In deze zaak, die zich afspeelt tussen buren, hebben eisers vorderingen ingesteld tegen gedaagden wegens het gedeeltelijk plaatsen van een schutting en beukenhaag over de erfgrens. De rechtbank heeft op 15 januari 2025 uitspraak gedaan. De eisers, [eiser c.s.], hebben gevorderd dat de schutting en beukenhaag verwijderd worden, en dat er een verbod wordt opgelegd voor andere erfafscheidingen dan een beukenhaag van 80 centimeter. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen tot verwijdering van de schutting en de beukenhaag toewijsbaar zijn, omdat deze een inbreuk maken op het eigendomsrecht van de eisers. De gedaagden, [gedaagde c.s.], hebben erkend dat de schutting en een deel van de carport over de erfgrens zijn gebouwd, maar hebben verweer gevoerd op basis van misbruik van recht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belangen van de eisers bij verwijdering van de schutting en beukenhaag zwaarder wegen dan de belangen van de gedaagden. De vordering tot verwijdering van de carport is afgewezen, omdat de rechtbank oordeelt dat de hinder voor de eisers beperkt is en de gedaagden aanzienlijke kosten zouden moeten maken voor verwijdering. De vordering tot verwijdering van de boom is ook afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat deze zich binnen de verboden zone bevond. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.