Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser 1], [eiser 2] en [eiser 3], eisers, hierna gezamenlijk te noemen: de VOF
Rechtbank Overijssel
Deze uitspraak betreft een ontheffing voor rondvaartboten die door de VOF Hollands Venetië is aangevraagd. De VOF wilde met verbrandingsmotoren varen, maar het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland heeft de aanvraag afgewezen omdat deze te laat was ingediend. De VOF is het niet eens met deze afwijzing en stelt dat het college ten onrechte niet heeft afgeweken van het beleid, dat de afwijzing onevenredig is en dat het college de afwijking van het advies van de bezwaarschriftencommissie onvoldoende heeft gemotiveerd. De rechtbank oordeelt dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat deze niet tijdig was ingediend en de sloepen niet vergund waren. De rechtbank legt uit dat de VOF onvoldoende heeft aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft en dat de VOF geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten.