Op 10 april 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1977. De rechtbank heeft het verzoek tot het onderzoeken van de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afgewezen en de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd. De terbeschikkinggestelde was eerder ter beschikking gesteld in 2008 na bewezenverklaring van ernstige misdrijven, waaronder moord en poging tot moord. De huidige terbeschikkingstelling is ingegaan op 28 februari 2023 en zou oorspronkelijk eindigen op 28 februari 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een verlengingsadvies van de kliniek, waarin wordt gesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een antisociale en narcistische persoonlijkheidsstoornis, evenals psychopathie. Ondanks dat de terbeschikkinggestelde meewerkt aan de behandeling, is er weinig zicht op zijn binnenwereld en zijn er zorgen over zijn onbetrouwbaarheid en manipulatief gedrag. De deskundige heeft bevestigd dat de terbeschikkinggestelde binnenkort zal starten met psychotherapie, maar dat er nog veel stappen te doorlopen zijn voordat hij in aanmerking kan komen voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank concludeert dat de terbeschikkinggestelde nog steeds een hoog risico op recidive vertoont en dat de behandeling en resocialisatie meer tijd in beslag zal nemen dan de resterende termijn van de huidige terbeschikkingstelling. Daarom is de verlenging van de maatregel met twee jaren noodzakelijk.