ECLI:NL:RBOVE:2025:2133

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
8 april 2025
Zaaknummer
71.228934.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van gewoontewitwassen en betrokkenheid bij mensensmokkel met grote geldbedragen

Op 8 april 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van gewoontewitwassen en betrokkenheid bij mensensmokkel. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het witwassen van grote geldbedragen, in totaal ruim vier miljoen euro, waarvan zij wist dat deze van misdrijf afkomstig waren. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek door de Koninklijke Marechaussee, waarbij verschillende geldtransporten werden onderzocht. De verdachte en haar medeverdachten waren betrokken bij het ophalen en vervoeren van contante geldbedragen, waarbij gebruik werd gemaakt van verborgen ruimtes in voertuigen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk betrokken was bij het verbergen van de herkomst van deze geldbedragen, die afkomstig waren uit criminele activiteiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van andere ten laste gelegde feiten, waaronder de invoer van cocaïne en het voorhanden hebben van munitie, omdat er onvoldoende bewijs was voor deze beschuldigingen. De uitspraak benadrukt de ernst van witwassen en de impact ervan op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 71.228934.23 (P)
Datum vonnis: 8 april 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] ,
nu verblijvende in de P.I. [locatie] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 18 maart 2025 en 8 april 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en haar raadsman mr. C.C. Polat, advocaat in Breukelen, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 2 september 2024, en een wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 313 Sv van 18 maart 2025, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 primair:zich in de periode van 1 januari 2022 tot en met 13 december 2023, als pleger of medepleger, schuldig heeft gemaakt aan (een levensgevaarlijke vorm van) mensensmokkel, terwijl zij daarvan haar beroep of gewoonte heeft gemaakt;
feit 1 subsidiair:in dezelfde periode als pleger of medepleger daartoe voorbereidingshandelingen heeft verricht;
feit 2: zich in de periode van 1 maart 2023 tot en met 13 december 2023 als pleger of medepleger heeft schuldig gemaakt aan (gewoonte)witwassen van meerdere geldbedragen en/of zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling, dan wel schuldwitwassen van deze geldbedragen;
feit 3 primair:in de periode van 1 mei 2023 tot en met 23 juli 2023 als pleger of medepleger 23 kilogram cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht;
feit 3 subsidiair:in dezelfde periode daartoe als pleger of medepleger voorbereidings- of bevorderingshandelingen heeft verricht;
feit 4 primair:in de periode van 30 september 2023 tot en met 6 december 2023 als pleger of medepleger 108 kilogram cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht;
feit 4 subsidiair:in dezelfde periode daartoe als pleger of medepleger voorbereidings- of bevorderingshandelingen heeft verricht;
feit 5:in de periode van 1 december 2023 tot en met 31 december 2023 als pleger of medepleger voorbereidings- of bevorderingshandelingen heeft verricht gericht op de invoer van cocaïne;
feit 6: in de periode van 1 januari 2021 tot en met 13 december 2023 19 kogelpatronen van diverse kalibers voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
Zij op een of meer tijdstip (pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 13 december 2023 te [plaats 1] en/of te [plaats 2], althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen en/althans alleen,
(telkens) een of meer onbekende perso(o)n(en) behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door, en/of uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen
Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of die perso(o)n(en) daartoe (telkens) gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door (telkens) voornoemde perso(o)n(en), al dan niet via een tussenpersoon,
- te voorzien van (een of meerdere) rubber bo(o)t(en) en/of (een of meerdere) buitenboordmotor (en) en/of (een of meerdere) brandstoftank(s)/jerrycan(s) (met brandstof voor een buitenboordmotor), en/of
en/althans enige andere handeling gericht op het organiseren van de reis en/of het vervoer en/of het verblijf van die voornoemde personen,
terwijl verdachte en/of haar mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang en/of die doorreis en/of dat verblijf (telkens) wederrechtelijk was,
en terwijl door die/dat feit(en) (telkens) levensgevaar voor een of meer van de voornoemde (gesmokkelde) personen te duchten was, omdat
- de smokkel plaats vond met rubberbo(o)t(en) via de Noordzee-/Kanaalroute waarvan algemeen bekend is dat dit een gevaarlijke smokkelroute met (vele) (dodelijke) ongevallen en/of verdrinkingen tot gevolg, althans een hoog risico daarop, al dan niet (mede veroorzaakt) door een sterke stroming en/of druk scheepvaartverkeer en/of onvoldoende vaar- en/of zwemvaardigheden bij de opvarende(n) van die rubberbo(o)t(en), en/of
- de gebruikte rubberbo(o)t(en) niet geschikt was/waren om de Noordzee/het Kanaal over te steken, en/of
- de gebruikte rubberbo(o)t(en) gevuld/beladen werden met meer mensen dan waarvoor deze rubberbo(o)t(en) geschikt zijn,
en verdachte, van het plegen van dit/deze feit(en) een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 13 december 2023 te [plaats 1] en/of te [plaats 2], althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen en/althans alleen,
(telkens) ter voorbereiding van het misdrijf om een of meer perso(o)n(en),
behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door, en/of uit winstbejag behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of die perso(o)n(en) daartoe (telkens) gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen,
terwijl de verdachte en/of haar mededaders(s) wist(en) of ernstige redenen hadden te vermoeden dat die toegang en/of die doorreis en/of dat verblijf (telkens) wederrechtelijk was,
en/of door die/dat misdrijf/ven (telkens) levensgevaar voor de te smokkelen personen te duchten was, (telkens) een misdrijf als strafbaar gesteld in artikel 197a (lid 5) Wetboek van Strafrecht,
(door) opzettelijk voorwerpen en/of vervoersmiddel (en) en/of (een) ruimte(n), bestemd tot het begaan van die/dat misdrijf/misdrijven heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad in een opslag/doorvoerlocatie aan de Spaarnwouderweg 50-52 te [plaats 2], te weten:
- een of meerdere reddings-/zwemvest(en), en/of
- een of meerdere rubberbo(o)t(en), en/of
- een of meerdere buitenboordmotor (en), en/of
- een of meerdere (lege) brandstoftank(s) /jerrycan(s), en/of
- een of meerdere opblaaspomp(en);
2
Zij in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 13 december 2023 in [plaats 1] en/of [plaats 2], althans (elders) in Nederland, althans ook elders,
Tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
