ECLI:NL:RBOVE:2025:2168

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 april 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
08/191658-23, 08/079329-24, 05/042362-24, 05/362173-24, 08/121598-24 (ttz. gev.) en 96/232066-20 (tul) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 31-jarige vrouw voor meerdere autodiefstallen, diefstal van kentekenplaten, en rijden onder invloed van harddrugs

Op 10 april 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een 31-jarige vrouw veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, een ontzegging van de rijbevoegdheid voor een jaar (waarvan zes maanden voorwaardelijk), en een voorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden met een proeftijd van drie jaren. De vrouw is schuldig bevonden aan het medeplegen van drie autodiefstallen, diefstal van kentekenplaten, het voorhanden hebben van harddrugs, en rijden onder invloed van harddrugs zonder geldig rijbewijs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het stelen van voertuigen en het veroorzaken van overlast en schade aan verschillende benadeelde partijen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die sinds enkele maanden clean is van verdovende middelen en momenteel in een safe house verblijft. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en ambulante behandeling. De verdachte moet zich ook melden bij de reclassering voor verdere begeleiding en behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/191658-23, 08/079329-24, 05/042362-24, 05/362173-24,
08/121598-24 (ttz. gev.) en 96/232066-20 (tul) (P)
Datum vonnis: 10 april 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaken van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 27 maart 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en haar raadsvrouw mr. N.L.A.N. Weusthof, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 08/191658-23
op 13 mei 2023 in Nijmegen samen met een ander dan wel alleen een bestelwagen (Peugeot Expert met kenteken [kenteken 1] ) heeft gestolen dan wel samen met een ander dan wel alleen die bestelwagen heeft geheeld;
parketnummer 08/079329-24
feit 1:op 14 oktober 2023 in Enschede samen met een ander dan wel alleen een auto (Nissan Qashqai met kenteken [kenteken 2] ) heeft gestolen van [slachtoffer 1] dan wel samen met anderen dan wel alleen die personenauto heeft geheeld;
feit 2:in de periode van 15 oktober 2023 tot en met 19 oktober 2023 kentekenplaten toebehorende aan [slachtoffer 2] heeft gestolen dan wel heeft geheeld;
feit 3:op 20 oktober 2023 samen met ander dan wel alleen opzettelijk 76,93 gram GHB en/of 152,47 gram amfetamine aanwezig heeft gehad;
parketnummer 05/042362-24
op 4 februari 2024 in Nijmegen samen met een ander dan wel alleen een personenauto heeft gestolen van [slachtoffer 3] door middel van braak, verbreking en/of valse sleutel dan wel op
5 februari 2024 samen met anderen dan wel alleen die personenauto heeft geheeld;
parketnummer 05/362173-24
feit 1:op 5 februari 2024 in Nijmegen een voertuig heeft bestuurd onder invloed van cocaïne en diazepam dan wel dat zij wist of redelijkerwijs had moeten weten dat het gebruik van cocaïne de rijvaardigheid kon verminderen;
feit 2:op 5 februari 2024 te Nijmegen een personenauto heeft bestuurd terwijl zij wist of redelijkerwijs had moeten weten dat haar rijbewijs ongeldig was verklaard;
parketnummer 08/121598-24
feit 1:op 8 april 2024 in Enschede een personenauto (Mitsubishi) van [slachtoffer 4] heeft gestolen;
feit 2:op 8 april 2024 in Enschede (post)pakketjes uit een bedrijfsauto van [slachtoffer 5] heeft proberen te stelen;
feit 3:op 8 april 2024 in Enschede sigaretten en een blikje energydrink heeft gestolen van de [slachtoffer 6] .
