ECLI:NL:RBOVE:2025:2253
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor de realisatie van een horeca-inrichting door McDonald's in Deventer
Deze uitspraak betreft de omgevingsvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Deventer heeft verleend aan McDonald's voor de realisatie van een horeca-inrichting aan de [adres 1] en het aangrenzende pand aan de [adres 2]. Eisers, bewoners van de [woonplaats], zijn het niet eens met de verleende omgevingsvergunning en hebben beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 11 april 2025 de zaak behandeld en komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. De rechtbank oordeelt dat het college de omgevingsvergunning terecht heeft verleend en dat er geen tekortkomingen zijn in de totstandkoming van het bestreden besluit. De rechtbank stelt vast dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat de aan de vergunning verbonden voorschriften voldoende zijn om een goed woon- en leefklimaat te waarborgen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de relevante wetgeving, waaronder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Omgevingswet. De aanvraag voor de omgevingsvergunning is ingediend op 31 mei 2023, waardoor de Wabo van toepassing blijft. De rechtbank heeft ook de beroepsgronden van eisers beoordeeld, waaronder de zorg over geurhinder en de behandeling van hun bezwaar door de bezwaarcommissie. De rechtbank concludeert dat het college voldoende gemotiveerd heeft dat er geen strijd is met de goede ruimtelijke ordening en dat de voorschriften van de omgevingsvergunning adequaat zijn.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de verleende omgevingsvergunning in stand blijft. Eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M. Lok, rechter, in aanwezigheid van mr. P.J.H. Bijleveld, griffier.