a. a) (telkens) van één of meer voorwerp(en), te weten één of meer contant(e) geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van (circa) 4.123.850 euro, in elk geval enig(e) geldbedrag(en), en wel:
- op 4 oktober 2023 tot en met 7 oktober 2023 een geldbedrag van 450.000 euro,- (zaaksdossier 18.1) en/of
- op 15 oktober 2023 tot en met 18 oktober 2023 een geldbedrag van 753.850 euro (zaaksdossier 18.1) en/of
- op 24 oktober 2023 tot en met 28 oktober 2023 een geldbedrag van 710.000 euro (zaaksdossier 18.1) en/of
- op 29 oktober 2023 een geldbedrag van 500.000 euro (zaaksdossier 18.2) en/of
- Op 3 november 2023 tot en met 8 november 2023 een of meer geldbedrag(en) van 860.000 euro en/of een geldbedrag van 700.000 euro (zaaksdossier 18.1) en/of
- Op 13 december 2023 (in een woning aan de [adres] ) een geldbedrag van € 150.000,- (zaaksdossier 12.3),
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op de/het geldbedrag(en) was/waren,
en/of
heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp/voornoemde geldbedrag(en), voorhanden heeft gehad,
terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) dan wel redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die/dat voorwerp(en)/ geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk -afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
en/of
b) (telkens) van één of meer voorwerp(en), te weten één of meer contant(e) geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van (circa) 4.123.850 euro, in elk geval enig(e) geldbedrag(en), en wel:
- op 4 oktober 2023 tot en met 7 oktober 2023 een geldbedrag van 450.000 euro,- (zaaksdossier 18.1) en/of
- op 15 oktober 2023 tot en met 18 oktober 2023 een geldbedrag van 753.850 euro (zaaksdossier 18.1) en/of
- op 24 oktober 2023 tot en met 28 oktober 2023 een geldbedrag van 710.000 euro (zaaksdossier 18.1) en/of
- op 29 oktober 2023 een geldbedrag van 500.000 euro (zaaksdossier 18.2) en/of
- Op 3 november 2023 tot en met 8 november 2023 een of meer geldbedrag(en) van 860.000 euro en/of een geldbedrag van 700.000 euro (zaaksdossier 18.1) en/of
- Op 13 december 2023 (in een woning aan de [adres] ) een geldbedrag van € 150.000,- (zaaksdossier 12.3),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet.
en/of van voornoemde voorwerp (en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) dan wel redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die/dat voorwerp(en)/ geldbedrag(en) -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
en/of
c) (telkens) van één of meer voorwerp(en), te weten één of meer contant(e) geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van (circa) 4.123.850 euro, in elk geval enig(e) geldbedrag(en), en wel:
- op 4 oktober 2023 tot en met 7 oktober 2023 een geldbedrag van 450.000 euro,- (zaaksdossier 18.1) en/of
- op 15 oktober 2023 tot en met 18 oktober 2023 een geldbedrag van 753.850 euro (zaaksdossier 18.1) en/of
- op 24 oktober 2023 tot en met 28 oktober 2023 een geldbedrag van 710.000 euro (zaaksdossier 18.1) en/of
- op 29 oktober 2023 een geldbedrag van 500.000 euro (zaaksdossier 18.2) en/of
- Op 3 november 2023 tot en met 8 november 2023 een of meer geldbedrag(en) van 860.000 euro en/of een geldbedrag van 700.000 euro (zaaksdossier 18.1) en/of
- Op 13 december 2023 (in een woning aan de [adres] ) een geldbedrag van € 150.000,- (zaaksdossier 12.3),
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij verdachte
en/of haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die/dat
geldbedrag(en) wist(en) dan wel redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen geldbedrag(en) betrof(fen),
terwijl hij en/of zijn mededaders(s) van het plegen van witwassen een gewoonte hebben gemaakt, althans zich schuldig hebben gemaakt aan witwassen, althans aan schuldwitwassen;
3
Zij, in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 23 juli 2023 te [plaats 1] en/of [plaats 2], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- ( telkens) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, zoals bedoeld in lid 4 van artikel 1 van de Opiumwet, en/of
- ( telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, en/of
- ( telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
Ongeveer 23 kilogram van een materia(a)l(en) bevattende cocaïne, en/althans/in elk geval (telkens) zijnde een middel als bedoeld de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet (zaaksdossier 4, pv 205);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Zij in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 23 juli 2023, te [plaats 1] en/of [plaats 2], en/althans/in elk geval (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens), om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk (vanuit Colombia) binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of
bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van (een) aanzienlijke (handels)hoeveelheid/hoeveelheden van (ongeveer) 23 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit/die feiten te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of zich en/of een ander of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft trachten te verschaffen, en/of voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan zij en/of haar
medeverdachte(n) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of (één van) haar medeverdachte(n) tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en daar (telkens) opzettelijk,
- contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) en/of ontmoetingen gehad met haar/hun mededader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne, en/of
- ( in Colombia) een of meer container(s) met een (dek)lading ter verzending naar Nederland heeft besteld/gekocht, en/of
- contact gehouden met derden die de in te voeren cocaïne in die/dat geselecteerde container(s) zouden (laten) plaatsen over het plaatsen van die cocaïne, en/of
- ( in verband met die bestelling(en)) een of meer mail(s) heeft/hebben opgemaakt en/of opdracht tot het verzenden van die mail(s) heeft/hebben gegeven, en/of
- informatie met mededader(s) gedeeld over de te gebruiken verbergplek(ken) en/of het wel of niet plaatsen van cocaïne op de/het betreffende container(s), en/of
- ( telefonisch) contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) gehad met haar/hun mededader(s) met betrekking tot het uithalen/veilig stellen, klaarzetten, verstrekken en vervoeren van die cocaïne, en/of
- zich beschikbaar gehouden om ingevoerde cocaïne uit een of meer verbergplekken in de/het geselecteerde container(s) te verwijderen en/of naar [bedrijf] te brengen, en/of
- een of meer storting(en) van geldbedragen en/of (vervolgens) betaling(en) heeft gedaan/verricht ten behoeve van de aanschaf van die container(s) met (dek)lading en/of de betaling voor de verzending van die container(s) van Colombia naar Nederland, althans Europa, en/of
- een of meer grote geldbedragen voorhanden gehad en/of overgedragen en/of vervoerd ten behoeve van de aanschaf van die verdovende middelen, en/of
- een of meer grote geldbedragen voorhanden gehad en/of in het vooruitzicht gesteld gekregen en/of afspraken gemaakt over het verdelen/verstrekken/ontvangen van die geldbedragen en/of dat geldbedrag (zaaksdossier 4);
