2.7.1.Volgens [partij B] c.s. voldoet het dak van de uitbouw/garage niet aan de daaraan te stellen eisen. [partij A] heeft dat betwist. De rechtbank heeft het voornemen geuit om de heer [naam] van BDA Gevel- en Daktechniek als deskundige te benoemen om te onderzoeken of het werk van [partij A] aan het dak voldoet aan de daaraan uit hoofde van de aanneemovereenkomst (plus bijlagen), wet- en regelgeving en goed vakmanschap te stellen eisen. Partijen zijn daarna in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de persoon van de deskundige, de aan hem te stellen vragen en de hoogte van het voorschot. De zaak is daarvoor verwezen naar de rol van woensdag 12 maart 2025.
2.7.2.[partij A] maakt bezwaar tegen benoeming van [naam] als deskundige, enerzijds omdat hij door [partij B] c.s. is voorgedragen en anderzijds omdat van zijn deskundigheid niet is gebleken. Nog afgezien van het feit dat BDA Gevel- en Daktechniek (en dus niet [naam] ) als deskundige is voorgesteld, deelt de rechtbank het kennelijke standpunt van [partij A] dat de door een van partijen voorgedragen deskundige per definitie de schijn van partijdigheid tegen heeft, niet. Een deskundige die door een partij wordt voorgedragen in een procedure moet worden vermoed onpartijdig te zijn, zolang er geen aanwijzingen zijn van het tegendeel. Dergelijke aanwijzingen heeft [partij A] niet naar voren gebracht. Dat op [partij B] c.s. de bewijslast rust, maakt een en ander niet anders. Het is de rechtbank uit contact met BDA Gevel- en Daktechniek, bij uitstek geschikt om dakwerken te beoordelen, gebleken dat zij [naam] geschikt acht als deskundige. De rechtbank heeft geen reden daaraan te twijfelen. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om [naam] niet als deskundige te benoemen.
2.7.3.Mede gezien de door partijen geformuleerde vragen, zal de rechtbank de deskundige de volgende vragen voorleggen, te beantwoorden aan de hand van de in 2021 geldende wet- en regelgeving, de aanneemovereenkomst en de toenmalige eisen van goed en deugdelijk werk:
a. is de dakconstructie van de uitbouw/garage aangelegd conform de aanneemovereenkomst, met inbegrip van de technische omschrijving? Zo nee, op welk(e) punt(en) is sprake van (een) afwijking(en) en wat is het gevolg van die afwijking(en) (zoals lekkages)?
b. voldoet de dakconstructie zoals die is aangelegd aan de wet- en regelgeving en de eisen van goed en deugdelijk werk, waarbij in het bijzonder aandacht wordt gevraagd voor
- de waterdichting en afwatering van het dak,
- de dakranden en opstanden,
- de (hechting van de) dakbedekking,
- de aansluiting van het dak op het bestaande gebouw?
Zo niet, op welke punten voldoet de dakconstructie niet en wat zijn de gevolgen daarvan?
c. vertoont het dak van de uitbouw/garage gebreken? Zo ja, welke gebreken zijn dat en wat is de oorzaak van die gebreken? Is er een verband tussen de door u geconstateerde gebreken en de constructie en/of toestand van de bestaande bouw?
d. indien er sprake is van afwijkingen die leiden tot schade (zoals bedoeld onder a.) of van gebreken (zoals bedoeld onder c.): kunnen de afwijkingen en/of gebreken worden hersteld, wat is de minst bezwaarlijke wijze van herstel en wat zijn de daaraan verbonden kosten?
e. geeft uw onderzoek u nog aanleiding tot het maken van opmerkingen die voor de zaak van belang kunnen zijn?