene heeft een probleem met eerlijkheid en kan zich hier behoorlijk in vastbijten, waardoor het behandelteam geen mogelijkheid zag dit te doorbreken. Vlak na de tweede beëindiging van de behandeling was er geen draagvlak binnen de FPK om het voor een derde keer te proberen. Inmiddels is daar wel draagvlak voor. Nu er een aantal maanden is verstreken denkt men bij de FPK dat een beëindiging niet helpend zou zijn, gezien de situatie en het toekomstbeeld van betrokkene. Dat er nu wel draagvlak voor behandeling is, komt door de samenwerking tussen het behandelteam en betrokkene. Vermoedelijk had betrokkene de laatste periode van de tweede opname moeilijkheden en hield hij zich bezig met andere zaken, maar nu lijkt hij beter te begrijpen waar hij mee aan de slag moet. Het willen bepalen van zijn eigen koers - impulsiviteit en een bepaald zelfbeeld - en het middelengebruik zijn de grootste problemen. Het grootste obstakel voor betrokkene is het volharden in de verkeerde dingen zoals het onrecht dat hem
aangedaan zou zijn. Dit ligt in de persoonlijkheidsproblematiek en zijn ervaringen. Eind januari 2025 of begin februari 2025 is er weer plek in de FPK en is betrokkene weer welkom.
Ter terechtzitting heeft getuige-deskundige [reclasseringswerker] - zakelijk weergegeven - toegelicht dat zij blij is dat de kliniek toch nog een mogelijkheid ziet voor een derde poging tot behandeling. Betrokkene wordt een toekomst gegund waarin hij op eigen benen kan staan. Er moet naar toegewerkt worden dat hij leeft om dingen los te laten in plaats van dat hij excuses blijft zoeken om te liegen. Hopelijk ziet betrokkene in dat dit zijn laatste kans is om te laten zien dat hij het wel kan.

4.De beoordeling

Op 13 november 2023 heeft de rechtbank de TBS-maatregel met verpleging van overheidswege onder voorwaarden beëindigd. De TBS-maatregel is - gelet op de verlengingen daarvan - nog niet geëindigd.
De rechtbank moet op grond van het in artikel 6:6:10 lid 1 aanhef en sub d van het Wetboek van Strafvordering bepalen of, indien een gestelde voorwaarde niet is nageleefd, zij een last moet geven tot hervatting van de verpleging tot overheidswege.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen de inhoud van de reclasseringsadviezen, en de daarop door de deskundigen ter terechtzitting gegeven toelichting, mee.
Het oordeel van de rechtbank
Hoewel betrokkene de aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging verbonden voorwaarden heeft geschonden, is de rechtbank van oordeel dat hervatting van de verpleging van overheidswege op dit moment een te vergaande maatregel is. Aan betrokkene is wegens diefstallen met geweld de maatregel van terbeschikkingstelling opgelegd, die inmiddels al ruim tien jaar duurt. Hervatting van de dwangverpleging nu zal van invloed zijn op de totale duur van de maatregel. Nu gebleken is dat het behandelteam van de FPK nog mogelijkheden ziet in het behandeltraject en dat de behandeling kan worden voortgezet, is de rechtbank van oordeel dat de beveiliging van de maatschappij via een nieuwe behandelpoging in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden afdoende kan worden gewaarborgd. Hierbij is mede van belang dat betrokkene inziet dat hij zijn laatste kans heeft gehad en dat hij inmiddels beter lijkt te begrijpen waarmee hij aan de slag moet.
Gelet op voornoemde omstandigheden en de standpunten van de officier van justitie en de raadsman wijst de rechtbank de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege af.

5.De beslissing

De rechtbank:
wijst afde vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege.
Aldus gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. D.E. Schaap en mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. van der Hulst als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 januari 2025.
[handtekening][handtekening]