4
Zij, in of omstreeks de periode van 30 september 2023 tot en met 6 december 2023 te [plaats 1] en/of [plaats 2], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- ( telkens) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, zoals bedoeld in lid 4 van artikel 1 van de Opiumwet, en/of
- ( telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, en/of
- ( telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
Ongeveer 108 kilogram van een materia(a)l(en) bevattende cocaïne, en/althans/in elk geval (telkens) zijnde een middel als bedoeld de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet (zaaksdossier 4, pv 136 en 226);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Zij in of omstreeks de periode van 30 september 2023 tot en met 6 december 2023, te [plaats 1] en/of [plaats 2], en/althans/in elk geval (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens),
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk (vanuit Colombia) binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of
verstrekken en/of vervoeren van (een) aanzienlijke (handels)hoeveelheid/hoeveelheden van (ongeveer) 108 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit/die feiten te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of zich en/of een ander of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft trachten te verschaffen, en/of voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan zij en/of haar
medeverdachte(n) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of (één van) haar medeverdachte(n) tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en daar (telkens) opzettelijk,
- contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) en/of ontmoetingen gehad met haar/hun mededader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne, en/of
- ( in Colombia) een of meer container(s) met een (dek)lading ter verzending naar Nederland heeft besteld/gekocht, en/of
- ( in verband met die bestelling(en)) een of meer mail(s) heeft/hebben opgemaakt en/of opdracht tot het verzenden van die mail(s) heeft/hebben gegeven, en/of
- contact gehouden met derden die de in te voeren cocaïne in die/dat geselecteerde container(s) zouden (laten) plaatsen over het plaatsen van die cocaïne en/of
- informatie met mededader(s) gedeeld over de te gebruiken verbergplek(ken) en/of het wel of niet plaatsen van cocaïne op de/het betreffende container(s) en/of
- ( telefonisch) contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) gehad met haar/hun mededader(s) met betrekking tot het uithalen/veilig stellen, klaarzetten, verstrekken en vervoeren van die cocaïne, en/of
- zich beschikbaar gehouden om ingevoerde cocaïne uit een of meer verbergplekken in de/het geselecteerde container(s) te verwijderen en/of naar [bedrijf] te brengen en/of
- een of meer storting(en) van geldbedragen en/of (vervolgens) betaling(en) heeft gedaan/verricht ten behoeve van de aanschaf van die container(s) met (dek)lading en/of de betaling voor de verzending van die container(s) van Colombia naar Nederland, althans Europa en/of
- een of meer grote geldbedragen voorhanden gehad en/of overgedragen en/of vervoerd ten behoeve van de aanschaf van die verdovende middelen en/of
- een of meer grote geldbedragen voorhanden gehad en/of in het vooruitzicht gesteld gekregen en/of afspraken gemaakt over het verdelen/verstrekken/ontvangen van die geldbedragen en/of dat geldbedrag (zaaksdossier 4);
5
Zij in of omstreeks de periode van 1 december 2023 tot en met 31 december 2023, te [plaats 1] en/of [plaats 2], en/althans/in elk geval (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens),
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk (vanuit Colombia) binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of
verstrekken en/of vervoeren van (een) aanzienlijke (handels)hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit/die feiten te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of zich en/of een ander of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft trachten te verschaffen, en/of voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan zij en/of haar medeverdachte(n) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of (één van) haar medeverdachte(n) tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en daar (telkens) opzettelijk,
- contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) en/of ontmoetingen gehad met haar/hun mededader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne, en/of
- ( in Colombia) een of meer container(s) met een (dek)lading ter verzending naar Nederland heeft besteld/gekocht, en/of
- contact gehouden met derden die de in te voeren cocaïne in die/dat geselecteerde container(s) zouden (laten) plaatsen over het plaatsen van die cocaïne en/of
- informatie met mededader(s) gedeeld over de te gebruiken verbergplek(ken) en/of het wel of niet plaatsen van cocaïne op de/het betreffende container(s) en/of
- ( telefonisch) contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) gehad met haar/hun mededader(s) met betrekking tot het uithalen/veilig stellen, klaarzetten, verstrekken en vervoeren van die cocaïne, en/of
- zich beschikbaar gehouden om ingevoerde cocaïne uit een of meer verbergplekken in de/het geselecteerde container(s) te verwijderen en/of naar [bedrijf] te brengen en/of
- een of meer storting(en) van geldbedragen en/of (vervolgens) betaling(en) heeft gedaan/verricht ten behoeve van de aanschaf van die container(s) met (dek)lading en/of de betaling voor de verzending van die container(s) van Colombia naar Nederland, althans Europa en/of
- een of meer grote geldbedragen voorhanden gehad en/of overgedragen en/of vervoerd ten behoeve van de aanschaf van die verdovende middelen en/of
- een of meer grote geldbedragen voorhanden gehad en/of in het vooruitzicht gesteld gekregen en/of afspraken gemaakt over het verdelen/verstrekken/ontvangen van die geldbedragen en/of dat geldbedrag (zaaksdossier 4);
6
Zij op of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 13 december 2023 te [plaats 1] en/of [plaats 2], althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
munitie van categorie II onder 1 van de Wet wapens en munitie en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
- 8 stuks kogelpatronen van het kaliber 357 MAG
- 5 stuks kogelpatronen van het kaliber 38 special
- 6 stuks kogelpatronen van het kaliber 9 mm Luger,
In elk geval munitie in de zin van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie, voorhanden heeft gehad (Dossier 12 deel 1).

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder 3 primair en
4 primair ten laste gelegde en te veroordelen ter zake het onder 1 primair, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 en 6 ten laste gelegde.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van alle feiten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Voor de leesbaarheid van het vonnis zal verdachte in het vervolg verdachte dan wel [verdachte] worden genoemd. De medeverdachten zullen steeds bij hun achternaam worden genoemd.
