9.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het de volgende strafbare feit oplevert:
feit 1, primair:het misdrijf: diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, primair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
270 dagen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij:
[slachtoffer]toe tot een bedrag van € 3.000,00, bestaande uit immateriële schade;
- bepaalt dat de benadeelde partij wat betreft de materiële schade (ketting, ring en telefoon) voor een bedrag van € 80,-- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst het overige deel van de vordering af;
- veroordeelt de verdachte
hoofdelijktot betaling aan de benadeelde partij: [slachtoffer] (feit 1) van een bedrag van € 3.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 december 2023 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 3.000,00, (zegge: drieduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 december 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
veertig dagenkan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van de dag dat het voorarrest gelijk wordt aan de opgelegde onvoorwaardelijke straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. A.M.G. Ellenbroek en mr. I. Piksen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.H. Bomans-Weekhout, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 april 2025.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON2R0240002 (Olijf23) van 26 februari 2024. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] van 12 januari 2024, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [medeverdachte] , zakelijk weergegeven:
Op 31 december 2023 was ik met [verdachte] en [slachtoffer] in de woning van [verdachte] aan de [adres 1] .
2. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 9 februari 2024, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] , zakelijk weergegeven:
Op 31 december 2023 was ik met [medeverdachte] in mijn woning aan de [adres 1] . [slachtoffer] was daar in de woning en ging daar in paniek weg.
3. Het proces-verbaal van aangifte, door [slachtoffer] , van 31 december 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 150-153):
Op zondag 3l december 2023 reed ik met twee mannen naar een woning aan de [adres 1] . Ik zag (daar) dat beide mannen opstonden en heel dicht voor mij kwamen staan. Ik voelde mij bang worden. Man 1, hij werd [medeverdachte] genoemd, bleef herhalen dat ik mijn kleren uit moest doen. Ik deed mijn kleding uit en zat naakt op de bank. Ik voelde mij hier niet fijn bij. Ik moest ook mijn schoenen en sokken uit doen. Ik zag dat man 1 wegliep en terugkwam met een stok. Ik kan de stok als volgt omschrijven: rond, glimmend, van ijzer, zwaar, 40 centimeter lang. Ik voelde dat man 1 mijn ketting (nep goud, gedraaide vorm) van mijn hals aftrok. Daarna trok man 1 mijn ring (nep goud, bovenkant plat met krassen) van mijn vinger. Ik zag dat man 1 begon met slaan op mij. Ik voelde pijn op mijn achterhoofd omdat man 1 mij daar raakte met de stok, daarna voelde ik pijn aan mijn knie. Ik hoorde dat man 1 zei: 'Ik maak je knieën kapot'. Ik voelde overal pijn door de klappen die ik kreeg van man 1 met de stok. Ook hebben ze mijn geld (de rechtbank begrijpt: gepakt). Het gaat om een bedrag rond de € 600,00. Het geld zat in mijn linkerbroekzak.
4. Het proces-verbaal van het verhoor als getuige van aangever [slachtoffer] , van 21 februari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 45-49):
V: Je zegt dat je dronken was. Ben je ook op je hoofd geslagen?
A: Ja, 1x door die dikke (de rechtbank begrijpt: door [medeverdachte] )
V: Wat heeft die lange gedaan? (de rechtbank begrijpt: door [verdachte] )
A: Die heeft mij ook geslagen.
V: Toen je geslagen werd met de ijzeren staaf, had je toen je kleren?
A: Ik had kleding aan, maar later toen ik naakt was hebben ze ook met de ijzeren staaf geslagen. Beide keren dus.
5. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Overijssel van [slachtoffer] als getuige, van 4 maart 2024, voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Het klopt dat ik ben geslagen. Ik kan me niet precies herinneren hoe vaak ik ben geslagen maar het was heel veel. Ze hebben ook mijn geld gestolen. Dat was 600 euro. Ze hebben mij geslagen op mijn benen, schouders, rug, mijn voeten, op mijn hoofd.
6. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , van 31 december 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 189-192):
Op 31 december 2023 zagen wij dat [slachtoffer] op blote voeten liep en zagen dat hij emotioneel en overstuur was. Wij hoorden dat [slachtoffer] zei dat de mannen hem hadden geslagen met een zilverkleurige stok van ongeveer 30 centimeter lang. Wij zagen dat [slachtoffer] over zijn knieën wreef en hoorden dat [slachtoffer] zei dat hij hele zere knieën had omdat de mannen hem tegen zijn knieën geslagen hadden. Wij zagen dat er meerdere rode striemen/strepen op beide knieën aanwezig waren en hoorden dat [slachtoffer] verklaarde dat dat door die mannen kwam. Wij hoorden dat de [slachtoffer] zei dat de mannen hem ook bedreigd hadden.
Ik hoorde dat [slachtoffer] ineens hard begon te schreeuwen en tegelijkertijd in de richting van de grijskleurige Volkswagen Golf wees. Wij hoorden dat [slachtoffer] schreeuwde dat we die auto moesten hebben en dat daar één van de personen in zou zitten omdat deze auto van één van hen was. Wij zagen dat [slachtoffer] emotioneel werd en in paniek was.