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
parketnummer 08/191658-23
zij op of omstreeks 13 mei 2023 te Nijmegen tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, een bestelwagen van het merk/type Peugeot Expert (voorzien van kenteken [kenteken 1] ) met daarin één of meerdere pakketten en/of andere goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 16 mei 2023 te Tilligte, binnen de gemeente Dinkelland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, een bestelwagen van het merk/type Peugeot Expert, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
parketnummer 08/079329-24
1
zij op of omstreeks 14 oktober 2023 te Enschede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto (Nissan Qashqai met kenteken [kenteken 2] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
zij op of omstreeks 20 oktober 2023 te Enschede tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, een auto (merk/type Nissan Qashqai), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof;
2
zij in of omstreeks de periode van 15 oktober 2023 tot en met 19 oktober 2023 te Enschede
kentekenplaten ( [kenteken 3] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 20 oktober 2023 te Enschede kentekenplaten ( [kenteken 3] ), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3
zij op of omstreeks 20 oktober 2023 te Enschede tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 76,39 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB en/of ongeveer 152,47 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde GHB en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
parketnummer 05/042362-24
zij op of omstreeks 4 februari 2024 te Nijmegen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (personen)auto, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen auto onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of valse sleutel, door middel van gebruikmaking van een gestolen en/of onrechtmatig verkregen (auto)sleutel;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 5 februari 2024 te Nijmegen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (personen)auto, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
parketnummer 05/362173-24
1
zij op of omstreeks 5 februari 2024 te Nijmegen, een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof, als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cocaïne, in combinatie met een of meer andere stoffen als bedoeld in het eerste lid van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, die niet bij eerder genoemd Besluit zijn aangewezen, te weten diazepam, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in haar bloed bij iedere aangewezen stof en/of alcohol 100 microgram per liter cocaïne en 0,060 milligram
per liter diazepam (benzodiazepinen) bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij iedere aangewezen stof afzonderlijk vermelde grenswaarde, in combinatie met andere niet aangewezen stof;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 5 februari 2024 te Nijmegen, als bestuurster van een voertuig (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl zij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten cocaïne, waarvan zij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof (diazepam) - de rijvaardigheid kon verminderen, dat zij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht;
2
zij op of omstreeks 5 februari 2024 te Nijmegen, terwijl zij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op haar naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan haar daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Van Schuylenburgweg, als bestuurster een motorrijtuig (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
parketnummer 08/121598-24
1
zij op of omstreeks 8 april 2024 te Enschede een (personen)auto (merk: Mitsubishi, type: Space star), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
zij op of omstreeks 8 april 2024 te Enschede ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meerdere (post)pakketjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen (post)pakketjes uit de bedrijfsauto van [slachtoffer 5] heeft gepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
zij op of omstreeks 8 april 2024 te Enschede een of meerdere verapkkingen sigaretten (merk: gauloises) en/of een blik energydrink (merk: Monster), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] (locatie: [adres 2] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder parketnummer 08/191658-23 primair, 08/079329-24 onder 1 primair, 2 primair en 3, 05/042362-24 primair, 05/362173-24 onder 1 primair en 2 en 08/121598-24 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het onder parketnummer 08/191658-23 primair, 08/079329-24 onder 1 primair, 2 primair en 3, 05/042362-24 primair, 05/362173-24 onder 1 primair en 2 en 08/121598-24 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde.
4.3.
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 08/191658-23
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. [1]
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] van 13 mei 2023, met bijlage, pagina’s 12 - 18.
Parketnummer 08/079329-24
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. [2]
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 14 oktober 2023, met bijlage, pagina’s 9 – 14 (feit 1);
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 15 oktober 2023, met bijlage, pagina’s 23 - 26 (feit 2);
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 21 oktober 2023, pagina’s 32 – 33 (feit 3);
Het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen van verbalisanten
[verbalisant 2] en [verbalisant 3] van 23 november 2023, met bijlagen, pagina’s 126 – 138 (feit 3).
Parketnummer 05/042362-24
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte heeft bekend dat zij samen met een ander op 4 februari 2024 in Oss een personenauto heeft gestolen van [slachtoffer 3] . Medeverdachte [medeverdachte] heeft de sleutel weggenomen uit het appartement van [slachtoffer 3] waarna verdachte op zoek is gegaan naar de auto en deze heeft gestolen.