Feit 1 (primair en subsidiair)
Uit het dossier volgt dat [medeverdachte 1] en [verdachte] zich met hun bedrijf [bedrijf] B.V. onder meer bezig hielden met de invoer, het transport en de opslag van (vele) nautische goederen, zoals rubberboten, buitenboordmotoren en zwemvesten. Hoewel het een feit is dat dergelijke goederen kunnen worden gebruikt voor mensensmokkel over het Kanaal tussen Frankrijk en Engeland (zoals bedoeld in de tenlastelegging), blijkt uit het dossier niet dat de nautische goederen die [bedrijf] B.V. heeft getransporteerd en opgeslagen zijn gebruikt bij een concreet geval van mensensmokkel. Het dossier biedt ook verder onvoldoende aanknopingspunten dat [medeverdachte 1] en [verdachte] op enige andere wijze rechtstreeks betrokken zijn geweest bij specifieke mensensmokkelincidenten.
Hoewel dus niet is gebleken dat de nautische goederen zijn gebruikt bij mensensmokkel, is het wel mogelijk dat deze bestemd waren om te gebruiken bij mensensmokkel. Om opzet op mensensmokkel dan wel de voorbereiding of bevordering daarvan aan te nemen, moet duidelijk zijn dat verdachte wist dat de nautische goederen bestemd waren voor mensensmokkel. Uit het dossier blijkt dit echter onvoldoende. Voor het aannemen van wetenschap dat de nautische goederen gebruikt zouden worden voor mensensmokkel is de enkele combinatie van het aantal boten, buitenboordmotoren en een groot aantal zwemvesten naar het oordeel van de rechtbank niet genoeg. Het feit dat de nautische goederen na de controle op 17 juni 2022 direct zijn weggehaald van het terrein van [bedrijf] B.V., is evenmin voldoende voor het aannemen van deze wetenschap. Ook is niet gebleken dat de omschrijving “zwembaden”, die een aantal keer bij het transport van boten is gebruikt, een bewuste verhullingshandeling is geweest in plaats van een vergissing. Nu het dossier geen andere bewijsmiddelen bevat voor het aannemen van wetenschap, is opzet gericht op mensensmokkel, dan wel de voorbereiding of bevordering daarvan, naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Feit 2
De rechtbank zal hierna eerst de ten laste gelegde geldbedragen bespreken en vervolgens beoordelen of sprake is van het witwassen van deze geldbedragen. Met betrekking tot de ten laste gelegde bedragen die getransporteerd zijn, heeft verdachte ter terechtzitting bekend betrokken te zijn geweest bij deze geldtransporten. [2]
Geldbedrag van € 150.000,- op 13 december 2023
Op 13 december 2023 is tijdens een doorzoeking in de woning aan de [adres] een zwarte sporttas/jumbo boodschappen tas met daarin € 150.000,- achter de wasmachine in het washok aangetroffen en in beslag genomen. [3] Dit betreft de woning van de ouders van verdachte. Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat zij dit geld hier heeft bewaard. [4]
Geldbedrag van € 450.000,- in de periode van 4 oktober 2023 tot en met 7 oktober 2023
Uit opgenomen tap- en OVC-gesprekken komt naar voren dat [medeverdachte 1] samen met [medeverdachte 2] op 4 oktober 2023 geld heeft opgehaald bij derden. Zo zegt [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 2] op
4 oktober 2023 dat ze een ton hebben meegekregen en dat ze nu 3 ton gaan ophalen en verder zegt [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 2] op 4 oktober 2023 dat hij niet met € 400.000,- wil wegrijden omdat hij ook kosten heeft aan de auto en het geen vetpot is. [5] Op 5 oktober 2023 geeft [verdachte] aan dat ze “het” via de zijkant erin moeten stoppen, waarna [medeverdachte 1] aangeeft dat je een stokje nodig hebt om “het” er weer uit te halen. [6] Naar het oordeel van de rechtbank hebben [medeverdachte 1] en [verdachte] het in dit gesprek op 5 oktober 2023 over een verborgen ruimte in een voertuig, hetgeen overeenkomt met de bevindingen genoemd in het proces-verbaal forensisch technisch voertuig-onderzoek waaruit blijkt dat de Audi A6 met het kenteken [kenteken] , te weten de auto waarmee [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] het geld hebben vervoerd, voorzien is van een verborgen ruimte. [7]
In het OVC-gesprek op 6 oktober 2023 om 21:33 uur is te horen dat [medeverdachte 1] zegt dat hij 450 daar naar toe heeft gebracht en heeft achtergelaten en dat dat zijn werk is. [8]
Op 4 oktober 2023 hebben [medeverdachte 1] en [verdachte] een gesprek via Whatsapp over “samen tellen” en zegt [medeverdachte 1] dat hij op 8 oktober 2023 terug zal zijn. [9] Uit bakengegevens van het voertuig van [medeverdachte 1] , de voornoemde Audi A6, blijkt dat dit voertuig op 5 oktober 2023 vanuit [plaats 1] naar Boekarest is gereden en op 8 oktober 2023 terug was in [plaats 1] . [10]
In een Whatsappgroepschat genaamd “ [naam 1] and [bedrijf] ” waarvan onder meer [medeverdachte 1] en [verdachte] deel uit maakten, stuurt “ [naam 1] ” op 4 oktober 2023 om 17:42 uur een afbeelding van een bankbiljet van 5 Turkse lira met serienummer [nummer 1] en stuurt [verdachte] op 4 oktober 2023 diverse afbeeldingen van tassen gevuld met bundels geldbiljetten. Verder stuurt [medeverdachte 1] in deze chat op 5 oktober 2023 het bericht dat hij gaat vertrekken en dat hij zal doorgeven hoe laat hij Roemenië binnen zal rijden. [11] [verdachte] stuurt op 5 oktober 2023 wederom diverse afbeeldingen van bundels geldbiljetten [12] en op 5 oktober 2023 vraagt [naam 1] of de hoeveelheid 400 is, waarop [verdachte] bevestigend antwoordt. [naam 1] vraagt vervolgens of ze daar 450 van maken, waarop [verdachte] wederom bevestigend antwoordt. Op 5 oktober 2023 zegt [verdachte] “Is goed, ik heb 450 duizend gelegd”. [13] Op 6 oktober 2023 zegt [medeverdachte 1] dat hij Roemenië is ingereden, waarna [naam 1] een afbeelding van een bankbiljet met serienummer [nummer 2] stuurt. [14] Op 6 oktober 2023 stuurt [medeverdachte 1] eveneens een afbeelding van een bankbiljet met hetzelfde serienummer en zegt daarna “450K is geleverd”. [15]
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , tezamen en in vereniging met [verdachte] , in de periode van 4 oktober 2023 tot en met 7 oktober 2023 een geldbedrag van € 450.000,- hebben opgehaald en vervoerd naar Roemenië in een verborgen ruimte in de Audi A6 voorzien van het kenteken [kenteken] .
