ECLI:NL:RBOVE:2025:2080

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 april 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
08-384713-24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met dodelijke afloop door onoplettendheid van bestuurder

Op 7 april 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 58-jarige man, die als bestuurder van een auto betrokken was bij een dodelijk verkeersongeval op 16 september 2024 in Weerselo. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, terwijl hij met zijn auto reed, zijn mobiele telefoon bediende. Dit leidde tot een aanrijding met een fietser, die als gevolg van de aanrijding overleed. De rechtbank heeft het primair ten laste gelegde, namelijk schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet, niet bewezen geacht. De rechtbank oordeelde dat het korte moment van onoplettendheid van de verdachte niet voldoende was om te concluderen dat hij aanmerkelijk onvoorzichtig had gehandeld. Echter, het handelen van de verdachte werd wel gekwalificeerd als gevaarzettend gedrag in de zin van artikel 5 van de Wegenverkeerswet. De rechtbank heeft de verdachte daarom schuldig bevonden aan het subsidiair ten laste gelegde en hem veroordeeld tot een geldboete van € 500,-. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van het feit en de gevolgen voor de nabestaanden van het slachtoffer, maar ook met het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-384713-24 (P)
Datum vonnis: 7 april 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1966 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 maart 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. N. Brands, advocaat in Goor, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 16 september 2024 te Weerselo als bestuurder van een personenauto een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft veroorzaakt, waardoor [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) om het leven is gekomen (
primair), dan wel dat hij door zijn rijgedrag gevaar en/of hinder op de weg heeft veroorzaakt (
subsidiair), dan wel dat hij als bestuurder van een personenauto een mobiele telefoon heeft vastgehouden, heeft bediend of handelingen met een mobiele telefoon heeft verricht, waarbij letsel en/of schade is ontstaan/toegebracht (
meer subsidiair).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 16 september 2024 te Weerselo, gemeente Dinkelland als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Deurningerstraat / N738,
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl het zicht van verdachte ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt of gehinderd en/of terwijl een bestuurder van een fiets de Deurningerstraat / N738 aan het oversteken was,
- zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op het overige verkeer en/of de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en/of
- in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een mobiele telefoon heeft vastgehouden, althans een mobiele telefoon heeft bediend en/of (een) handeling(en) met of aan een mobiele telefoon heeft verricht en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat door hem bestuurde voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- zonder te remmen of anderszins snelheid te verminderen is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, voornoemde fiets en/of de bestuurder van die fiets,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) werd gedood;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 september 2024 te Weerselo, gemeente Dinkelland als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Deurningerstraat / N738, terwijl het zicht van verdachte ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt of
gehinderd en/of terwijl een bestuurder van een fiets de Deurningerstraat / N738 aan het oversteken was,
- zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op het overige verkeer en/of de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en/of
- in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een mobiele telefoon heeft vastgehouden, althans een mobiele telefoon heeft bediend en/of (een) handeling(en) met of aan een mobiele telefoon heeft verricht
en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat door hem bestuurde voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- zonder te remmen of anderszins snelheid te verminderen is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met voornoemde fiets en/of de bestuurder van die fiets,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 september 2024 te Weerselo, gemeente Dinkelland als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Deurningerstraat / N738, in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een mobiele telefoon heeft vastgehouden, althans een mobiele telefoon heeft bediend en/of (een) handeling(en) met of aan een mobiele telefoon heeft verricht, waarbij letsel aan personen is ontstaan en/of schade aan goederen is toegebracht.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is, met dien verstande dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gereden als gevolg waarvan [slachtoffer] is overleden.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde omdat er geen sprake is van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW). Ten aanzien van het onder subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststelling feiten en omstandigheden
Op 16 september 2024 omstreeks 14:46 uur vond op de Deurningerstraat (N738) in Weerselo een verkeersongeval plaats waarbij verdachte als bestuurder van een personenauto en [slachtoffer] als bestuurder van een elektrische fiets betrokken waren. Verdachte reed met zijn personenauto op de N738, een voorrangsweg, komende uit de richting van Weerselo en rijdende in de richting van Deurningen. [slachtoffer] kwam op zijn fiets uit de Oude Deurningerstraat en was bezig de Deurningerstraat over te steken. De bestuurders zijn op de Deurningerstraat met elkaar in aanrijding gekomen. Als gevolg van deze aanrijding is [slachtoffer] met zijn fiets over de personenauto heen gegaan en op de rijbaan terechtgekomen. [slachtoffer] is ter plaatse aan zijn verwondingen overleden.
Tijdens de autorit was de telefoon van verdachte verbonden met “Apple Carplay”. Kort voor het ongeval, om 14:44:27 uur, heeft verdachte het scherm van zijn telefoon aangeraakt en werd de applicatie “Microsoft Office Outlook” actief. Tussen 14:44:38 uur en 14:44:41 uur is het scherm vijf keer door verdachte aangeraakt. Om 14:44:41 uur gaat de snelheid van de auto drastisch omlaag.
Op de plek van het ongeval is sprake van een recht wegverloop. Het zicht (overdag) was goed, de weersomstandigheden waren dat eveneens. Het wegdek en het voertuig van verdachte vertoonden geen bijzonderheden. Het zicht van verdachte werd niet belemmerd.
Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer] niet heeft opgemerkt en dat hij pas het gas heeft losgelaten en/of heeft (af)geremd op het moment dat hij een harde klap hoorde en voelde aan de voorzijde van zijn auto.