Overwegingen rechtbank
De rechtbank zal verdachte ondanks de bekentenis vrijspreken van het primair tenlastegelegde. In de tenlastelegging is namelijk als pleegplaats (enkel) opgenomen Nijmegen en niet de daadwerkelijke pleegplaats Oss.
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de subsidiair tenlastegelegde heling van de personenauto in Nijmegen. De omstandigheid dat vastgesteld kan worden dat verdachte dat voertuig (zelf) heeft gestolen staat aan een bewezenverklaring niet in de weg. Wel staat die omstandigheid in de weg aan de kwalificatie van dat bewezenverklaarde als heling. Ter zake van dit feit zal verdachte dan ook worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Parketnummer 05/362173-24
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. [3]
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
Het proces-verbaal rijden onder invloed van verbalisanten [verbalisant 4] en
[verbalisant 5] , van 25 maart 2024, pagina’s 9 – 12 (feit 1);
3. Een bescheid, een rapport van het NFI, te weten een toxicologisch onderzoek naar aanleiding van een vermoedelijke overtreding van artikel 8 Wegenverkeerswet, van 19 maart 2023, met bijlage, pagina’s 53 – 61 (feit 1);
4. Het proces-verbaal artikel 9 Wegenverkeerswet 1994 van verbalisant [verbalisant 6] , pagina’s 5 -7 (feit 2).
Parketnummer 08/121598-24
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. [4]
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] van 9 april 2024, pagina’s 16 – 17 (feit 1);
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] van 9 april 2024, pagina’s 21 – 23 (feit 3).
Feit 2
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft verklaard dat zij zich het onder 2 tenlastegelegde niet kan herinneren.
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 8 april 2024 was [slachtoffer 9] (hierna: [slachtoffer 9] ) pakketjes aan het bezorgen met zijn bestelbus in Enschede. Terwijl [slachtoffer 9] naar de voordeur liep van een woning stopte een rode Mitsubishi Space Star naast zijn bus. De bestuurster, naar later bleek verdachte, stapte uit en liep naar de bestelbus en deed de achterdeuren van de bestelbus open. Verdachte pakte pakketjes uit de bestelbus waarop [slachtoffer 9] de pakketten van haar heeft afgepakt en de politie heeft gebeld. Verdachte reed hierop weg in de rode Mitsubishi. Korte tijd later heeft de politie verdachte aangehouden.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank acht gelet op de vastgestelde feiten en omstandigheden wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2 tenlastegelegde.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen en in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 08/191658-23
zij op 13 mei 2023 te Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander, een bestelwagen van het merk/type Peugeot Expert (voorzien van kenteken [kenteken 1] ) met daarin meerdere pakketten en andere goederen, die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] , en/of aan een ander dan aan verdachte en haar mededader, toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 08/079329-24
1.
zij op 14 oktober 2023 te Enschede tezamen en in vereniging met een ander, een auto (Nissan Qashqai met kenteken [kenteken 2] ), die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
zij in de periode van 15 oktober 2023 tot en met 19 oktober 2023 te Enschede
kentekenplaten ( [kenteken 3] ), die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
zij op 20 oktober 2023 te Enschede tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 76,39 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB en ongeveer 152,47 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde GHB en amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
parketnummer 05/042362-24
zij op 5 februari 2024 te Nijmegen, tezamen en in vereniging met een ander, een (personen)auto, heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl zij en haar mededader ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wisten, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
parketnummer 05/362173-24
1.
zij op 5 februari 2024 te Nijmegen, een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd, na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cocaïne, in combinatie met een of meer andere stoffen als bedoeld in het eerste lid van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, die niet bij eerder genoemd Besluit zijn aangewezen, te weten diazepam, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in haar bloed bij iedere aangewezen stof en/of alcohol 100 microgram per liter cocaïne en 0,060 milligram per liter diazepam (benzodiazepinen) bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij iedere aangewezen stof afzonderlijk vermelde grenswaarde, in combinatie met andere niet aangewezen stof;
2.