Geldbedrag van € 753.850,- in de periode van 15 oktober 2023 tot en met 18 oktober 2023
Uit opgenomen tap- en OVC-gesprekken blijkt dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] op 15 oktober 2023 geld ophalen op verschillende adressen. [16] In een OVC gesprek op die dag tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zegt [medeverdachte 1] “ [verdachte]
( [verdachte] )gaat nu 150 ophalen”. [medeverdachte 2] vraagt waarom Karioglu haar stuurt.” Zij heeft laatst ook opgehaald” geeft [medeverdachte 1] daarop aan. [17] Uit het OVC-gesprek op 15 oktober 2023 blijkt dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] stapeltjes geld in een ruimte in de auto aan het stoppen zijn en aan het eind van het gesprek zegt [medeverdachte 2] “dus we gaan met 700, 740”. [18] Naar het oordeel van de rechtbank, onder verwijzing naar hetgeen hiervoor reeds is overwogen ten aanzien van de verborgen ruimte in de Audi A6 met het kenteken [kenteken] , betreft de ruimte waar [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] stapeltjes geld in aan het stoppen zijn, deze verborgen ruimte.
In de Whatsapp chat genaamd “ [naam 1] and [bedrijf] ” stuurt [verdachte] op 15 oktober 2023 diverse afbeeldingen van bundels geldbiljetten en een afbeelding van een geldbiljet met een serienummer. [19] Op 16 oktober 2023 geeft [verdachte] aan dat ze vertrokken zijn en dat er 753.850 naar Boekarest gaat. [naam 1] zegt een token te regelen en stuurt een afbeelding met een serienummer van een bankbiljet naar [medeverdachte 1] met op de foto de tekst “ [naam 2] ” en zegt tegen [medeverdachte 1] dat hij tussen 6 en 7 wordt verwacht. [20] Op 17 oktober 2023 zegt [medeverdachte 1] tegen een man “onze taak is om dit te brengen” en “753.850”, “wij hebben daar dinges gedaan en hier ook 753.850, normaliter zou meer komen maar het paste niet in” en “ik heb gezegd 753.850 van Boekarest uit is gegaan”. [21] Het bedrag € 753.850,- staat ook in een transactieoverzicht van [bedrijf] . [22]
Verder blijkt uit bakengegevens van de voornoemde Audi A6 van [medeverdachte 1] dat dit voertuig op 15 oktober 2023 vanuit [plaats 1] naar Boekarest is gereden en op 18 oktober 2023 terugkeerde in [plaats 1] . [23]
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] in de periode van 15 oktober 2023 tot en met 18 oktober 2023 een bedrag van € 753.850,- hebben opgehaald en dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] dit geldbedrag vervolgens naar Roemenië hebben vervoerd in een verborgen ruimte in de Audi A6 van [medeverdachte 1] .
Geldbedrag van € 710.000,- in de periode van 24 oktober 2023 tot en met 28 oktober 2023
In de Whatsapp chat genaamd “ [naam 1] and [bedrijf] ” geeft [medeverdachte 1] op 24 oktober 2023 door dat [medeverdachte 2] in de auto zit met 710K. [24] Op 26 oktober 2023 stuurt [medeverdachte 1] afbeeldingen van bundels geld. [25] Op 26 oktober 2023 en op 27 oktober 2023 stuurt [naam 1] een afbeelding van een bankbiljet met de mededeling dat hij deze afbeelding ook aan [medeverdachte 2] heeft verstuurd. [26]
Uit het OVC-gesprek op 24 oktober 2023 blijkt dat [medeverdachte 2] tegen zijn partner zegt dat hij met een miljoen euro rijdt en daar stress van heeft. [27] Uit het OVC-gesprek op 27 oktober 2023 volgt dat [medeverdachte 2] tegen zijn partner zegt dat die man waar ze een miljoen aan hebben afgegeven niet blij was. [28] Op 27 oktober 2023 zegt [medeverdachte 2] dat hij denkt dat het 710.000 was. [29]
Uit een WhatsApp chat tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] blijkt dat [verdachte] voor [medeverdachte 2] vignetten heeft geregeld op 24 oktober 2023. [30]
Het bedrag € 710.000,- staat ook in een transactieoverzicht van [bedrijf] . [31]
Verder blijkt uit bakengegevens dat de Audi A6 van [medeverdachte 1] op 24 oktober 2023 vanuit [plaats 1] naar Boekarest is gereden en op 28 oktober 2023 terug was in [plaats 1] . [32]
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 2] , tezamen en in vereniging met [verdachte] en [medeverdachte 1] , in de periode van 24 oktober 2023 tot en met 28 oktober 2023 een geldbedrag van € 710.000,- heeft vervoerd naar Roemenië in een verborgen ruimte in de Audi A6 voorzien van het kenteken [kenteken] .
Geldbedrag van € 500.000,- op 29 oktober 2023
Op 28 oktober 2023 heeft [verdachte] een WhatsApp bericht gestuurd naar [naam 3] met de vraag of hij de Audi wil schoonmaken en er € 500.000 in wil stoppen omdat [medeverdachte 1] op
29 oktober 2023 naar Duitsland gaat. [33] In de Whatsapp groepschat genaamd “ [naam 1] and [bedrijf] ” stuurt [medeverdachte 1] op 28 oktober 2023 diverse afbeeldingen met bundels geldbiljetten en op 29 oktober 2023 een afbeelding van een geldbiljet van 5 euro. [34] Op 29 oktober 2023 stuurt [medeverdachte 1] via WhatsApp een afbeelding van bundels Euro biljetten in een kartonnen doos naar [naam 1] en zegt daarna “is overgedragen”. [35] In een OVC-gesprek op 29 oktober 2023 zegt [medeverdachte 1] dat hij die ochtend naar Hamburg is geweest. [36]
Het bedrag € 500.000,- staat ook in een transactieoverzicht van [bedrijf] . [37]
Verder blijkt uit bakengegevens van de Audi A6 van [medeverdachte 1] dat dit voertuig op 29 oktober 2023 om 4:34 uur vanuit [plaats 1] naar Hamburg is gereden en op 29 oktober 2023 om 15:32 uur terug was in [plaats 1] . [38]
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 1] , tezamen en in vereniging met [verdachte] , op 29 oktober 2023 een geldbedrag van € 500.000,- heeft vervoerd naar Duitsland in een verborgen ruimte in de Audi A6 voorzien van het kenteken [kenteken] .
