ECLI:NL:RBOVE:2025:1836

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 maart 2025
Publicatiedatum
1 april 2025
Zaaknummer
C/08/328969 / KG ZA 25-28
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vervangende toestemming voor ondertekening documenten bij woningovername na relatiebeëindiging

In deze zaak heeft eiseres, na het beëindigen van haar relatie met gedaagde op 12 december 2024, afspraken gemaakt over de overname van de gezamenlijke woning en de bijbehorende hypothecaire lening. Eiseres heeft gedaagde verzocht om twee noodzakelijke documenten te ondertekenen voor de overname van de lening, maar gedaagde heeft dit niet tijdig gedaan. In het kort geding vraagt eiseres om vervangende toestemming om deze documenten zelf te ondertekenen en om gedaagde te veroordelen in de proceskosten. De voorzieningenrechter oordeelt dat gedaagde moet meewerken aan de overname van de woning conform de gemaakte afspraken. De gevraagde voorzieningen worden grotendeels toegewezen, maar de voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om gedaagde te veroordelen in de reële proceskosten. Het vonnis bepaalt dat dit dezelfde kracht heeft als de te ondertekenen documenten en machtigt eiseres om deze documenten in plaats van gedaagde te ondertekenen. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn begroot op € 1.369,45.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/328969 / KG ZA 25-28
Vonnis in kort geding van 31 maart 2025
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. Y.N. Teke-Bozkurt,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. L.J.A. Eshuis-Nijmeijer.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de producties van [eiseres]
- de producties van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling van 20 maart 2025
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

Partijen hebben na het stranden van hun relatie op 12 december 2024 afspraken gemaakt over de overname van de gezamenlijke woning en de daarmee samenhangende hypothecaire lening door [eiseres] . [eiseres] heeft aan [gedaagde] verzocht om twee voor de overname van de lening vereiste documenten te ondertekenen. Dit heeft [gedaagde] niet tijdig gedaan. In dit kort geding vraagt [eiseres] onder meer om aan haar vervangende toestemming te verlenen om in de plaats van [gedaagde] alle benodigde documenten te ondertekenen voor overname van de woning. Daarnaast vraagt [eiseres] om [gedaagde] te veroordelen in de daadwerkelijke proceskosten. De voorzieningenrechter overweegt dat [gedaagde] moet meewerken aan de overname van de woning conform de afspraken die partijen hebben gemaakt op 12 december 2024. De gevraagde voorzieningen worden daarom grotendeels toegewezen. De voorzieningenrechter ziet echter geen aanleiding om [gedaagde] te veroordelen in de reële proceskosten.

3.De feiten

3.1.
Partijen hebben een affectieve relatie gehad, welke relatie is geëindigd.
3.2.
Op 12 december 2024 hebben partijen ter beëindiging van hun geschil afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn in een proces-verbaal van de rechtbank vastgelegd. In dit proces-verbaal staat, voor zover van belang, het navolgende:
(..)
2. De woning staande en gelegen aan de [address] inclusief de daarom rustende hypothecaire geldlening zal door [gedaagde] aan [eiseres] worden toebedeeld onder nadere verrekening van de waarde daarvan. Partijen komen overeen dat de waarde van de woning op € 260.000,- wordt gesteld en dat de huidige hypotheek € 130.000,- is. Daarbij zal de man een overbedelingssom worden uitgekeerd van € 65.000,--.
3. Partijen komen overeen dat de man wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid.
4. Dit bedrag zal ineens worden betaald ten tijde van de overdracht.
5. Partijen komen overeen dat zij beiden volledig meewerken aan de overdracht en dat partij [eiseres] de notariskosten voor haar rekening zal nemen.
(…)
8. Partijen komen daarbij overeen dat de man voor 1 mei 2025 de woning moet hebben verlaten en zich moet hebben uitgeschreven van het hiervoor genoemde adres. (..)
3.3.
[eiseres] heeft [gedaagde] in januari 2025 verzocht om twee documenten ten behoeve van de overname van de hypothecaire lening te ondertekenen, te weten een formulier wijziging tussenpersoon en een ontruimingsverklaring.
3.4.
Op 4 februari 2025 heeft de advocaat van [eiseres] de toenmalige advocaat van [gedaagde] aangeschreven en is aan [gedaagde] verzocht om twee documenten te ondertekenen, te weten het formulier wijziging tussenpersoon en een ontruimingsverklaring. Op 14 februari 2025 heeft [eiseres] via WhatsApp [gedaagde] nogmaals verzocht om tot ondertekening over te gaan. [gedaagde] heeft hier geen gehoor aan gegeven.
3.5.
[eiseres] heeft [gedaagde] vervolgens in kort geding gedagvaard. Twee dagen voor de mondelinge behandeling in kort geding heeft [gedaagde] de twee formulieren alsnog getekend en naar [eiseres] verstuurd.

4.Het geschil

4.1.
[eiseres] vordert - samengevat – dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
  • aan [eiseres] vervangende toestemming verleent om in plaats van [gedaagde] alle benodigde documenten te ondertekenen voor overname van de woning, waaronder de ontruimingsverklaring en het toestemmingsformulier nieuwe adviseur.
  • bepaalt dat het vonnis in de plaats treedt van de handtekening van [gedaagde] ;
  • [gedaagde] in de reële proceskosten veroordeelt;
Subsidiair:
- bepaalt dat [gedaagde] een dwangsom van € 500,00 per dag is verschuldigd aan [eiseres] voor elke dag dat hij niet meewerkt aan overname van de echtelijke woning.
4.2.
[eiseres] legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Partijen zijn ex-partners. Partijen zijn overeengekomen dat [eiseres] de woning overneemt en dat [gedaagde] de woning op 1 mei 2025 zal verlaten. Bij overname van de woning dient [gedaagde] te worden ontslagen van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening. [eiseres] moet de overname administratief bewerkstelligen en heeft daarvoor een aantal door [gedaagde] ondertekende documenten nodig. [gedaagde] weigert hier aan mee te werken. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] aangevoerd dat deze documenten in ieder geval nog de - al dan niet notariële - documenten zijn die zien op de levering van de woning aan [eiseres] en op de overname door [eiseres] van de hypothecaire lening en van de verzekeringen die betrekking hebben op de woning, waaronder de levensverzekering die verbonden is aan de hypotheek.
4.3.
[gedaagde] voert aan dat hij overal medewerking aan zal verlenen, maar dat hij wel tijd nodig heeft om te bekijken om welke documenten het gaat en wat de gevolgen zijn van het ondertekenen daarvan.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Spoedeisend belang
5.1.
Tussen partijen staat vast dat [eiseres] de woning zal overnemen, dat [gedaagde] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en dat [gedaagde] de woning op 1 mei 2025 moet verlaten. [eiseres] heeft onweersproken gesteld dat er diverse documenten ondertekend moeten worden om dit te kunnen verwezenlijken en dat [gedaagde] hier aan mee moet werken. Daaruit blijkt genoegzaam dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevraagde voorziening, die er immers toe strekt tijdige uitvoering van de tussen partijen gemaakte afspraken mogelijk te maken.
Kan aan [eiseres] vervangende toestemming worden gegeven om in plaats van [gedaagde] alle benodigde documenten te ondertekenen voor overname van de woning?
5.2.
[gedaagde] heeft tijdens de mondelinge behandeling zijn medewerking aan de overdracht van de woning en de hypotheek toegezegd, maar die toezegging biedt naar het oordeel van de voorzieningenrechter, gezien het dralen van [gedaagde] bij het ondertekenen van het formulier en de ontruimingsverklaring onvoldoende zekerheid dat die medewerking ook zal worden verleend. Op grond van wat onder 3.3. tot en met 3.5. is vermeld blijkt vooralsnog voldoende dat [gedaagde] zijn verplichtingen niet behoorlijk nakomt. De voorzieningenrechter acht de wens van [gedaagde] om na te gaan wat de inhoud van de door hem te tekenen documenten begrijpelijk, maar is tevens van oordeel dat daar hooguit enkele dagen mee gemoeid mogen zijn en dat de termijn van twee maanden die [gedaagde] genomen heeft voordat hij tekende niet gerechtvaardigd is. De voorzieningenrechter komt tot de slotsom dat het gevorderde toewijsbaar is.
5.3.
