In deze zaak hebben de besloten vennootschappen De Interieurbouwers B.V. en GO Management en Advies B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als De Interieurbouwers c.s.) verzet aangetekend tegen de tenuitvoerlegging van dwangbevelen die door de Ontvanger van de Belastingdienst zijn uitgevaardigd. De gedaagden hebben een aanzienlijke achterstand in de betaling van belastingschulden en de Ontvanger heeft executoriaal beslag gelegd op hun roerende zaken. De Interieurbouwers c.s. vorderen een verbod op de verkoop van deze zaken, stellende dat er voldoende perspectief is om de schulden te voldoen en dat verkoop zou leiden tot faillissement. De rechtbank heeft de Ontvanger in het gelijk gesteld en het verzet ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de belangen van de Ontvanger bij de inning van belastingschulden zwaarder wegen dan de belangen van De Interieurbouwers c.s. bij uitstel van executie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden niet hebben aangetoond dat er op korte termijn een substantieel bedrag kan worden afgelost en dat de financiële vooruitzichten niet voldoende zijn om de vorderingen van de Ontvanger te weerleggen. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.094,00.