Een of meer geldbedrag(en) van € 860.000,- en/of een geldbedrag van 700.000 euro in de periode van 3 november 2023 tot en met 8 november 2023
Op 3 november 2023 voert [medeverdachte 1] een gesprek met een vrouw, waarin hij zegt twee keer naar Roemenië te gaan en vervolgens zegt hij “op en neer, op en neer”. Verder zegt hij “ik laat morgenavond een auto richting mij rijden. Dan heb ik hem afgeleverd. Kom ik terug, pak ik hem over in Hongarije. Dan rijd ik weer terug. Neem ik de risico niet met iemand anders, weet je. Dan heb ik allemaal in eigen beheer”. [39]
In het OVC-gesprek op 3 november 2023 om 14:53 uur zegt [medeverdachte 1] dat hij die avond naar Roemenië gaat. [40] In het OVC-gesprek op 3 november 2023 om 17:00 uur zegt [medeverdachte 1] “Ik heb vacuüm gedaan, er paste 730 lira in. Ik heb een paar van die vacuüm waren gedaan open gedaan, heb 860 lira er in kunnen doen”. [41] In het OVC-gesprek op 4 november 2023 zegt [medeverdachte 1] dat hij 860 geladen heeft. [42]
In de Whatsapp groepschat genaamd “ [naam 1] and [bedrijf] ” stuurt [medeverdachte 1] op 3 november 2023 afbeeldingen van bankbiljetten in een boodschappentas [43] , waarna [verdachte] een afbeelding stuurt van een rekenmachine waarop 860.000 wordt weergegeven. [44]
Op 4 november 2023 vindt een gesprek plaats tussen [verdachte] en [naam 3] , waarin [naam 3] zegt dat hij 700 in de zijkant zal stoppen. [45] Op 5 november 2023 om 15:30 uur voert [medeverdachte 1] een gesprek met [naam 3] waarin [naam 3] zegt “Hoeveel brengen wij nu?”, waarop [medeverdachte 1] antwoordt “700”. Vervolgens vraagt [naam 3] “Hoeveel was het met…?”, waarop [medeverdachte 1] antwoordt “860”. [46]
Op 6 november 2023 stuurt [naam 1] een afbeelding van een Roemeens bankbiljet, waarna [medeverdachte 1] een afbeelding stuurt van hetzelfde bankbiljet. [47] In het OVC-gesprek op 6 november 2023 om 7:50 uur zegt [medeverdachte 1] tegen [verdachte] dat hij op de terugweg is en de tweede levering ook gehad heeft. [48]
De bedragen € 700.000,- en € 860.000,- staan ook in een transactieoverzicht van [bedrijf] . [49]
Verder blijkt uit bakengegevens van de Audi A6 van [medeverdachte 1] dat dit voertuig op 3 november 2023 vanuit [plaats 1] naar Roemenië is gereden, op 4 november 2023 omstreeks 17:30 uur in Boekarest (Roemenië) is aangekomen, vervolgens op 5 november 2023 om 18:00 uur is aangekomen in Hongarije en daarna weer terug is gereden naar Roemenië en hier op 6 november 2023 is aangekomen. Uit de bakengegevens blijkt niet dat de Audi A6 is teruggekeerd naar Nederland. [50] Het achterblijven van de Audi A6 op 6 november 2023 in Roemenië komt overeen met informatie uit het WhatsApp bericht op 6 november 2023 waaruit blijkt dat de auto van [medeverdachte 1] kapot is gegaan en dat hij met het vliegtuig terugkeert naar Nederland. [51]
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 1] , tezamen en in vereniging met [verdachte] , in de periode van 3 november 2023 tot en met 8 november 2023 eerst een geldbedrag van € 860.000,- heeft vervoerd van [plaats 1] naar Roemenië en vervolgens een geldbedrag van € 700.000,- van Hongarije naar Roemenië in een verborgen ruimte in de Audi A6 voorzien van het kenteken [kenteken] .
Stappenplan witwassen
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling voor witwassen dient te worden bewezen dat de ten laste gelegde geldbedragen uit enig misdrijf (gronddelict) afkomstig zijn.
In deze zaak kan geen direct verband worden gelegd tussen enerzijds een bepaald misdrijf en anderzijds het contante geld dat op meerdere data vervoerd werd. Indien een dergelijke situatie zich voordoet kan witwassen desalniettemin bewezen worden verklaard, wanneer komt vast te staan dat het niet anders kan zijn dan dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is. De rechtbank moet beoordelen of de aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zij een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat de geldbedragen, uit enig misdrijf afkomstig zijn. Als daarvan sprake is, mag van de verdachte worden verlangd dat zij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft voor de herkomst van het geld. Als de verdachte een zodanige verklaring geeft moet het openbaar ministerie daarnaar vervolgens onderzoek doen. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Ernstig vermoeden van witwassen
Voor wat betreft de hiervoor besproken geldbedragen geldt naar het oordeel van de rechtbank dat sprake is van een vermoeden van witwassen. Een aantal witwastypologieën is hier zonder meer van toepassing.
Verdachte en/of haar medeverdachte(n) vervoerde(n) zeer grote contante geldbedragen en droeg(en) deze bedragen over op de openbare weg. Het vervoeren van grote hoeveelheden contant geld is zeer ongebruikelijk, onder meer vanwege de daarmee gemoeide veiligheidsrisico’s. Crimineel geld maakt het kennelijk de moeite waard dat risico te lopen. Bovendien is het een feit van algemene bekendheid dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld in diverse valuta. Ook het gebruik maken van een zogenaamde stashplek in de auto waarmee [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] het geld vervoerden of lieten vervoeren en het gebruik maken van tokens voor de overdracht van het geld zijn aanwijzingen dat het gaat om gelden met een criminele herkomst.
