ECLI:NL:RBOVE:2025:2235

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 april 2025
Publicatiedatum
11 april 2025
Zaaknummer
08.760136.16
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde met complexe psychische problematiek

Op 10 april 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1991. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd op 3 februari 2017 na bewezenverklaring van ernstige misdrijven, waaronder poging tot moord en het in bezit hebben van ongepaste afbeeldingen van minderjarigen. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling verlengd met twee jaren, ondanks dat de terbeschikkinggestelde positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt en stabiel functioneert in een beschermde woonvorm. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling in behandeling genomen, waarbij deskundigenrapporten zijn geraadpleegd die de noodzaak van verlenging onderbouwden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel wordt voortgezet, gezien het recidiverisico en de complexe psychische problematiek van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met de lange wachttijden voor vervolginstellingen en de noodzaak voor een zorgvuldige overgang naar een nieuwe woonomgeving. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd, omdat de termijn voor een voorwaardelijke beëindiging naar verwachting langer zal duren dan een jaar.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.760136.16
Datum uitspraak: 10 april 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
verblijvende bij [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij vonnis van rechtbank Overijssel van 3 februari 2017 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van de misdrijven:
  • poging tot moord;
  • een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 2 maart 2017 en is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 20 april 2023. De maatregel eindigt, behoudens nadere voorziening, op 2 maart 2025.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
- het verlengingsadvies van [locatie 1] (hierna: de kliniek) van 12 december 2024, opgemaakt en ondertekend door
drs. C.J.G. van Dam, behandelcoördinator en klinisch psycholoog en
E.P.M.T. Brouns, plaatsvervangend hoofd van de instelling en directeur patiëntenzorg;
  • de pro Justitia rapportage van I. Maksomivić, psychiater, van 31 oktober 2024;
  • de pro Justitia rapportage van G. Poncin, GZ-psycholoog, van 8 november 2024;
  • het reclasseringsadvies Tbs proefverlof van Reclassering Nederland van
6 februari 2025;
- de wettelijke aantekeningen over de periode van 1 januari 2024 tot en met december 2024.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 20 januari 2025 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
27 maart 2025. De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Amsterdam;
  • de officier van justitie;
  • drs. C.J.G. van Dam voornoemd, als deskundige;
  • I. Maksomivić voornoemd, als deskundige.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting, in afwijking van de schriftelijke vordering, gerequireerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met een jaar.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben geen bezwaar tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling, mits de verlengingstermijn wordt beperkt tot een jaar.

4.De beoordeling

De vordering is op 20 januari 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank stelt vast dat het onderzoek van de zaak niet uiterlijk twee maanden na de ontvangst van de vordering heeft plaatsgevonden. De rechtbank acht dit ongewenst, maar volstaat met de constatering dat bedoelde termijn is overschreden.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies van de kliniek, de pro Justitia rapportages en de toelichting van de deskundigen ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een autismespectrumstoornis, een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis of andere psychotische stoornis, een persisterende depressieve stoornis (dystemie) en een ongespecificeerde parafiele stoornis.
