In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 maart 2025 een vonnis gewezen in kort geding tussen twee partijen, aangeduid als partij A en partij B. Partij A, bestaande uit twee eisers, heeft partij B aangeklaagd om de Japanse duizendknoop te verwijderen van een onroerende zaak. De rechtbank heeft partij B veroordeeld tot het voor eigen rekening en risico verwijderen van deze plant, met de verplichting om de werkzaamheden binnen drie maanden na betekening van het vonnis te starten en binnen zes maanden af te ronden. Tevens is er een dwangsom van € 100,00 per dag opgelegd voor het geval partij B in gebreke blijft met deze verplichtingen, met een maximum van € 25.000,00.
Daarnaast heeft de rechtbank partij A veroordeeld om medewerking te verlenen aan de levering van de onroerende zaak, conform een eerder gesloten koopovereenkomst. Partij A moet binnen zeven dagen na het vonnis de notaris instrueren om een transportakte op te stellen en deze ondertekenen tegen betaling van de overeengekomen koopsom. Ook is er een dwangsom van € 2.000,00 per dag opgelegd voor het geval partij A in gebreke blijft met deze verplichtingen, met een maximum van € 40.000,00.
De rechtbank heeft verder de proceskosten aan beide partijen toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de voorzieningenrechter, mr. W.W. van Tol, op 26 maart 2025.