Naar het oordeel van de rechtbank is ook sprake van een ernstig vermoeden van witwassen bij het geldbedrag van € 150.000,-, nu dit bedrag op een zeer ongebruikelijke plaats lag en de ouders van [verdachte] hebben verklaard niets van dit bedrag af te weten.
Verklaring verdachte over de vervoerde bedragen
Verdachte heeft als verklaring voor de herkomst van het geld gesteld dat de geldbedragen die vervoerd werden bestemd waren voor een persoon genaamd [naam 1] . Deze [naam 1] zou een Turkse goudhandelaar zijn die geld tegoed had van de personen waar het geld werd opgehaald. Het zou gaan om de betaling van eerder door [naam 1] geleverde sieraden. [naam 1] zou problemen hebben met banken, zodat de betaling niet langs die weg kon plaatsvinden. Verdachte heeft aan deze verklaring verder geen “handen en voeten” gegeven.
De rechtbank overweegt met betrekking tot deze verklaring dat - als al moet worden uitgegaan van de stelling van verdachte dat het geld bestemd was voor een goudhandelaar genaamd [naam 1] - hiermee niets wordt gezegd over de herkomst van het geld dat vervoerd werd. Verdachte verklaart immers niet waar en van wie hij de bedragen heeft gekregen, ook vertelt zij niet waarom het geld contant betaald werd dan wel waar het contante geld vandaan komt.
Hiermee heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank op geen enkele wijze concreet en verifieerbaar gemaakt wat de herkomst is van de vervoerde contante bedragen. De stelling van de verdediging dat deze blote mededeling, in combinatie met het telefoonnummer van [naam 1] vanuit de groepschat, voor het openbaar ministerie aanleiding had moeten zijn, om hiernaar nader onderzoek te doen als bedoeld in het Stappenplan witwassen, onderschrijft de rechtbank daarom niet.
Verklaring verdachte over het bedrag van € 150.000,-
Verdachte heeft verklaard dat het bedrag van € 150.000,- dat is gevonden achter de wasmachine een legale herkomst heeft. Zij heeft aangevoerd dat het geld betreft dat zij heeft ontvangen van de Belastingdienst, omdat zij slachtoffer zou zijn geworden van de toeslagenaffaire. Naar het oordeel van de rechtbank is het enkel stellen dat dit geld afkomstig is van de Belastingdienst geen concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring voor de herkomst van het geld, waarnaar het openbaar ministerie onderzoek had moeten doen. Dit geldt te meer nu verdachte op geen enkele wijze “handen en voeten” aan haar verklaring heeft gegeven.
Conclusie
De rechtbank is dan ook van oordeel dat er in redelijkheid geen andere conclusie mogelijk is dan dat de in de tenlastelegging bedoelde contante geldbedragen onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Gezien de vergaande betrokkenheid van verdachte bij de geldtransporten en de manier van communiceren van verdachte over die transporten, is uitgesloten dat verdachte niet van de illegale herkomst van de geldbedragen heeft geweten. Ook voor het bedrag van € 150.000,- geldt dat mag worden aangenomen dat verdachte op de hoogte was van de illegale herkomst daarvan, nu een deugdelijke verifieerbare verklaring ontbreekt waaruit de legale herkomst kan blijken.
Verder heeft het witwassen een aantal maanden geduurd en heeft het in die periode een zodanige omvang en continuïteit gehad dat naar het oordeel van de rechtbank ook bewezen kan worden dat verdachte van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank bewezen dat verdachte in de periode van 1 maart tot en met 13 december 2023 in Nederland samen met anderen, meerdere malen de herkomst en de verplaatsing van de genoemde bedragen heeft verborgen en/of verhuld en heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op de geldbedragen was en heeft verborgen en/of verhuld wie voornoemde geldbedragen voorhanden heeft gehad en dat zij deze gelden heeft verworven en/of overgedragen en/of voorhanden gehad, terwijl zij wist dat deze geldbedragen afkomstig waren van enig misdrijf en zij daarvan een gewoonte heeft gemaakt.
Dit betekent dat de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de beide alternatief/cumulatief ten laste gelegde witwasfeiten.
De rechtbank wijst het voorwaardelijke verzoek, om [naam 1] en de eerder opgegeven getuigen met betrekking tot de herkomst van de geldbedragen als getuige te horen, af nu niet is onderbouwd dat deze getuigen iets in ontlastende zin kunnen verklaren over de herkomst van de genoemde bedragen.
Feiten 3 en 4
Onder de feiten 3 en 4 is verdachte primair ten laste gelegd het medeplegen van de invoer van 23 en 108 kilogram cocaïne binnen het grondgebied van Nederland en subsidiair het medeplegen van het verrichten van voorbereidings- of bevorderingshandelingen hiertoe.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 en 4 primair ten laste gelegde, omdat de hoeveelheid cocaïne in Colombia is onderschept en er daarom geen sprake is van een voltooide invoer. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 3 primair en 4 primair ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 3 en 4 subsidiair ten laste gelegde acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte voorbereidings- of bevorderingshandelingen heeft verricht, gericht op de invoer van drugs. Weliswaar komt uit het dossier de betrokkenheid van verdachte naar voren bij de invoer van cool drinks door [bedrijf] B.V., maar het dossier bevat onvoldoende aanwijzingen dat verdachte ook betrokken is geweest bij, dan wel wetenschap heeft gehad van, het plaatsen van drugs in de containers waarin de cool drinks werden vervoerd. Het enkele feit dat [verdachte] werkzaam was bij [bedrijf] en uit dien hoofde contacten met betrekking tot de invoer van de containers onderhield met derden, is daarvoor onvoldoende. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 3 subsidiair en 4 subsidiair ten laste gelegde.
Feit 5
Dit feit heeft betrekking op de container die (met een vertraging van drie dagen) op
16 december 2023 is aangekomen in Nederland. In het dossier bevindt zich één enkel gesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] op 12 december 2023 waaruit een aanwijzing zou kunnen worden afgeleid dat de container drugs zou kunnen bevatten. Naar het oordeel van de rechtbank is dit onvoldoende om het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te kunnen verklaren, te minder nu deze container door de douane is gecontroleerd, waarbij geen drugs zijn aangetroffen. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 5 ten laste gelegde.