Wij hoorden dat [slachtoffer] verklaarde dat de twee mannen € 600,00 van hem hadden afgepakt.
Wij zagen en hoorden dat [slachtoffer] aanwees en zei dat het de woning was helemaal bovenin. Wij zagen dat deze woning was voorzien van perceelnummer [adres 1] . Ik zag dat op dat adres ingeschreven stond een persoon genaamd: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1989 in [geboorteplaats] . Wij hoorden dat [slachtoffer] zei dat één van de mannen had gezegd dat het huis 'van hem was', dus dat één van de mannen daar woonde. Wij hoorden dat [slachtoffer] verklaarde dat één van de mannen was genaamd ' [medeverdachte] '. Toen wij met [slachtoffer] op het hoofdbureau in Enschede kwamen zagen wij dat [slachtoffer] zijn linker bovenarm pakte en aangaf dat deze arm hem zeer deed. Wij vroegen of [slachtoffer] zijn trui uit wilde doen en zagen dat hij dat deed. Wij zagen dat [slachtoffer] twee grote rode striemen op zijn bovenarmen had en zag dat er onderhuidse bloeduitstortingen waren, zogeheten 'blauwe plekken'. Wij zagen dat [slachtoffer] op zijn tanden beet en hoorden dat hem dat erg pijn deed. Wij hoorden dat [slachtoffer] zei dat die plekken kwamen doordat hij met die zilverkleurige stok geslagen was en dat [slachtoffer] toen naar zijn zij weggedraaid en ingedoken was om zichzelf te beschermen tegen de klappen. Vervolgens zag ik dat [slachtoffer] op meerdere plekken onder de rode striemen zat en zag ik dat er meerdere 'snijwonden' waren met gestold vers bloed. Ik hoorde dat [slachtoffer] zei dat de mannen dat gedaan hadden en dat deze plekken erg pijn deden.
7. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] van 9 januari 2024 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 214, 215 en 217):
Ik zat op 31 december 2023. Hij ( de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] ) kwam de hoek om afrennen en kwam naar mij toe. Hij was in paniek en vroeg mij om 112 te bellen. Ik zag dat hij op blote voeten liep, hij had geen sokken aan. Hij had zijn schoenen in zijn hand vast. Zijn jas had hij wel aan en uit diezelfde jas haalde hij zijn onderbroek tevoorschijn. Hij was totaal in paniek. Hij schreeuwde om hulp. Hij zei dat ze hem hadden overvallen. Hij zei dat hij last had van zijn knieën en dat ze hem op zijn knieën hadden geslagen met een knuppel.
8. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4, Sv, te weten een Forensisch Geneeskundige Letselbeschrijving opgemaakt door E.A. van der Molen - van Penderen, forensisch arts, van 11 april 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Betrokkene: [slachtoffer] geboortedatum [geboortedatum 2] 2002.
Lichaamsdeel (uitwendig)
Hoofd
1. Hiervoor is gebruik gemaakt van foto 1.Op de achterzijde van de schedel, op de behaarde hoofdhuid is een groengele, onscherp begrensde, ronde huidverkleuring zichtbaar van ca. 1,2 cm.
Extremiteiten
4. Hiervoor is gebruik gemaakt van foto 4.Op de achterzijde van de linker bovenarm, vlak boven de oksel en naast de schouder is een groenpaarse, matigscherpbegrensde, ovale huidverkleuring zichtbaar met in het midden een streepvormige verbleking. De totale oppervlakte is ca. 10,5 cm. bij 4,5 cm.
5. Hiervoor is gebruik gemaakt van foto's 5 en 6. Op de linkerzijde van de linker bovenarm is een geelpaarse matigscherpbegrensde, ronde huidverkleuring zichtbaar met in het midden een streepvormige verbleking met hierin aan de rechterzijde een huidonderbreking. De totale oppervlakte is ca. 8 cm.
12. Hiervoor is gebruik gemaakt van foto 13. Op de rechterzijde van het rechter bovenbeen, enkele centimeters onder de heup, is een paarsgroene, matigscherp begrensde, ovale huidverkleuring van ca. 8 cm bij 5 cm. Met aan de bovenzijde twee parallel lopende roodbruine, scherpbegrensde, lijnvormige huidonderbrekingen met korstvorming van ca. 2 cm. en 1,5 cm. lang.
13. Hiervoor is gebruik gemaakt van foto 14. Op de rechterzijde nabij de strekzijde van het rechter bovenbeen is een paarsgroene, matigscherp begrensde, ovale huidverkleuring van ca. 6 cm. bij 4 cm. met hierboven roodbruine, scherpbegrensde, lijnvormige huidonderbreking met korstvorming zichtbaar van ca. 4 cm.
15. Hiervoor is gebruik gemaakt van foto 16. De linkerzijde van het linker bovenbeen is een paarsgroene, matigscherp begrensde, ovale huidverkleuring zichtbaar van ca. 4,5 cm. bij 15 cm. met in het midden een lijnvormige verbleking met daarin een lijnvormige paarse verkleuring en aan de bovenzijde een bruinrode scherpbegrensde lijnvormige huidonderbreking met korstvorming van ca. 1 cm.