De problematiek van de terbeschikkinggestelde is chronisch van aard en derhalve moeilijk te beïnvloeden. De delictdynamiek blijft, zij het in mildere vorm, nog altijd aanwezig. Sinds de terbeschikkinggestelde is ingesteld op lithium (december 2023) is zijn stemming stabiel en ervaart hij geen depressieve klachten meer. Het verblijf van de terbeschikkinggestelde bij de [locatie 2] is positief verlopen. De terbeschikkinggestelde is intrinsiek gemotiveerd om niet opnieuw tot delictgedrag te komen, beschikt over een aanzienlijke mate van zelfcontrole en is niet bekend met impulsiviteit. In combinatie met de grote mate van openheid die de terbeschikkinggestelde kenmerkt, waardoor hulpverlening hem adequaat kan ondersteunen, weet de terbeschikkinggestelde op een goede manier te profiteren van de geboden hulpverlening en structuur. In februari 2024 is de terbeschikkinggestelde vanuit [locatie 2] doorgestroomd naar de bungalows van [verblijfplaats] . Deze overgang is goed verlopen en het functioneren van de terbeschikkinggestelde is na de verhuizing onveranderd gebleven. De terbeschikkinggestelde heeft zijn medicatie in eigen beheer en is medicatietrouw. Er worden geen psychotische symptomen waargenomen, de seksuele preoccupatie is onder controle en er doen zich geen incidenten voor. Dankzij de goede samenwerking met zijn begeleiders en therapeuten en zijn transparante opstelling is er een scherp zicht op risicosignalen en kunnen deze in een vroeg stadium worden opgepakt. Het is van belang dat blijvend wordt geïnvesteerd in een goede samenwerking, zodat er vertrouwen blijft in het behandelteam, waardoor de terbeschikkinggestelde indien nodig hulpvragen stelt. Ook zal er blijvend gewerkt worden met de vroegsignalering. Daarnaast zal gecontroleerd worden op medicatietrouwheid door bloedspiegelbepalingen en op middelengebruik. Het recidiverisico wordt bij een (voorwaardelijke) beëindiging van de maatregel als matig tot hoog ingeschat en binnen de huidige omstandigheden als laag. De komende periode wordt het verblijf bij [verblijfplaats] voortgezet. Daar is een proefverlofkader voor nodig. De reclassering is inmiddels in het kader van Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) betrokken. Bij positief verloop zal samen met de reclassering het verdere uitstroomdoel worden onderzocht en vormgegeven. Hierbij is het van belang in de regio van vestiging een (forensische) ambulante instelling met voldoende kennis van, en ervaring met, autisme te vinden en te betrekken. De problematiek van betrokkene is complex en een behandelteam dat hiermee goed kan omgaan is essentieel binnen het risicomanagement. Naar verwachting zal het vormgeven en het daadwerkelijk zetten van deze stappen de periode van een jaar ruim overstijgen. De kliniek adviseert daarom de maatregel met twee jaar te verlengen.
Deskundige Van Dam heeft het advies ter zitting gehandhaafd. Aanvullend heeft hij opgemerkt dat de reclassering positief heeft geadviseerd over proefverlof en dat dit inmiddels is aangevraagd. De terbeschikkinggestelde kan in de huidige woonvorm niet langdurig blijven wonen en zal in de komende periode de overstap moeten maken naar een vervolgplek. Hiertoe zal een woonprofiel worden opgesteld. Een locatie van de RIBW Overijssel is een optie, maar er is sprake van lange wachttijden, mede gelet op de aard van de problematiek van de terbeschikkinggestelde. Het is wenselijk dat in de tussentijd het proefverlof in gang wordt gezet. Verlenging van de maatregel voor de duur van twee jaar wordt nodig geacht, zodat in die termijn verhuizing kan plaatsvinden en de terbeschikkinggestelde kan inbedden in de nieuwe woonomgeving. Ook zal de terbeschikkinggestelde moeten wennen aan een nieuw behandelteam en een nieuwe dagbesteding. De kliniek wil graag tijdens deze veranderingen betrokken blijven en als vangnet fungeren.
De pro Justitia rapportages
Het rapport van de psychiater houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Wat betreft de diagnostiek komt de psychiater tot dezelfde conclusies als de kliniek.