Juridisch kader
De rechtbank dient allereerst te beoordelen of het verkeersgedrag van verdachte de primair ten laste gelegde vorm van schuld in de zin van artikel 6 WVW oplevert: zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam gedrag. Daarbij komt het volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Dat brengt mee dat niet in algemene zin is aan te geven of één verkeersovertreding voldoende is voor de bewezenverklaring van schuld in de zin van artikel 6 WVW. Daarvoor zijn verschillende factoren van belang, zoals de aard en de concrete ernst van de overtreding en de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan. Een tijdelijk, kort moment van onoplettendheid in het verkeer hoeft geen schuld op te leveren. Verder kan niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, worden afgeleid dat er sprake is van schuld in vorenbedoelde zin.
Overwegingen
De rechtbank stelt vast dat verdachte, terwijl hij in zijn personenauto op de N738 reed, niet heeft gezien dat [slachtoffer] met zijn elektrische fiets de weg overstak waardoor hij met hem in aanrijding is gekomen. Verdachte heeft weliswaar voor de aanrijding, tijdens het autorijden, zijn telefoon bediend, maar niet kan worden vastgesteld dat hij gedurende lange tijd actief handelingen op zijn telefoon heeft verricht waardoor hij langere tijd afgeleid is geweest door deze handelingen. Immers, verdachte heeft om 11:44:27 uur zijn telefoon bediend door de “Microsoft Outlook App” te openen. Het volgende moment waarop zijn telefoon weer door hem werd bediend, is 11:44:38 uur. Dit betekent dat verdachte gedurende 11 seconden niet actief op zijn telefoon is geweest. Tussen 11:44:38 uur en 11:44:41 uur heeft verdachte in totaal vijf keer het scherm van zijn telefoon aangeraakt. Vanaf 11:44:41 uur gaat de snelheid van de auto drastisch omlaag; gelet op de verklaring van verdachte stelt de rechtbank vast dat dat het moment is waarop de aanrijding heeft plaatsgevonden. Verdachte is gedurende deze periode van slechts drie seconden actief met zijn telefoon bezig geweest. Daarmee heeft verdachte, terwijl hij een personenauto bestuurde, een aantal seconden voor het ongeval een (zeer) kort moment niet opgelet. Naar het oordeel van de rechtbank is dit enkele korte moment van onoplettendheid, hoe ernstig de gevolgen voor het slachtoffer en zijn nabestaanden ook zijn geweest en nog altijd zijn, onvoldoende om vast te stellen dat verdachte zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam in de zin van artikel 6 WVW heeft gehandeld. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het primair ten laste gelegde niet bewezen, zodat zij verdachte daarvan zal vrijspreken.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het handelen van verdachte wel als gevaarzettend gedrag in de zin van artikel 5 WVW worden gekwalificeerd. Verdachte heeft immers door het moment van onoplettendheid onvoldoende aandacht gehad voor het verkeer en de verkeerssituatie ter plaatse, waardoor hij in aanrijding met [slachtoffer] is gekomen. Hiermee heeft hij gevaar op de weg veroorzaakt. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank spreekt verdachte partieel vrij van het handelen in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, zoals onder de tweede gedachtestreep is ten laste gelegd. De rechtbank vindt weliswaar bewezen dat verdachte tijdens het rijden en kort voor het ongeval zijn telefoon heeft bediend, maar niet kan worden bewezen dat hij op dat moment zijn telefoon vasthield. Daarmee valt de gedraging van verdachte niet onder de schending van de verkeersregels als bedoeld in dit artikel.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 16 september 2024 te Weerselo, gemeente Dinkelland als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Deurningerstraat / N738, terwijl het zicht van verdachte ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt of gehinderd en terwijl een bestuurder van een fiets de Deurningerstraat / N738 aan het oversteken was,
- zijn aandacht in onvoldoende mate op het overige verkeer en de verkeerssituatie ter plaatse heeft gericht en
- een mobiele telefoon heeft bediend en
- in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat door hem bestuurde voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en
- zonder te remmen in aanrijding is gekomen met voornoemde fiets en de bestuurder van die fiets, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 5 WVW. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
subsidiair
de overtreding: overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een taakstraf voor de duur van tweehonderd uren en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twaalf maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft een verkeersongeval veroorzaakt door zijn aandacht in onvoldoende mate op de weg te houden. Als gevolg van dit ongeval is [slachtoffer] overleden. Met het om het leven komen van [slachtoffer] is aan zijn nabestaanden onherstelbaar leed toegebracht. De rechtbank realiseert zich dat geen enkele strafoplegging het verdriet en gemis van de nabestaanden kan compenseren.
De rechtbank heeft tegelijkertijd geconstateerd dat ook verdachte veel leed heeft ondervonden van het ongeval.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 29 januari 2025 waaruit blijkt dat hij niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest of is veroordeeld voor een (soortgelijk) strafbaar feit.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank verder rekening gehouden met de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De straffen die worden opgelegd voor een overtreding van artikel 5 WVW worden ingegeven door de relatief beperkte ernst van de gemaakte verkeersfout en staan in beginsel los van de grote gevolgen die dergelijke overtredingen kunnen veroorzaken en in deze zaak ook daadwerkelijk heeft veroorzaakt.
De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat een geldboete ter hoogte van 500 euro passend en geboden is om aan verdachte op te leggen.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 177 WVW en de artikelen 23 en 24c van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders onder subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
de overtreding: overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder subsidiair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot betaling van
een geldboete van € 500,00 (vijfhonderd euro);
- beveelt dat bij niet volledige betaling en verhaal van de geldboete, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
10 (tien) dagen;
- deze zaak valt onder het verlofstelsel.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.M. Bos, voorzitter, mr. P.M.F. Schreurs en
mr. T.H. Kapinga, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Kuiper, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 april 2025.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het ongenummerde dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024435171. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.