zij op 5 februari 2024 te Nijmegen, terwijl zij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op haar naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan haar daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de Van Schuylenburgweg, als bestuurster een motorrijtuig (personenauto), van die categorie heeft bestuurd;
parketnummer 08/121598-24
1.
zij op 8 april 2024 te Enschede een (personen)auto (merk: Mitsubishi, type: Space star), die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
zij op 8 april 2024 te Enschede ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om meerdere postpakketjes, die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen postpakketjes uit de bedrijfsauto van [slachtoffer 5] heeft gepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
zij op 8 april 2024 te Enschede meerdere verpakkingen sigaretten (merk: Gauloises) en een blik energydrink (merk: Monster), die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] (locatie: [adres 2] ), toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 47, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), de artikelen 2 en 10 Opiumwet en de artikel 8, 9 en 176 Wegenverkeerswet 1994. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08/191658-23 primair:
primairhet misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 08/079329-24:
feit 1 primairhet misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 2 primairhet misdrijf: diefstal;
feit 3het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
parketnummer 05/362173-24:
feit 1 primairhet misdrijf: overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 2het misdrijf: overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
parketnummer 08/121598-24:
feit 1het misdrijf: diefstal;
feit 2het misdrijf: poging tot diefstal;
feit 3het misdrijf: diefstal.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder parketnummer
08/191658-23 primair, 08/079329-24 onder 1 primair, 2 primair, 3, 05/042362-24 primair, 05/362173-24 onder 1 primair, 2, 08/121598-24 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uur subsidiair 60 dagen hechtenis, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht maanden gevorderd met een proeftijd van drie jaren en met oplegging van alle door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 4 maart 2025. Tot slot heeft de officier van justitie een ontzegging van de rijbevoegdheid gevorderd voor de duur van twaalf maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte is sinds enkele maanden clean van verdovende middelen. Zij verblijft momenteel in een safe house en volgt therapieën. De raadsvrouw heeft verzocht alleen een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 4 maart 2025. De raadsvrouw heeft verzocht, gelet op alle behandelingen en therapieën die verdachte heeft, geen taakstraf op te leggen. Ook heeft de raadsvrouw verzocht geen ontzegging van de rijbevoegdheid op te leggen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft (in vereniging) drie autodiefstallen gepleegd, een diefstal van kentekenplaten, blikje energydrank en sigaretten en een poging om pakketten weg te nemen uit een bestelbus. Daarnaast heeft zij zich (samen met een ander) schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van GHB en amfetamine. Tot slot heeft zij in een gestolen auto gereden, terwijl zij onder invloed was van cocaïne en diazepam en niet in het bezit was van een geldig rijbewijs.
Verdachte heeft bij diverse betrokkenen overlast en schade veroorzaakt. Verdachte heeft voor deze gevolgen van haar handelen kennelijk geen enkel oog gehad en is alleen op eigen financieel gewin uit geweest om haar drugsverslaving te bekostigen.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel Justitiële Documentatie van 30 januari 2025 waaruit blijkt dat verdachte in 2022 is veroordeeld voor het rijden onder invloed van verdovende middelen.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het reclasseringsadvies van 4 maart 2025 waaruit de persoonlijke omstandigheden van verdachte blijken. Verdachte was ten tijde van de onderhavige verdenkingen onder invloed van middelen, waaronder GHB en cocaïne, wat haar besluitvorming en zelfcontrole negatief beïnvloedde en waardoor zij op zoek was naar opwinding en sensatie. Hoewel verdachte nu sinds september abstinent is van middelen, erkent zij dat bepaalde omgevingen en triggers nog steeds een risico kunnen vormen voor haar herstel. Verdachte is sinds september 2024 klinisch opgenomen voor haar middelengebruik. Ze heeft een ondersteunend netwerk opgebouwd, onder wie haar ouders, die haar steunen in haar herstel. Het contact met haar is broers is eveneens verbeterd. Verdachte is na haar klinische opname uitgestroomd naar een safehouse waar zij langzaamaan leert een leven op te bouwen zonder middelengebruik. Ze heeft zich bewust afgezonderd van negatieve invloeden, zoals de vrouwelijke medeverdachte, en staat open voor alle hulp die haar verder kan ondersteunen.
