ECLI:NL:RBOVE:2025:1837

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 maart 2025
Publicatiedatum
1 april 2025
Zaaknummer
C/08/329322 / KG ZA 25-30
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over verwijdering van Japanse duizendknoop en medewerking aan levering onroerende zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 maart 2025 een vonnis gewezen in kort geding tussen twee partijen, aangeduid als partij A en partij B. Partij A, bestaande uit twee eisers, heeft partij B aangeklaagd om de Japanse duizendknoop te verwijderen van een onroerende zaak. De rechtbank heeft partij B veroordeeld tot het voor eigen rekening en risico verwijderen van deze plant, met de verplichting om de werkzaamheden binnen drie maanden na betekening van het vonnis te starten en binnen zes maanden af te ronden. Tevens is er een dwangsom van € 100,00 per dag opgelegd voor het geval partij B in gebreke blijft met deze verplichtingen, met een maximum van € 25.000,00.

Daarnaast heeft de rechtbank partij A veroordeeld om medewerking te verlenen aan de levering van de onroerende zaak, conform een eerder gesloten koopovereenkomst. Partij A moet binnen zeven dagen na het vonnis de notaris instrueren om een transportakte op te stellen en deze ondertekenen tegen betaling van de overeengekomen koopsom. Ook is er een dwangsom van € 2.000,00 per dag opgelegd voor het geval partij A in gebreke blijft met deze verplichtingen, met een maximum van € 40.000,00.

De rechtbank heeft verder de proceskosten aan beide partijen toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de voorzieningenrechter, mr. W.W. van Tol, op 26 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/329322 / KG ZA 25-30
Vonnis in kort geding van 26 maart 2025
in de zaak van

1.[partij A 1],

2.
[partij A 2],
beiden wonende te [woonplaats 1],
eisende partijen in conventie, verwerende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [partij A],
advocaten: mr. R.P.M. de Laat en mr. N. Rustenburg,
tegen

1.[partij B 1],

wonende te [woonplaats 2],
2.
[partij B 2],
wonende te [woonplaats 3] (Duitsland),
gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [partij B],
advocaat: mr. A. Prascevic.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties van [partij A];
- de conclusie van eis in reconventie tevens houdende akte overlegging producties van [partij B];
- de akte indiening producties van [partij A] van 21 maart 2025;
- de mondelinge behandeling van 24 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van mr. R.P.M. de Laat en mr. N. Rustenburg;
- de pleitnota van mr. A. Prascevic.
1.2.
Het vonnis is bepaald op vandaag. De feiten en de motivering waarop de in dit vonnis te geven beslissing steunt, zullen afzonderlijk worden vastgesteld
in een op de kortst mogelijke termijn te wijzen vonnis.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
2.1.
veroordeelt [partij B] hoofdelijk en ieder voor zich tot het voor eigen rekening en risico verwijderen van de Japanse duizendknoop, zodanig dat de plant geheel zal zijn verwijderd uit de onroerende zaak, staande en gelegen aan de [adres 1], en de werkzaamheden binnen drie maanden na betekening van dit vonnis aan te vangen en deze uiterlijk binnen zes maanden na aanvang af te ronden, onder overlegging van behoorlijk bewijs daarvan aan [partij A],
2.2.
veroordeelt [partij B] hoofdelijk en ieder voor zich tot betaling van een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 25.000,00 aan [partij A] voor iedere dag dat [partij B] met de naleving van de onder 2.1. vermelde aanvangs- en afrondingstermijnen in gebreke blijven,
2.3.
veroordeelt [partij B] hoofdelijk en ieder voor zich in de proceskosten tot op heden aan de zijde van [partij A] begroot op € 1.751,97, te betalen binnen veertien dagen na dit vonnis, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening, indien [partij B] niet binnen genoemde termijn betalen en vervolgens betekening van het vonnis plaatsvindt,
2.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
2.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
2.6.
2.6. veroordeelt [partij A] om binnen zeven dagen na dit vonnis hun volledige medewerking te verlenen aan de levering van de onroerende zaak staande en gelegen aan de [adres 1], zulks conform de bepalingen van de tussen partijen op 18 september 2024 gesloten koopovereenkomst,
2.7.
2.7. veroordeelt [partij A] om binnen de genoemde termijn Notarispraktijk [bedrijf] ([adres 2]) te instrueren een transportakte onder gebruikelijke condities op te stellen en beveelt [partij A] de transportakte te ondertekenen tegen betaling van de overeengekomen koopsom,
2.8.
veroordeelt [partij A] om aan [partij B] een dwangsom te betalen van € 2.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij na betekening van het vonnis in gebreke blijven met de naleving van de veroordelingen onder 2.6. en 2.7, met een maximum van € 40.000,00,
2.9.
2.9. bepaalt dat, indien [partij A] nalaten aan de veroordelingen onder 2.6. en 2.7. te voldoen, dit vonnis in de plaats zal treden van de voor de levering vereiste medewerking en handtekening van [partij A], een en ander overeenkomstig artikel 3:300 lid 2 BW,
2.10.
veroordeelt [partij A] in de proceskosten tot op heden aan de zijde van [partij B] begroot op € 731,50, te betalen binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening en te vermeerderen met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over deze bedragen vanaf de vijftiende dag na de betekening tot de dag van volledige betaling,
2.11.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
2.12.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.W. van Tol en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2025.