ECLI:NL:RBOVE:2025:2280

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 april 2025
Publicatiedatum
14 april 2025
Zaaknummer
08-263569-19
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging van gedragsbeïnvloedende maatregel voor veroordeelde met psychische stoornis

Op 14 april 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die eerder ter beschikking was gesteld met een maatregel tot verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot tenuitvoerlegging van een gedragsbeïnvloedende maatregel voor de duur van twee jaren toegewezen. De veroordeelde, geboren in 1964, heeft een ongespecificeerde schizofreniestoornis en is onder toezicht van de reclassering geplaatst in een begeleide woonvorm. De rechtbank heeft de noodzaak van behandeling en toezicht onderstreept, gezien het risico op recidive en de noodzaak van medicatie. De vordering tot tenuitvoerlegging is ingediend op 17 maart 2025 en behandeld op 31 maart 2025. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden van de reclassering overgenomen, waaronder een contact- en locatieverbod, en de mogelijkheid van vervangende hechtenis voor overtredingen van de maatregel. De rechtbank heeft ook benadrukt dat de veroordeelde zich moet houden aan de afspraken om stagnatie in zijn traject te voorkomen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsman en deskundigen van de reclassering.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-263569-19
Datum uitspraak: 14 april 2025
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot tenuitvoerlegging gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel (art. 6:6:23a Sv) van:
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] 1964 in [geboorteplaats] ,
verblijvende aan de [verblijfplaats] onder de verantwoordelijkheid van [locatie] (hierna: de kliniek),
hierna te noemen: veroordeelde,
bijgestaan door mr. D.P. Poppe, advocaat in Zwolle.

1.Het verloop van de procedure

Veroordeelde is bij vonnis van deze rechtbank van 10 november 2020 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van belaging (meermalen) en smaadschrift. Er is sprake van een gemaximeerde TBS-maatregel.
Deze eindigt van rechtswege op 2 mei 2025. Daarnaast is aan veroordeelde de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking (hierna: de maatregel) als bedoeld in artikel art. 6:6:23a Sv van het Wetboek van Strafvordering (Sv) opgelegd.
Het Openbaar Ministerie heeft op 17 maart 2025 een vordering ingediend tot tenuitvoerlegging van de maatregel voor de periode van twee jaren met oplegging van de voorwaarden zoals die zijn geadviseerd door de reclassering.
De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 31 maart 2025. Bij de behandeling zijn de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman gehoord. Ook is als deskundige gehoord [reclasseringswerker 1] , werkzaam bij Reclassering Nederland en belast met het reclasseringstoezicht.
De rechtbank heeft kennis genomen van de navolgende stukken:
  • het vonnis van de rechtbank Overijssel van 10 november 2020 waarbij de maatregel is opgelegd;
  • het reclasseringsadvies GVM van 13 februari 2025, opgemaakt door [reclasseringswerker 1] , reclasseringswerker en [reclasseringswerker 2] , unitmanager.

2.De standpunten van de officier van justitie en de veroordeelde en zijn raadsman

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van de maatregel gehandhaafd, met dien verstande dat vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 14 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden.
Standpunt verdediging
Veroordeelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen de tenuitvoerlegging van de maatregel. De raadsman heeft verzocht om bij toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging de vervangende hechtenis bij het overtreden van de maatregel te beperken tot 14 dagen, zoals door de officier van justitie is gevorderd.