Feit 6
Onder feit 6 is verdachte ten laste gelegd het voorhanden hebben van munitie. De munitie is weliswaar aangetroffen in het huis van verdachte, maar uit het dossier blijkt niet dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van deze munitie dan wel dat zij de beschikking daar over had. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 6 ten laste gelegde.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
2
zij in de periode van 1 maart 2023 tot en met 13 december 2023 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
a. a) telkens van contante geldbedragen, tot een totaalbedrag van 4.123.850 euro, en wel:
- op 4 oktober 2023 tot en met 7 oktober 2023 een geldbedrag van 450.000 euro,- en
- op 15 oktober 2023 tot en met 18 oktober 2023 een geldbedrag van 753.850 euro en
- op 24 oktober 2023 tot en met 28 oktober 2023 een geldbedrag van 710.000 euro en
- op 29 oktober 2023 een geldbedrag van 500.000 euro en
- op 3 november 2023 tot en met 8 november 2023 een geldbedrag van 860.000 euro en een geldbedrag van 700.000 euro en
- op 13 december 2023 (in een woning aan de [adres] ) een geldbedrag van € 150.000,-,
de herkomst en de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op de geldbedragen was,
en heeft verborgen en/of verhuld wie voornoemde geldbedragen voorhanden heeft gehad,
terwijl zij en haar mededader(s) wisten dat die geldbedragen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk -afkomstig waren uit enig misdrijf,
en
b) telkens contante geldbedragen, tot een totaalbedrag van 4.123.850 euro, en wel:
- op 4 oktober 2023 tot en met 7 oktober 2023 een geldbedrag van 450.000 euro,- en
- op 15 oktober 2023 tot en met 18 oktober 2023 een geldbedrag van 753.850 euro en
- op 24 oktober 2023 tot en met 28 oktober 2023 een geldbedrag van 710.000 euro en
- op 29 oktober 2023 een geldbedrag van 500.000 euro en
- op 3 november 2023 tot en met 8 november 2023 een geldbedrag van 860.000 euro en een geldbedrag van 700.000 euro en
- op 13 december 2023 (in een woning aan de [adres] ) een geldbedrag van € 150.000,-,
heeft verworven en voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl zij en haar mededader(s) wisten dat die geldbedragen -onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren uit enig misdrijf,
terwijl zij van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 2 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 2
het misdrijf:
medeplegen van gewoontewitwassen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezen verklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren met aftrek van voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit van alle feiten. Subsidiair heeft de verdediging in geval van gehele of gedeeltelijke bewezenverklaring verzocht een straf op te leggen gelijk aan het voorarrest.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen door grote geldbedragen (in totaal ruim vier miljoen euro), waarvan zij wist dat deze van misdrijf afkomstig waren, te verwerven en te (laten) vervoeren en/of overdragen. Het witwassen van gelden heeft een ontwrichtende werking op de integriteit van het financieel en economisch verkeer en op de openbare orde. Met haar handelen heeft verdachte opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie onttrokken. Het betreft een ondermijnend feit dat de maatschappij veel schade toebrengt.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 23 april 2024. Hieruit blijkt dat verdachte al meerdere keren is bestraft voor vermogensfeiten.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van de over verdachte opgemaakte reclasseringsrapporten van 5 juni 2024, 28 augustus 2024 en 30 oktober 2024, opgemaakt en ondertekend door mevrouw [naam 4] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland. De reclassering schat hierin het risico op recidive in als laag tot gemiddeld en merkt op dat het risico op onttrekken aan voorwaarden niet kan worden ingeschat. De reclassering adviseert een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden, nu interventies en toezicht niet nodig worden geacht.
Bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor het witwassen kijkt de rechtbank naar de oriëntatiepunten voor fraudedelicten. Bij een benadelingsbedrag van (meer dan) € 1.000.000,00 geven de oriëntatiepunten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van (meer dan) 24 maanden in overweging.
Gezien de ernst van het gepleegde feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van de tijd die door verdachte in voorarrest is doorgebracht passend en geboden is.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen.

8.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 (primair en subsidiair), 3 (primair en subsidiair), 4 (primair en subsidiair), 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 2 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
feit 2:het misdrijf:
medeplegen van gewoontewitwassen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Melaard, voorzitter, mr. M.J.A.L. Beljaars en
mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 april 2025.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, onderzoek 27Bootawa. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 18 maart 2025
3.Pagina 5621-5622 en pagina 5625 en pagina 5629
4.Proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 18 maart 2025
5.Pagina 7210 en 7215
6.Pagina 7218
7.Pagina 7659-7666
8.Pagina 7223
9.Pagina 7228
10.Pagina 7750
11.Pagina 7233-7234
12.Pagina 7235
13.Pagina 7237
14.Pagina 7237-7238
15.Pagina 7239
16.Pagina 7431 en 7438
17.Pagina 7438
18.Pagina 7440-7441
19.Pagina 7243-7252
20.Pagina 7253
21.Pagina 7455
22.Bijlage 2 pagina 4 behorende bij pv nummer 244 (pagina 7125 en verder)
23.Pagina 7426-7427
24.Pagina 7259
25.Pagina 7263
26.Pagina 7261-7265
27.Pagina 7508
28.Pagina 7530
29.Pagina 7533-7534
30.Pagina 7256
31.Bijlage 2 pagina 4 behorende bij pv nummer 244 (pagina 7125 en verder)
32.Pagina 7094-7096
33.Pagina 7265
34.Pagina 7266-7267
35.Pagina 7268
36.Pagina 7552
37.Bijlage 2 pagina 5 behorende bij pv nummer 244 (pagina 7125 en verder)
38.Pagina 7094-7096
39.Pagina 7568
40.Pagina 7568
41.Pagina 7570
42.Pagina 7576
43.Pagina 7276
44.Pagina 7277
45.Pagina 7272
46.Pagina 7581
47.Pagina 7278
48.Pagina 7596-7597
49.Bijlage 2 pagina 5 behorende bij pv nummer 244 (pagina 7125 en verder)
50.Pagina 7099
51.Pagina 7279