Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met daarbij 18 producties
- de conclusie van antwoord met daarbij 1 productie
- de akte overlegging producties 19 tot en met 34 van BWC
- de mondelinge behandeling op 26 november 2024 ter gelegenheid waarvan partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd en waarvan de griffier aantekeningen gemaakt heeft
- de aanhouding ten behoeve van minnelijk overleg
- het verzoek van BWC om vonnis te wijzen.
2.Samenvatting
3.De feiten
“haar leveringsverplichtingen van de Niaga-lijm zal nakomen, althans de kosten die de schending van de leveringsverplichting van Niaga-lijm meebrengt zal vergoeden, evenals de marketingkosten en imagoschade als hiervoor bedoeld en aangehaald”.
4.De vordering
5.Het verweer
- in het laboratorium in Zwolle proeven gedaan om wollen Niaga-tapijt te delamineren;
- selecteren van het Tsjechische bedrijf Romill, waar vergelijkbare proeven als in Zwolle met tapijtmonsters van BWC gedaan zijn;
- proeven laten uitvoeren in Grubbenvorst om te onderzoeken of delaminatie door middel van heteluchtovenverwarming mogelijk zou zijn;
- proeven met het elektrostatisch scheiden van wol en polyester;
- een kleinschalige separator ter beschikking stellen van BWC voor proeven voor tapijtscheiding.
‘Limitation of Liability’) van de toepasselijke algemene voorwaarden (annex 5 bij de overeenkomst). Zij voegt daaraan toe dat het gevorderde bedrag als voorschot op een schadevergoeding vooral lijkt te zien op vermeend geleden verlies en nog niet op gederfde winst, maar dat zij het opportuun acht, in het kader van het te verwachten verdere debat, nu al op het bestaan van de exoneratie te wijzen.
6.De beoordeling
(‘License under de Niaga® Trademark’) en van de verplichting vermeld onder
‘Niaga support package’in artikel 9 van de overeenkomst. De rechtbank betrekt daarbij ook dat tijdens de mondelinge behandeling namens BWC verklaard is dat zij de Niaga-technologie, zoals vermeld in artikel 4 van de tussen partijen gesloten overeenkomst, niet gebruikt en dat zij alleen de gepatenteerde lijm gebruikt en daarnaast belang heeft bij de support package van Covestro.
‘Niaga tag/reference’en het gebruik door BWC van het
‘standard Niaga tag’, een bericht van Covestro aan BWC van 24 november 2022 (ook productie 27 van BWC), waarin staat
“We all realize whatever we do now is not static”en een bericht van Covestro aan BWC van 18 april 2023 (eveneens productie 27 van BWC). In dat laatste bericht staat:
inspanningenmoet leveren om BWC te ondersteunen en dat Covestro commercieel redelijke
inspanningenmoet leveren om automatische ‘unclick’- apparatuur te leveren tijdens de gehele looptijd van het DEI+ project. In de overeenkomst staat echter ook dat Covestro die inspanningen moet verrichten om BWC te helpen haar ambities vermeld onder ‘Best Wool’s ambition’ te realiseren. Die houdt in dat in 2026 40% van de omzet van BWC uit
‘Niaga-Laminated-Carpet’bestaat en 100% van de omzet in 2031. De overeenkomst voegt daaraan toe dat partijen jaarlijks over de gerealiseerde volumes en de streefdoelen overleg hebben. Voorts heeft BWC er terecht op gewezen dat ook bij de inspanningen gericht om ‘unclick’- apparatuur te leveren een doel geformuleerd staat. Ook is van belang dat BWC pas na 60 maanden na ondertekening van de overeenkomst deze eenzijdig op kan zeggen en dat de prijs van de lijm jaarlijks aangepast kan worden. De overeenkomst bevat daarmee elementen van een meerjarige overeenkomst. De rechtbank kan in het licht van het voorgaande de overeenkomst niet anders uitleggen dan dat Covestro op grond daarvan gehouden is BWC te helpen bij het opzetten van haar tapijtfabricage. Dat verhoudt zich ook met de afspraken die partijen gemaakt hebben over het verlenen van de licentie en het leveren van de lijm.
‘totdat de productielijn voor laminatie-en delaminatie getest en gereed is om in gebruik te worden genomen’. Dat de productielijn voor laminatie en delaminatie al zover is, staat echter niet vast. De door [bedrijf] gemaakte lamineermachine is pas op 8 oktober 2024 geleverd. Daarbij komt nog dat BWC in februari 2024 een delamineermachine gekocht heeft van het bedrijf Romill en onbetwist gesteld heeft dat die machine pas in het eerste kwartaal van 2025 geleverd wordt. Hier komt dus wel een tekortkoming aan de zijde van Covestro vast te staan.