Uitspraak
LOGIS.P B.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
2.De feiten
- vakantiedagen die de werknemer heeft opgebouwd maar niet heeft opgenomen;
- vakantiegeld dat de werknemer heeft opgebouwd;
- reiskosten die de werknemer nog vergoed krijgt;
- declaraties die de werknemer heeft ingediend;
- schulden van de werknemer aan de werkgever de hij nog moet aflossen;
- eventuele andere kosten die de werkgever of de werknemer nog moet betalen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
“declaraties die de werknemer heeft ingediend”en
“eventuele andere kosten die de werkgever of de werknemer nog moet betalen”). Gelet op deze inhoud van de overeenkomst had het op de weg van [eiser] gelegen om tijdig bij Logis.P aan te geven dat hij de laadkosten nog vergoed wenste te zien. [eiser] heeft daar vanaf het sluiten van de vaststellingsovereenkomst tot het einde van zijn arbeidsovereenkomst de tijd voor gehad. De omstandigheden dat [eiser] niet het beheer over de laadpaal had, dat [eiser] de laadpaal niet aan kon melden (wat Logis.P overigens betwist) of dat betalingen soms ook via EVBox liepen, doen daar niet aan af. Ook in die gevallen was het aan [eiser] om tijdig bij Logis.P aan te geven en aan te blijven geven dat hij zijn laadkosten nog vergoed wilde hebben. De vordering tot betaling van de laadkosten zal dan ook worden afgewezen.
“vakantiedagen die de werknemer heeft opgebouwd maar niet heeft opgenomen”zullen worden opgenomen. Dat partijen zijn overeengekomen dat [eiser] zijn resterende verlofdagen zou inzetten, heeft Logis.P dan ook onvoldoende onderbouwd. Door de openstaande verlofdagen niet uit te betalen, heeft Logis.P niet voldaan aan haar verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst. Daarom gaat het beroep van Logis.P op het beding tot finale kwijting niet op. Logis.P moet de openstaande verlofdagen dus nog aan [eiser] uitbetalen.