1.

Het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 maart 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:

Op 16 september 2024 reed ik met mijn personenauto op de N738 in Weerselo. Ik heb [slachtoffer] helemaal niet gezien. Ik hoorde en voelde ineens een klap aan de voorkant van mijn auto. Daarna heb ik pas geremd of het gas losgelaten.

2.

Het proces-verbaal aanrijding misdrijf van verbalisant [verbalisant 1] , voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven:

Locatie ongeval
16 september 2024 omstreeks 14:46 uur te Weerselo, gemeente Dinkelland.
Adres: Deurningerstraat, N378.
Betrokken 1
Voertuig: personenauto Fiat 500
Bestuurder: [verdachte]
Betrokken 2
Voertuig: fiets Sparta E-bike
Bestuurder: [slachtoffer] . Deze persoon is bij of kort na het ongeval overleden.

3.

Het proces-verbaal van FO verkeer van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] van
13 november 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven:
Wegsituatie: de plaats van het verkeersongeval had een recht wegverloop.
Weersgesteldheid:helder en droog weer.
Zicht: niet belemmerd.
Vaststellen rijrichting: de personenauto had gereden op de Deurningerstraat. De fietser had gereden in de richting van de Deurningerstraat. De fietser stak de Deurningerstraat over om zijn weg te vervolgen.
Onderzoek mobiele telefoon:om 14:44:25 werd de telefoon ontgrendeld en actief op het hoofdscherm. Hierna wordt om 14:44:27 het scherm aangeraakt en wordt de applicatie “Microsoft Office Outlook’’ actief. Hierna worden er nog meerdere aanrakingen op het scherm gedetecteerd. De aanrakingen tot het moment dat de snelheid drastisch omlaag ging (14:44:41) zijn: 14:44:38 (2x), 14:44:39 en 14:44:41 (2x).