ECLI:NL:RBOVE:2025:2253

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 april 2025
Publicatiedatum
11 april 2025
Zaaknummer
ak_24_2381
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgevingsvergunning voor de realisatie van een horeca-inrichting door McDonald's in Deventer

Deze uitspraak betreft de omgevingsvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Deventer heeft verleend aan McDonald's voor de realisatie van een horeca-inrichting aan de [adres 1] en het aangrenzende pand aan de [adres 2]. Eisers, bewoners van de [woonplaats], zijn het niet eens met de verleende omgevingsvergunning en hebben beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 11 april 2025 de zaak behandeld en komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. De rechtbank oordeelt dat het college de omgevingsvergunning terecht heeft verleend en dat er geen tekortkomingen zijn in de totstandkoming van het bestreden besluit. De rechtbank stelt vast dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat de aan de vergunning verbonden voorschriften voldoende zijn om een goed woon- en leefklimaat te waarborgen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de relevante wetgeving, waaronder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Omgevingswet. De aanvraag voor de omgevingsvergunning is ingediend op 31 mei 2023, waardoor de Wabo van toepassing blijft. De rechtbank heeft ook de beroepsgronden van eisers beoordeeld, waaronder de zorg over geurhinder en de behandeling van hun bezwaar door de bezwaarcommissie. De rechtbank concludeert dat het college voldoende gemotiveerd heeft dat er geen strijd is met de goede ruimtelijke ordening en dat de voorschriften van de omgevingsvergunning adequaat zijn.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de verleende omgevingsvergunning in stand blijft. Eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M. Lok, rechter, in aanwezigheid van mr. P.J.H. Bijleveld, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 24/2381

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eisers], uit [woonplaats], eisers
en

het college van burgemeester en wethouders van Deventer, het college

(gemachtigden: mr. A.M.M. Hutten-Bekemeier en ing. M.G.M. Wolbrink-Meijerink).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: McDonald's Nederland B.V. uit Utrecht (McDonald's)
(gemachtigde: mr. A.P. IJkelenstam).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de omgevingsvergunning die het college aan McDonald’s heeft verleend om een McDonald’s aan de [adres 1] en het aangrenzende pand aan de [adres 2] te realiseren. Eisers wonen in de [adres 3] . Eisers zijn het niet eens met de verleende omgevingsvergunning. Zij voeren daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank of het college de omgevingsvergunning mocht verlenen.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het beroep ongegrond is: het college heeft de omgevingsvergunning kunnen verlenen. De rechtbank ziet geen tekortkomingen in de totstandkoming van het bestreden besluit. Het college heeft zich verder op het standpunt kunnen stellen dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat de voorschriften, die zijn verbonden aan de omgevingsvergunning, voldoende zijn om een goed woon- en leefklimaat te waarborgen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Het college heeft met het besluit van 20 juli 2023 een omgevingsvergunning verleend aan McDonald’s voor de realisatie van een McDonald’s aan de [adres 1] en het aangrenzende pand aan de [adres 2] .
2.1.
Met het bestreden besluit van 27 februari 2024 op het bezwaar van eisers is het college bij dat besluit gebleven.
2.2.
Eisers hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. McDonald's heeft ook schriftelijk gereageerd.
2.3.
De rechtbank heeft het beroep, samen met de zaken ZWO 24/2380, ZWO 24/2893 en ZWO 24/2928, op 28 februari 2025 op zitting behandeld. [eiser 1] en [eiser 2] waren namens eisers aanwezig. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden en [naam 1] . Voor McDonalds was [naam 2] aanwezig, bijgestaan door de gemachtigde van McDonalds.