Soort verwonding (beoordeling):
Letsels 1, 3, 7, 9, 10 en 11 betreffen bloeduitstortingen.
Onderhuidse bloeduitstortingen ontstaan als gevolg van een uitwendig inwerkende, mechanisch botsende dan wel samendrukkende kracht met of door een stomp (deel van een) voorwerp.
Letsel 4 betreft een bloeduitstorting in de vorm van een tramline.
‘Tramline’ bloeduitstortingen bestaan uit parallel lineair lopende bloeduitstortingen, gesepareerd door een lichter onbeschadigd stuk huid. Dit wordt veroorzaakt door dat de huid wordt geraakt door een staafvormig object, welke het bloed uit de bloedvaten drukt op het punt van impact, waardoor deze geen bloed kunnen lekken. De randen van het letsel worden opgerekt, waardoor bloedvaten knappen en bloed lekken in de omliggende weefsels.
Letsels 5 en 15 betreffen bloeduitstortingen in de vorm van tramlines met barstwonden
Een barstwond wordt veroorzaakt door stomp inwerkend geweld, zoals stoten, slaan of schoppen. De huid wordt, door een externe kracht, samengedrukt tussen het object
en het bot, waardoor de huid splijt.
Letsels 12 en 13 betreffen een bloeduitstorting met barstwond.
9. Het proces-verbaal van doorzoeking, met bijlagen, opgemaakt door [verbalisant 3] van 1 januari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen: 1 paar sokken (in en naast de wasmand in de douche).
Goednummer : PL0600-2023600007-3124746
Object : Kleding (Sok)
Kleur : Wit
Bijzonderheden : Wit/grijs, aangetrof. in douche in de wasmand bij andere was
Sealbagnummer : 00672499
Goednummer : PL0600-2023600007-3124726
Object : Kleding (Sok)
Kleur : Wit
Bijzonderheden : Wit met grijs in douche, naast de wasmand.
Sealbagnummer : BM01330632
10. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 4] van 3 januari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 204-205):
In het verhoor van 2 januari 2024 werden aan [slachtoffer] onder andere vragen over de inbeslaggenomen sokken (goednummers: 3124726 en 3124746) gesteld.
V: Wat kun je over de getoonde sokken vertellen.
A Dat zijn mijn sokken.
Tijdens het verhoor gaf de aangever aan dat hij dezelfde sokken weer aan had. Ik, verbalisant zag dat [slachtoffer] zijn schoen uittrok en toonde mij dezelfde sok.
11. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 5] en [verbalisant 6] van, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 93):
Op zondag 31 december 2023 startten wij met de doorzoeking van een grijze Volkswagen Golf, voorzien van het kenteken [kenteken] . Hierbij troffen wij het volgende aan:
Op de grond voor de bijrijdersstoel zagen wij tegen de middenconsole een stalen
pijp liggen. Ik heb de pijp veiliggesteld. Wij zagen dat de pijp bestond uit massief staal/ijzer.
Goednummer : PL0600-2023600007-3124621
Object : Pijp
Kleur : Zilverkleurig
Bijzonderheden : Stalen pijp
12. Het proces-verbaal aanhouding verdachte [medeverdachte] opgemaakt door [verbalisant 7] en [verbalisant 8] van 31 december 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 14-17):
Verbalisanten gaan achter het voertuig aan voorzien van het kenteken
[kenteken] . Verbalisant [verbalisant 7] ziet dat de bestuurder de ambtshalve bekende [medeverdachte]
is. Bijrijder wist zijn Burgerservicenummer en daaruit bleek het te gaan om: [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] 1989 in [geboorteplaats] .
Op het arrestantencomplex in Borne word ik, verbalisant [verbalisant 7] , gebeld door verbalisant [verbalisant 1] die op dat moment met het slachtoffer in gesprek is voor de aangifte. Ik hoor dat zij mij vertelt dat het slachtoffer zojuist heeft verklaard dat hem bijna 700 euro, een gouden ketting en een zegelring is afgenomen. Ik, verbalisant [verbalisant 7] , vertel verbalisant [verbalisant 1] dat voornoemde goederen zijn aangetroffen bij verdachte [medeverdachte] tijdens de insluitingsfouillering op het arrestantencomplex. Ik zag ( de rechtbank begrijpt: tijdens de insluitingsfouillering) dat verdachte [medeverdachte] het geld en de sieraden uit zijn linkerbroekzak aan de voorzijde haalde.
13. Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] van 2 januari 2024, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 174, 175, 177, 180-182):
V: Wij tonen u de zegelring, bijlage 3.
A: Dat is van mij. De ring bevat geen goud. Is een platte zegelring zonder inscriptie of steen.
V: De stok/staaf waarmee u mishandeld ben kunt u deze omschrijven, bijlage 4.
A: Dat is de stok of staaf waar ik mee ben geslagen.
V: Hoe zag de goudenketting eruit, bijlage 5.
A: Dat is van mij, de ketting bevat geen goud, het is een nepper.