Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
op een of meerdere tijdstippen, in
of omstreeksde periode van
2 februari 2024
te [plaats 1] , gemeente Hellendoorn en/of Enschede,
/of
en/of E-mail)berichten te sturen,
of
of
ofzich op te houden voor de woning van die [slachtoffer]
/ofvrees aan te jagen;
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 10 december 2024 tot
te [plaats 1] , althans in de gemeente Hellendoorn en/of te Enschede, in elk geval in het arrondissement Oost-Nederland
/ofLinkedin,
althans middels internet,contact te
/maken/zoekenmet een familielid en
/of eenkennissen van [slachtoffer] .
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelde
08-300688-24rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
3 (drie) maanden;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidals
3 (drie) jaren;
7 (zeven) dagenhechtenis en bepaalt daarbij dat de maximale hechtenis zes maanden bedraagt;
dadelijk uitvoerbaaris, omdat er ernstig rekening mee moet
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder parketnummer 0830068824 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.010,80, (zegge: duizend en tien euro en tachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van twintig dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;