Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
mr. J.L. Souman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. ten Thije - Blokvoort als griffier en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2025.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de erkenning van verzoekster door haar overleden 'vader' [naam 2] en de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van [naam 1]. Verzoekster, die op 13 november 2024 een verzoekschrift indiende, was zich vanaf haar veertiende bewust dat [naam 2] niet haar biologische vader was. Na het overlijden van [naam 2] en een DNA-onderzoek dat bevestigde dat [naam 1] haar biologische vader is, verzocht zij de rechtbank om de erkenning te vernietigen en het vaderschap van [naam 1] vast te stellen. De rechtbank overwoog dat verzoekster de termijn voor het indienen van het verzoek tot vernietiging van de erkenning had overschreden. De termijn van drie jaar, zoals vastgelegd in artikel 1:205 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, was verstreken, en de rechtbank oordeelde dat er geen omstandigheden waren die deze termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De rechtbank verklaarde verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot vernietiging van de erkenning, waardoor de verzoeken tot vaststelling van het vaderschap en wijziging van de geslachtsnaam niet verder behandeld konden worden. De beslissing benadrukt het belang van rechtszekerheid en de noodzaak om termijnen in acht te nemen, ook al is er een biologische werkelijkheid die anders kan zijn.