Beoordeling door de rechtbank

Welk recht is van toepassing?
3. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Als een aanvraag van een omgevingsvergunning is ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet blijft het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het besluit op die aanvraag onherroepelijk wordt. [1]
3.1.
De aanvraag van een omgevingsvergunning is ingediend op 31 mei 2023. Dat betekent dat in dit geval de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), zoals die gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
Waar gaat deze zaak over?
4. Het pand waar de McDonald’s is gesitueerd is gelegen in het bestemmingsplan ‘Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen deel B’ (het bestemmingsplan) en heeft - voor zover relevant - de enkelbestemming ‘Horecagebied - 02'. Er zijn maximaal zestien horecabedrijven in de categorie 2a, 2b, 3a of 3b toegestaan binnen dit gebied en deze functie is alleen toegestaan op de begane grond (eerste bouwlaag) en in de kelder (onderbouw). [2]
4.1.
Het college heeft aan McDonald’s een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen van een bouwwerk, gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een rijksmonument en het maken van handelsreclame aan een onroerende zaak. Het plan van McDonald’s is in strijd met het bestemmingsplan, omdat McDonald’s horeca wil realiseren op de eerste verdieping van het pand. Het college heeft met toepassing van de zogenaamde planologische kruimellijst meegewerkt aan een afwijking van het bestemmingsplan, waardoor ook de eerste verdieping kan worden gebruikt voor horeca. [3]
4.2.
Verder wordt een omgevingsvergunning pas verleend als in voldoende mate is voorzien in parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, overeenkomstig de 'Beleidsregels Parkeren bestemmingsplannen Deventer (versie 2015)’ en de 'Nota parkeernormen 2013'. [4] Het college heeft de toename van de parkeerbehoefte bepaald op 8 parkeerplaatsen voor auto’s en 17 parkeerplaatsen voor fietsen. Omdat niet op eigen terrein kan worden voorzien in de toename van de parkeerbehoefte, heeft McDonald’s een financiële bijdrage gestort in de Reserve Parkeervoorzieningen.
4.3.
Eisers hebben op zitting toegelicht dat het beroep zich niet richt tegen de bevoegdheid van het college om af te wijken van het bestemmingsplan. Het beroep richt zich alleen tegen de wijze waarop het college de afwijking van het bestemmingsplan heeft gemotiveerd. Eisers hebben daarnaast beroepsgronden gericht tegen aspecten van de besluitvorming door het college.
Kunnen eisers verwijzen naar de gronden van bezwaar?
5. Eisers verwijzen ten eerste naar de gronden van bezwaar. Het college heeft echter in het bestreden besluit gemotiveerd waarom die gronden niet slagen. Het is aan eisers om redenen aan te dragen waarom de beoordeling van die bezwaargronden door het college onjuist is. De enkele verwijzing naar de bezwaargronden is daarvoor onvoldoende. De rechtbank beoordeelt die gronden daarom niet en laat die verder buiten beschouwing.
Heeft de bezwaarcommissie zorgvuldig gehandeld?
6. Eisers voeren aan dat de bezwaarcommissie het bezwaar niet zorgvuldig heeft behandeld. De commissie leek tijdens de hoorzitting niet serieus en het verslag van de hoorzitting is niet volledig.
6.1.
De rechtbank volgt eisers niet. Uit het dossier volgt dat de bezwaarcommissie het bezwaar zorgvuldig heeft behandeld. De bezwaarcommissie heeft eisers op een hoorzitting gehoord en alle bezwaren van eisers gemotiveerd beoordeeld.
6.2.
De bezwaarcommissie moet een verslag van de hoorzitting opstellen. [5] Dat is ook gebeurd. Dat verslag mag een zakelijke weergave van het verhandelde ter zitting zijn. Het verslag voldoet daarom aan de daaraan te stellen eisen. Bovendien is er een geluidsopname van de hoorzitting gemaakt die aan eisers ter beschikking is gesteld. Eisers hebben tot slot niet aangegeven op welke wijze het verslag moet worden aangevuld of verbeterd.
Is de geur in strijd met een goede ruimtelijke ordening?
7. Eisers voeren aan dat het rapport over het geuronderzoek, dat als bijlage bij de ruimtelijke onderbouwing is ingediend, niet in de stukken aanwezig is. Dat geldt ook voor het rapport [kenmerk] . Daarnaast is niet duidelijk dat Tauw de notitie ‘Toetsing geursituatie McDonald’s Deventer’ heeft opgesteld, omdat het logo van Tauw ontbreekt. Verder is in de aanvraag ten onrechte niet aangegeven op grond van welke (wetenschappelijke) onderzoeken de schoorsteenhoogte is gekozen. Geuroverlast naar de directe omgeving van de McDonald’s kan tot slot alleen worden voorkomen met een afvoerpijp van twee meter boven de hoogste dakrand.