De terbeschikkinggestelde heeft binnen zijn mogelijkheden baat gehad bij de behandeling
en inmiddels is sprake van diverse beschermende factoren, waardoor het risico op zowel geweldsdelicten als hands-off seksuele delicten binnen de context van de maatregel als laag wordt ingeschat. Wanneer het kader van de terbeschikkingstelling nu zou komen te vervallen, zonder dat de terbeschikkinggestelde is ingebed in wonen en zorg buiten de forensische context en zonder dat de terbeschikkinggestelde heeft kunnen laten zien dat hij buiten deze context in staat is om datgene toe te passen wat hij tijdens de behandeling heeft geleerd, is de inschatting dat het recidiverisico zou kunnen oplopen voor geweld tot matig/hoog en voor hands-off delicten tot matig/laag. Het is van belang om vroegsignalering te hanteren en ook dat de terbeschikkinggestelde in de gelegenheid blijft om met professionele hulpverlening te praten over zijn fantasieën en fixaties. Geadviseerd wordt om stapsgewijs toe te werken naar een begeleid wonen setting (hieronder wordt ook zelfstandig wonen met begeleiding bedoeld, al naar gelang wat haalbaar blijkt tijdens het resocialisatietraject). Het gebruik van medicatie is een belangrijk onderdeel van het risicomanagement. Gelet op de risicotaxatie is het nog steeds nodig dat het afschalen van de structuur plaatsvindt binnen het veilige kader van de maatregel. Een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging wordt vanwege de onduidelijkheid over de concrete invulling van het vervolgtraject als precair ingeschat. Het beleid van de kliniek om de terbeschikkinggestelde in het kader van proefverlof door te laten stromen wordt ondersteund. De psychiater adviseert de maatregel met een jaar te verlengen. In het komend jaar kan proefverlof tot stand gebracht worden en kan het vervolgtraject verder geconcretiseerd worden. Na dat jaar kan worden gekeken of een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging dan al in de rede ligt, dan wel of het nodig is om proefverlof voort te zetten.
Deskundige Maksimović heeft het advies ter zitting gehandhaafd. Aanvullend heeft hij opgemerkt dat ten tijde van het opstellen van de rapportage een verlenging met een jaar is geadviseerd omdat bij de psychiater de indruk was ontstaan dat door de kliniek werd gekoerst op een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel wordt op dit moment prematuur geacht. Het is van belang om de terbeschikkinggestelde vervolgstappen te laten zetten in het kader van proefverlof en onder toezicht van de kliniek. Naar verwachting zal de overstap naar een vervolgsetting binnen een jaar kunnen plaatsvinden. Als de terbeschikkinggestelde eenmaal goed is ingebed in de vervolginstelling is het denkbaar dat een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de maatregel onderzocht wordt. Een verlenging voor de duur van twee jaar zou gelet op de nog te zetten vervolgstappen in de rede liggen, maar om de terbeschikkinggestelde meer perspectief te bieden wordt het advies om te verlengen met een jaar gehandhaafd.
De psycholoog komt tot dezelfde diagnose als de kliniek en de psychiater. Het rapport van de psycholoog houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Binnen de huidige gestructureerde context is er sprake van een stabiel functioneren en lijkt de terbeschikkinggestelde gedurende de behandeling handvatten te hebben gekregen om meer zelfstandig op een adequate wijze met zijn gevoelens van ongenoegen om te kunnen gaan, zodat deze niet verder oplopen. Medicatie zorgt er voor dat de terbeschikkinggestelde zich over het algemeen beter voelt. Hij lijkt vooral te hebben geleerd dat het bespreekbaar maken van zijn emoties voorkomt dat spanningen verder oplopen, waardoor hij niet overgaat tot delictgedrag zoals in het verleden wel is gebeurd. Er is nog steeds (weliswaar in een mildere mate) sprake van delictdynamiek, maar de terbeschikkinggestelde komt binnen de maatregel niet tot incidenten of recidive, omdat door sociotherapie voldoende kan worden gesignaleerd wanneer emoties of spanningen bij hem oplopen. Het risico op een geweldsdelict of een hands-off delict wordt binnen de huidige maatregel als laag ingeschat. Wanneer het kader van de terbeschikkingstelling nu zou komen te vervallen, is de inschatting dat het recidiverisico op de korte termijn zou kunnen oplopen; voor geweld tot matig tot hoog en voor hands-off delicten tot laag/matig. De terbeschikkinggestelde oefent binnen het huidige onbegeleide en transmurale verlofkader met het meer zelfstandig vormgeven van zijn leven, waarbij hij het geleerde in de kliniek probeert toe te passen in de praktijk. Het is van belang dat in dit kader goed wordt gemonitord of de terbeschikkinggestelde in staat is om zichzelf adequaat te handhaven en welke mate van zelfstandigheid hierbij passend en noodzakelijk is. Voortzetting van het huidige externe risicomanagement wordt aanbevolen, waarbij duidelijk is geworden dat het gebruik van medicatie een belangrijk aspect is. Het is van belang dat het traject vooralsnog stapsgewijs en gefaseerd wordt doorlopen, zodat de terbeschikkinggestelde goed vertrouwd kan raken met de verschillende disciplines (ambulante hulpverlening, reclassering) die hem in de toekomst zullen begeleiden en ondersteunen. Om dit alles te realiseren is nog geruime tijd nodig. De reclassering is vanuit het FPT inmiddels betrokken bij het traject, maar van een goede samenwerking of een vertrouwensband is nog geen sprake. De psycholoog adviseert de maatregel met een jaar te verlengen en binnen dat jaar proefverlof aan te vragen, omdat verlenging met een jaar de terbeschikkinggestelde toekomstperspectief zal bieden en hem zal motiveren.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de rapportages en hetgeen tijdens de zitting is besproken is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Er is nog steeds sprake van meerdere stoornissen en van recidiverisico. Aan de criteria voor de
verlenging van de terbeschikkingstelling is dus voldaan.
