In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Overijssel het beroep van eiser tegen de buitenbehandelingstelling van zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo). Het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen heeft het Woo-verzoek van eiser afgewezen met een besluit van 5 september 2023 en heeft het verzoek buiten behandeling gesteld met een besluit van 31 januari 2024. Eiser heeft niet meegewerkt aan het verzoek om precisering van zijn Woo-verzoek, wat betekent dat het bestuur niet verplicht was om het verzoek te behandelen. De rechtbank heeft op 19 december 2024 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van het bestuur aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is voor zover het gaat om de proceskostenvergoeding in bezwaar. Eiser had recht op een hogere proceskostenvergoeding dan het bestuur had vastgesteld. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het gaat om de proceskostenvergoeding en stelt zelf de vergoeding vast op € 597,00. De rechtbank concludeert dat het bestuur ten onrechte een wegingsfactor van 0,5 heeft toegepast bij de proceskostenvergoeding, terwijl dit 1 had moeten zijn. Eiser hoeft geen griffierecht te betalen, en het bestuur moet het verschil in proceskostenvergoeding aan eiser betalen.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Lok, rechter, en is openbaar uitgesproken. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.