Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
primair), een poging tot zware mishandeling
(subsidiair) of mishandeling (
meer subsidiair).
3.De bewijsmotivering
, kijk achter je’. Hij keek naar achteren en zag een man staan. Direct daarop voelde [slachtoffer] pijn op zijn hoofd. Het voelde alsof er een scherp voorwerp langs zijn hoofd ging. [slachtoffer] heeft niet gezien wat het voorwerp was. [3]
‘jij hebt mijn scootmobiel kapot gemaakt!’De andere man antwoordde: ‘
Ik heb dat niet gedaan, je kankermoeder!’ [4] Verdachte viel toen de andere man aan. Verdachte deelde met zijn rechterhand een vuistslag uit en raakte de andere man op zijn voorhoofd. [getuige] heeft gezien dat verdachte met een zaklamp die hij vast had in zijn rechterhand, aangever heeft geslagen. [5]
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
poging tot zware mishandeling.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De strafmotivering
7.De schade van benadeelde
8.De in beslag genomen voorwerpen
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
poging tot zware mishandeling;
gevangenisstrafvoor de duur van
270 (tweehonderdzeventig) dagen;
170 (honderdzeventig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat verdachte (zich) gedurende de proeftijd:
- meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
- zich laat behandelen door een zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra de reclassering dit nodig vindt en zal gericht zijn op het verwerken van trauma’s. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
toezichtte houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden; daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
de benadeelde partij [slachtoffer]toe tot een bedrag van
€ 2.500,-- (vijfentwintighonderd euro)(bestaande uit immateriële schade);
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 2.500,-- (vijfentwintighonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2024, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
35 (vijfendertig) dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
overige niet-ontvankelijkis in de vordering, te weten een deel van € 8.500,--, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
verklaart onttrokken aan het verkeerhet in beslag genomen
mes en de in beslag genomen zaklamp;