7.1.
De rechtbank geeft eisers geen gelijk. Het college heeft voldoende gemotiveerd dat ten aanzien van de geur geen sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening.
7.1.1.
De notitie ‘Toetsing geursituatie McDonald’s Deventer’ is als bijlage 1 bij de ruimtelijke onderbouwing gevoegd. Uit de ruimtelijke onderbouwing volgt dat Tauw deze toetsing heeft uitgevoerd. [6]
Voor zover eisers stellen dat het college het rapport van het geuronderzoek met kenmerk [kenmerk] in bezwaar ter inzage had moeten leggen als een op de zaak betrekking hebbend stuk [7] , dan volgt de rechtbank dat niet. In de notitie ‘Toetsing geursituatie McDonald’s Deventer’ staat dat Tauw dat geuronderzoek eerder heeft opgesteld, maar dat de gekozen aanpak in dat geuronderzoek bij nader inzien niet de gewenste zekerheid biedt met betrekking tot de te verwachten geursituatie, omdat het daarbij gebruikte verspreidingsmodel niet geschikt is om situaties te berekenen en te toetsen in stedelijke gebieden. Dat rapport maakt geen deel uit van de ruimtelijke onderbouwing en is niet bij de aanvraag ingediend. Het college heeft dat rapport dan ook niet betrokken in het bestreden besluit en dat rapport speelt in deze procedure geen rol. Het besluit is niet op dat rapport gebaseerd en daarom is het geen op de zaak betrekking hebbend stuk.
7.1.2.
De notitie ‘Toetsing geursituatie McDonald’s Deventer’ verwijst naar de concrete wettelijke eisen om geurhinder tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Dat kan door het plaatsen van een schoorsteen die aan de wettelijke eisen voldoet of door het plaatsen van een doelmatige ontgeuringsinstallatie. [8] Het college heeft toegelicht dat McDonald’s uiteindelijk heeft gekozen voor een doelmatige ontgeuringsinstallatie, omdat sprake is van een beschermd dakenlandschap en de Planadviesraad negatief heeft geadviseerd over een hogere schoorsteen. Het college heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat McDonald’s hiermee voldoet aan de wettelijke eisen. Eisers hebben dit ook niet betwist. Eisers hebben verder niet aannemelijk gemaakt dat geuroverlast met een doelmatige ontgeuringsinstallatie niet tot een aanvaardbaar niveau kan worden beperkt. De rechtbank merkt hierbij op dat eisers op zitting hebben verklaard dat de geuroverlast tot op heden wel meevalt.
Omdat McDonald’s niet voor een schoorsteen heeft gekozen, hoeft de beroepsgrond dat niet is aangegeven op grond van welke (wetenschappelijke) onderzoeken de schoorsteenhoogte is gekozen, niet te worden besproken.
Zijn de voorschriften voldoende om een goed woon- en leefklimaat te waarborgen?
8. Eisers voeren aan dat McDonald’s zich niet houdt aan de voorschriften van de omgevingsvergunning ten aanzien van het fietsparkeren door bezoekers en bezorgers en de inzet van fietscoaches.
8.1.
De rechtbank volgt eisers niet. De rechtbank onderschrijft het standpunt van het college dat er vergaande voorschriften aan de omgevingsvergunning zijn verbonden, waaronder regels over fietsparkeren en de inzet van fietscoaches. Het college heeft voldoende gemotiveerd dat met deze voorschriften een goed woon- en leefklimaat is gewaarborgd. Eisers kunnen het college verzoeken de voorschriften te handhaven als die niet worden nageleefd.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de verleende omgevingsvergunning voor het realiseren van de McDonald’s in stand blijft. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Lok, rechter, in aanwezigheid van mr. P.J.H. Bijleveld, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 4.3, aanhef en onder a, van de Invoeringswet Omgevingswet
2.Artikel 94.1 van de regels van het bestemmingsplan (de planregels)
3.Artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2, van de Wabo in samenhang met artikel 4, onderdeel 9, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor)
4.Artikel 284.5.1 van de planregels
5.Artikel 7:13, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
6.Ruimtelijke onderbouwing, pagina 28
7.Artikel 7:4, tweede lid, van de Awb
8.Artikel 3.103, eerste lid, van de Activiteitenregeling milieubeheer