Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Preliminair verweer
4.De beslissing
dagvaarding nietig.
Rechtbank Overijssel
Op 1 april 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De officier van justitie had de verdachte ten laste gelegd dat hij, in de periode van 1 november 2021 tot en met 12 september 2023, samen met anderen of alleen, verschillende personen van vermoedelijk Jemenitische afkomst behulpzaam was geweest bij het verkrijgen van verblijf in Nederland en/of andere EU-lidstaten. De dagvaarding bevatte echter twee varianten van mensensmokkel, namelijk het verschaffen van verblijf uit winstbejag en het verschaffen van toegang en doorgang, wat leidde tot een innerlijke tegenstrijdigheid in de tenlastelegging. De verdediging voerde aan dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden omdat deze niet voldeed aan de wettelijke vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging onduidelijk en tegenstrijdig was, waardoor de verdachte zich niet goed kon verdedigen. De rechtbank verklaarde de dagvaarding nietig, wat betekent dat de zaak niet verder behandeld kan worden.