Ondanks de beschermende factoren ziet Tactus Reclassering een gemiddeld risico op recidive. Verdachte was namelijk eerder klinisch opgenomen om abstinent te worden, waarna zij weer is teruggevallen in haar delictgedrag en verslavingsproblematiek. Tactus Reclassering ziet meerwaarde om een plan van aanpak aan te bieden met als doel de stabiliteit te waarborgen en de risico’s te verlagen. De reclassering adviseert een meldplicht, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een drugsverbod, meewerken aan het vinden van dagbesteding en meewerken aan middelencontrole als bijzondere voorwaarden op te leggen.
De rechtbank is van oordeel dat herhaling moet worden voorkomen. De door verdachte ingezette weg van behandeling, waarbij zij inmiddels is afgekickt van harddrugs, moet niet worden doorkruist.
Om die reden zal de rechtbank een gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen als stok achter de deur. De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank zal aan het voorwaardelijke strafdeel de bijzondere voorwaarden van een meldplicht, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een drugsverbod, meewerken aan het vinden van dagbesteding en meewerken aan middelencontrole verbinden zoals door de reclassering geadviseerd. De rechtbank zal daarnaast een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis opleggen, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht. De rechtbank ziet gelet op de ernst van de feiten geen reden de straf te matigen zoals door de raadsvrouw verzocht.
Voor het rijden onder invloed van verdovende middelen en het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs zal de rechtbank verdachte ook een ontzegging van de rijbevoegdheid van twaalf maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van drie jaren.
De rechtbank acht dit dermate ernstig dat niet kan worden volstaan met een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid zoals door de raadsvrouw verzocht.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partijen
[slachtoffer 8] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 66.917,34, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- schade bestelbus € 26.078,34;
- drie maanden omzetverlies € 7.500,--;
- schuld zorgverzekering € 2.339,--;
- schuld belastingdienst € 20.000,--;
- kosten groot rijbewijs € 11.000,--.
[slachtoffer 7] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 1.080,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- kluissleutel € 363,--;
- slotenmaker € 474,55;
- sleutelkosten € 18,35;
- paspoort € 77,--;
- spoedaanvraag paspoort € 53,--;
- rijbewijs € 44,65;
- spoedaanvraag rijbewijs € 34,10;
- pasfoto’s paspoort € 14,50.
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 1.260,21, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- Nissan Qashqai [kenteken 2] € 20.925,--;
- Dames tas suède € 99,--;
- portemonnee suède € 40,--;
- leesbril € 115,--;
- zonnebril € 117,--;
- sleutelbos € 60,--;
- parfum, make-up, make-up tas € 180,--;
- vervanging rijbewijs + pasfoto € 98,--;
- vervangend vervoer auto € 571,--;
- kleingeld in auto € 15,--;
- kosten nieuwe bankpas
€ 4,50;
Totaal € 22.224,50;
Reeds vergoede schade
€ 20.964,29;
Totaal niet vergoede schade € 1.260,21.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 7] in het geheel kunnen worden toegewezen. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] slechts gedeeltelijk kan worden toegewezen tot een bedrag van € 26.078,34. Voor de overige gevorderde materiële schade dient [slachtoffer 8] niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De officier van justitie verzoekt de vorderingen toe te kennen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, de wettelijke rente en hoofdelijkheid.
De officier van justitie heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de gevorderde proceskosten door [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] .