De rechtbank constateert dat de terbeschikkinggestelde de afgelopen periode positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt. De terbeschikkinggestelde is tevreden met zijn verblijf in de beschermde woonvorm in Warnsveld. Op termijn zal hij de overstap moeten maken naar een vervolginstelling waar hij langdurig kan blijven wonen. De terbeschikkinggestelde functioneert al geruime tijd stabiel. Hij verdient complimenten voor zijn inzet.
Proefverlof is aangevraagd en zal naar verwachting op korte termijn worden gemachtigd. De komende periode zal in het kader van proefverlof een woonprofiel worden opgesteld en zal de terbeschikkinggestelde aangemeld worden bij een vervolginstelling. Gebleken is dat er sprake is van lange wachttijden, daarbij ook de problematiek van de veroordeelde in aanmerking nemende. Daarom is zowel een mogelijk toekomstige woonplek als het moment waarop deze beschikbaar is, op dit moment nog onbekend. Deze omstandigheid ligt buiten de invloedsfeer van de terbeschikkinggestelde. Verlenging van de maatregel is noodzakelijk om in die periode de overstap te maken naar een vervolgsetting en de terbeschikkinggestelde verder te stabiliseren in het functioneren in zijn nieuwe woonomgeving. De veranderingen die bij een verhuizing zullen optreden op het gebied van wonen, begeleiding en dagbesteding kunnen de nodige spanningen opleveren bij de terbeschikkinggestelde. De betrokkenheid van de kliniek kan pas worden afgebouwd, wanneer de terbeschikkinggestelde goed is ingebed in een nieuwe woonsetting, waarbij ook een zinvolle dagbesteding moet zijn gerealiseerd. Gelet op de aard van de problematiek van de terbeschikkinggestelde is het van belang om het beoogde traject stapsgewijs en zorgvuldig vorm te geven. Het recidiverisico wordt zowel bij een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging van overheidswege als bij een beëindiging van de maatregel als matig tot hoog ingeschat. Dit alles heeft tot gevolg dat de benodigde duur om de benodigde vervolgstappen te zetten op dit moment nog ongewis is. Realisering van het gehele geschetste vervolgtraject binnen een periode van een jaar lijkt daarbij niet mogelijk.
De rechtbank ziet gelet op het voorgaande onvoldoende grond voor een verlengingstermijn van een jaar. Als aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridisch kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een jaar, hanteert de rechtbank als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling in beginsel verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. Zoals hiervoor overwogen doet die situatie zich in het geval van de terbeschikkinggestelde voor. De rechtbank zal daarom, ondanks de positieve ontwikkelingen, de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengen, omdat naar verwachting de termijn waarbinnen tot een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling kan worden overgegaan zeker langer dan een jaar zal duren.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met twee jaren.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. E. Venekatte en
mr. L.J.C. Hangx, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Demir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 april 2025.
Buiten staat
mr. Hangx is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.