3.De beoordeling

De vordering is op 17 maart 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De maatregel ex artikel 38z, eerste lid, Sr strekt primair tot bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen. De rechtbank kan de tenuitvoerlegging van de maatregel op grond van art. 6:6:23b, eerste lid, Sv gelasten als:
er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan waarvoor de rechter een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking kan opleggen of
dit noodzakelijk is ter voorkoming van ernstig belastend gedrag jegens slachtoffers of getuigen.
Het advies van de reclassering
Het rapport van de reclassering houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Veroordeelde is gediagnosticeerd met een ongespecificeerde schizofreniestoornis of andere psychotische stoornis. Bij veroordeelde is sprake van een gebrekkig probleeminzicht en hij heeft geen ziektebesef. Hij is het niet eens met zijn diagnose en vindt dat hem onrecht is aangedaan. Tijdens de klinische behandeling hield veroordeelde zich doorgaans goed aan de kliniek- en afdelingsregels, maar zijn motivatie ten aanzien van de behandeling en begeleiding was wisselend. De kliniek geeft aan dat het beperkte probleeminzicht, de rigiditeit en het beperkte contact met zijn innerlijke belevingswereld maken dat veroordeelde beperkt heeft kunnen profiteren van de behandeling. Ondanks voornoemde omstandigheden heeft veroordeelde wel een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Hij is ingesteld op antipsychotische medicatie (olanzapine), waardoor zijn functioneren is verbeterd en daardoor stabiel functioneert.
Veroordeelde verblijft sinds augustus 2024 op een begeleide woonvorm bij [verblijfplaats] . Hij krijgt hier begeleiding dat gericht is op het toewerken naar zelfstandig wonen met eventueel ambulante begeleiding. De inzet van veroordeelde is meewerkend. Hij heeft positieve levensdoelen en houdt zich aan de voorwaarden van het tbs-proefverlof. Veroordeelde weet dat hij zich moet houden aan de afspraken om stagnatie in het traject te vorkomen. De reclassering schat in dat veroordeelde zonder het dwingende kader andere keuzes zal maken, zoals het stoppen met de antipsychotische medicatie en het schrijven van brieven met betrekking tot zijn financiën. Veroordeelde heeft in juli 2024 een brief gestuurd naar de nieuwe directeur van het voormalig bedrijf van zijn broer, met het verzoek om gelden over te maken waar hij meent recht op te hebben. Daarnaast heeft hij in de afgelopen periode, zonder dit kenbaar te maken, gereageerd op een brief van de belastingdienst. Voornoemde acties liggen in de lijn van het delictgedrag van veroordeelde.
Wanneer veroordeelde volledig uit de zorg en het toezicht zou zijn en hij zou stoppen met de medicatie, schat de reclassering in dat het risico op algemene recidive kan oplopen tot gemiddeld. De kliniek geeft aan dat inname van medicatie een belangrijk onderdeel van het risicomanagement is. Wanneer veroordeelde geen medicatie zou innemen, is de inschatting dat de vijandigheid en preoccupatie, gevoed door aanhoudende waangedachten, nadrukkelijk aangewakkerd zal worden met het risico dat hij opnieuw over zal gaan tot stalkingsgedrag.
De reclassering schat in dat veroordeelde geen adequate vaardigheden kan inzetten bij het reguleren van zijn emoties en het handelen in de situatie, nu hij beperkt heeft geprofiteerd van de behandeling. Het stalkingsgedrag en het dwingen dat veroordeelde als coping gebruikte, zal naar verwachting herhalen als zijn toestandsbeeld verslechtert. Veroordeelde heeft geen hulpvraag en de reclassering vermoedt dat veroordeelde zich daardoor zal onttrekken aan ambulante behandeling. Daarnaast heeft veroordeelde te kennen gegeven dat hij zonder dwingend kader en de verplichte voorwaarden het gebruik van olanzapine zou willen staken. De reclassering is van mening dat het risicomanagement extern dient te worden vormgegeven door middel van medicatie, toezicht en ondersteuning. Gelet op het voorgaande adviseert de reclassering om de opgelegde maatregel ten uitvoer te leggen met de volgende voorwaarden:
  • ambulante behandeling;
  • begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
  • contactverbod;
  • locatieverbod;
  • meewerken aan schuldhulpverlening.
De deskundige ter zitting
Op de zitting heeft reclasseringswerker [reclasseringswerker 1] het advies gehandhaafd en in aanvulling op het rapport naar voren gebracht dat er op korte termijn meer duidelijkheid zal worden verkregen over de financiële situatie van veroordeelde. Veroordeelde denkt recht te hebben op een terugvordering van de schuldeisers, wat een belemmerende factor is. Het is van belang dat er een bewindvoerder wordt aangesteld, zodat veroordeelde zich niet bezig hoeft te houden met zijn financiële situatie. De reclassering schat in dat veroordeelde zelfstandig zou kunnen wonen en in een ideale situatie zal er tijdens de tenuitvoerlegging van de maatregel hiernaar toegewerkt kunnen worden. Het is van belang dat veroordeelde alles goed op orde heeft en zich in een stabiele woonsituatie bevind. Daarna zou kunnen worden nagedacht over het mogelijk afbouwen van medicatie.
Het oordeel van de rechtbank
Op basis van hetgeen is omschreven in het reclasseringsadvies en het verhandelde ter zitting ziet de rechtbank de noodzaak in tot behandeling en toezicht bij veroordeelde. De rechtbank neemt bij haar overwegingen het advies van de reclassering en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
De rechtbank zal daarom de vordering tot tenuitvoerlegging van de maatregel voor de duur van twee jaren toewijzen. De rechtbank neemt daarbij de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd over en beveelt dat vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 14 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. Daarbij geldt dat de totale duur van de vervangende hechtenis ten hoogste zes maanden bedraagt en de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de maatregel niet opheft.

4.De beslissing

De rechtbank:
  • wijst toede vordering tot tenuitvoerlegging van de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
  • gelast de tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 10 november 2020 opgelegde gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel voor de duur van
    2 (twee) jaren;
  • legt aan veroordeelde de navolgende voorwaarden op:
- veroordeelde laat zich behandelen door een ambulante forensische polikliniek de Tender of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- veroordeelde verblijft bij [verblijfplaats] of een andere instelling voor beschermd/begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering en zo lang de reclassering dit nodig acht. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld. Indien sprake is van verhuizing naar een zelfstandige woning dan werkt veroordeelde, indien en zo lang de reclassering dit nodig acht, mee aan ambulante begeleiding, te bepalen door de reclassering;
- veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] , tenzij met toestemming van de reclassering;
- veroordeelde bevindt zich niet in de [adres] , tenzij met toestemming van de reclassering;
- veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en het daarbij horende bel- en mailgedrag. Veroordeelde geeft de professionele instanties toestemming om contact op te nemen met de bewindvoerder.
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van ten hoogste
14 dagenvoor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. Daarbij geldt dat de totale duur van de vervangende hechtenis
ten hoogste zes maandenbedraagt en de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de maatregel niet opheft.
Aldus gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S.K. Huisman en mr. M.J.A.L. Beljaars, rechters, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 april 2025.
De griffier is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.