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] dient te worden gematigd. Onduidelijk is welke goederen in de auto lagen en welke goederen in de tas zaten. De wegen van verdachte en de medeverdachte zijn op enig moment gescheiden. De kosten voor een nieuw rijbewijs en een nieuwe bankpas kunnen worden toegewezen. De overige gevorderde schade dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 8] heeft de raadsvrouw verzocht de vordering geheel niet-ontvankelijk te verklaren. Verdachte zat niet achter het stuur op het moment dat de schade aan de bestelbus is toegebracht. Verder heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het causale verband ontbreekt ten aanzien van de schulden bij de zorgverzekering en belastingdienst, omzetverlies en het behalen van een vrachtwagenrijbewijs. Zij verzoekt deze posten niet-ontvankelijk te verklaren.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 7] heeft zij aangevoerd dat de kosten voor de sleutels en pasjes zijn gemaakt door [bedrijf] . Zij verzoekt deze kosten niet-ontvankelijk te verklaren. De kosten die [slachtoffer 7] heeft gemaakt ten aanzien van het paspoort en rijbewijs kunnen worden toegewezen. De raadsvrouw verzoekt om de hoofdelijkheid te bepalen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
-
[slachtoffer 7] (parketnummer 08/191658-23 primair)
De onder de posten opgevoerde schade kluissleutel, slotenmaker en sleutelkosten zijn onvoldoende komen vast te staan, nu de kosten zijn betaald door [bedrijf] en niet door benadeelde, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist.
De rechtbank zal de benadeelde partij in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten paspoort, spoedaanvraag paspoort, rijbewijs, spoedaanvraag rijbewijs en pasfoto’s zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 224,10, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan 14 oktober 2023.
-
[slachtoffer 8] (parketnummer 08/191658-23 primair)
De onder de posten opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
-
[slachtoffer 1] (parketnummer 08-079329-24 feit 1)
Na vergoeding van de verzekering heeft de vordering met name betrekking op goederen die in de gestolen tas zaten. De diefstal van de tas is niet aan verdachte tenlastegelegd. De onder de posten suède dames tas, suède portemonnee, leesbril, zonnebril, sleutelbos, parfum, make-up, make-up tas, vervanging rijbewijs, pasfoto’s, kleingeld in auto en kosten nieuwe bankpas opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. De rechtbank zal dit deel van de vordering afwijzen.
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost ‘vervangend vervoer auto’ is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 571,--, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan 14 oktober 2023.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht mede aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 15 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De vordering tenuitvoerlegging

9.1
De voorwaardelijke straf waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 17 januari 2022 van de politierechter te Zutphen is verdachte, voor zover hier van belang, veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaren en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van negen maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 17 januari 2022.
9.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd bevel te geven tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde taakstraf en de voorwaardelijk opgelegde ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen.
9.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft om verlenging van de proeftijd verzocht.
9.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie onder parketnummer 96/232066-20 moet worden toegewezen. Het is gebleken dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 Sr en artikel 179 Wegenverkeerswet 1994.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/042362-24 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/191658-23 primair, 08/079329-24 onder 1 primair, 2 primair, 3, 05/042362-24 subsidiair, 05/362173-24 onder 1 primair, 2, 08/121598-24 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08/191658-23 primair:
primairhet misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 08/079329-24
feit 1 primairhet misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 2 primairhet misdrijf: diefstal;
feit 3het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
parketnummer 05/362173-24
feit 1 primairhet misdrijf: overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 2het misdrijf: overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
parketnummer 08/121598-24
feit 1het misdrijf: diefstal;
feit 2het misdrijf: poging tot diefstal;
feit 3het misdrijf: diefstal;
- verklaart dat het onder parketnummer 05/043262-24 subsidiair bewezen verklaarde geen strafbaar feit oplevert en ontslaat verdachte voor dat feit van alle rechtsvervolging;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08/191658-23 primair, 08/079329-24 onder 1 primair, 2 primair, 3, 05/042362-24 primair, 05/362173-24 onder 1 primair, 2, 08/121598-24 onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
acht (8) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij [stichting] reclassering op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen door FPP de Horst of een soortgelijke zorgverlener, ter beoordeling van de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De
justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
- indien de reclassering dit nodig acht verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
- geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met
urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Indien er sprake is van een positieve urinecontrole of de reclassering op andersoortige wijze constateert dat er sprake is geweest van drugsgebruik, gaan de betrokken partijen in overleg over de gevolgen voor het overtreden van het drugsverbod;
  • meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
  • zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk of andere dagbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij geldt dat voor in verzekering doorgebrachte dagen, twee uren per dag aftrek plaatsvindt;
  • ontzegtde verdachte de
    bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
    12 (twaalf) maanden;
  • bepaalt dat van deze ontzegging de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen een gedeelte van
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Schadevergoeding
[slachtoffer 7]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] (parketnummer 08/191658-23 onder 1) toe tot een bedrag van € 224,10 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 7] van een bedrag van € 224,10, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2023 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 224,10, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 4 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • bepaalt dat de gevorderde proceskosten worden afgewezen;
[slachtoffer 8]
  • bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 8] (parketnummer 08/191658-23 onder 1) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • bepaalt dat de gevorderde proceskosten worden afgewezen;
[slachtoffer 1]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (parketnummer 08/079328-24 onder 1) toe tot een bedrag van € 571,-- (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van € 571,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2023 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander gedeeltelijk is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 571,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 11 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat het overige deel van de vordering wordt afgewezen;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 96/232066-20
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 17 januari 2022 voorwaardelijk opgelegde
taakstrafvoor de duur van
30 urensubsidiair 15 dagen hechtenis en van de voorwaardelijke opgelegde
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
9 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.S. de Waard, voorzitter, mr. P. van Kesteren en
mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 april 2025.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024159793. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Parketnummer 08/121598-24 feit 2
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] van 8 april 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 6 – 10):
Op 8 april 2024 was ik pakketjes aan het bezorgen in Enschede. Ik zag dat er een rode Mitsubishi Spacestar naast mijn bus stond. Ik zag dat de bestuurder deze auto uitstapte. Ik zag dat de bestuurder van de Mitsubishi mijn achterdeuren open deed. Ik zag dat de bestuurder van de Mitsubishi pakketjes uit mijn bestelbus aan het halen was. Ik heb op dat moment de pakketten van haar afgepakt. Zij had deze op dit moment vast. Ik zag dat zij ongeveer zes pakketten in haar handen had.
2.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 9 april 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 12 – 15):
Ik zag op 8 april 2024 in Enschede dat een medewerker van [slachtoffer 5] uitstapte en een pakketje ging afleveren. Vrijwel direct daarna kwam er een rode auto naast staan op straat. Ik weet dat het kenteken van de rode auto begon een [letter 1] en eindigde met een [letter 2] . Ik zag dat er een vrouw uitstapte. Ze trok de achterkant van de bus open en toen kwam de medewerker van [slachtoffer 5] er weer aanlopen. Ik zag dat de medewerker van [slachtoffer 5] pakketjes van de vrouw afpakte en dat ze begon te schreeuwen. Ik zag dat ze terug liep naar de rode auto en in stapte ze in aan de bestuurderskant.
3.
Het proces-verbaal van aanhouding van [verdachte] van 8 april 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 56 – 59):
Wij hoorden de meldkamer ons het volgende vertellen: "Melder was een pakket aan het bezorgen aan de [adres 3] . Daar was zojuist gepoogd om pakketjes uit zijn bezorg bus weg te nemen”.
Het signalement van verdachte was 175cm lang, blond haar en zij was de bestuurder.
Zij is weggereden in een roodkleurige Mitsubishi Spacestar, voorzien van het kenteken [kenteken 4] . Wij zagen het genoemde voertuig geparkeerd staan. Wij hebben ons voertuig ernaast geparkeerd. Wij hielden hierop direct de inzittende aan. Later bleek deze verdachte te zijn: [verdachte] .

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023215322. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023487065. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024080510. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
4.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024159793. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.