De voorzieningenrechter acht de door [eiseres] gebruikt formulering ‘alle benodigde documenten voor overname van de woning’ echter te onbepaald om in zijn beslissing op te nemen. De voorzieningenrechter zal dan ook een nadere omschrijving van de documenten in zijn beslissing vermelden, waarbij hij aansluiting zoekt bij de omschrijving van de documenten die [eiseres] gegeven heeft (zie onder 4.2.). Omdat het zetten van zijn handtekening op de door [eiseres] genoemde documenten een rechtshandeling van [gedaagde] als bedoeld in artikel 3:300 BW kan zijn zal de voorzieningenrechter in de eerste plaats beslissen dat dit vonnis op de voet van genoemd artikel dezelfde kracht heeft als genoemde documenten dan wel in de plaats treedt van genoemde documenten. De voorzieningenrechter begrijpt de vordering van [eiseres] waar deze ziet op het verlenen van vervangende toestemming om documenten te ondertekenen zo dat zij op de voet van artikel 3:299 BW gemachtigd wenst te worden om zelf te bewerken waartoe nakoming door [gedaagde] van zijn verplichtingen uit de tussen partijen gesloten overeenkomst van 12 december 2024 zou leiden. De voorzieningenrechter zal in aanvulling op bovengenoemde, op artikel 3:300 BW gegronde beslissing, een dergelijke machtiging geven, namelijk voor zover de documenten buiten het toepassingsgebied van artikel 3:300 BW vallen. De voorzieningenrechter tekent aan dat de verplichting van [gedaagde] om aan uitvoering van de hiervoor onder 3.2. genoemde overeenkomst mee te werken onverkort blijft gelden, zodat hij, indien en voor zover [eiseres] daarvoor een vorm van medewerking van hem nodig heeft die toch nog buiten het bestek van de hieronder genoemde beslissing valt, hij gehouden is die te verlenen.
Proceskosten
5.4.
[eiseres] vordert [gedaagde] te veroordelen in de daadwerkelijke proceskosten. Een veroordeling in de reële proceskosten is volgens vaste rechtspraak alleen bij hoge uitzondering aan de orde, indien sprake is van buitengewone omstandigheden, waarbij dient te worden gedacht aan gevallen van misbruik van procesrecht of het onrechtmatige instellen van een vordering. Een dergelijke situatie is in deze zaak niet vast komen te staan. De voorzieningenrechter zal [eiseres] dan ook niet veroordelen in de reële proceskosten.
5.5.
De voorzieningenrechter ziet in de omstandigheden van de zaak wel aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt dat in familierechtelijke zaken de proceskosten worden gecompenseerd. Door de langdurig weigerachtige houding van de [gedaagde] ontstond de noodzaak om dit kort geding te starten om de toedeling van de woning aan haar te kunnen bewerkstelligen.
5.6.
De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
145,45
- griffierecht
331,00
- salaris advocaat
715,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.369,45

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
bepaalt dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als door [gedaagde] te tekenen - al dan niet notariële - documenten die zien op de levering van de woning aan [eiseres] en op de overname door [eiseres] van de hypothecaire lening en van de verzekeringen die betrekking hebben op de woning, waaronder de levensverzekering die verbonden is aan de hypotheek dan wel in de plaats treedt van die documenten;
6.2.
machtigt in aanvulling op de onder 6.1. vermelde beslissing [eiseres] om zelf te bewerken waartoe nakoming door [gedaagde] van zijn verplichtingen uit de tussen partijen gesloten overeenkomst van 12 december 2024 zou leiden door - al dan niet notariële - documenten die zien op de levering van de woning aan [eiseres] en op de overname door [eiseres] van de hypothecaire lening en van de verzekeringen die betrekking hebben op de woning, waaronder de levensverzekering die verbonden is aan de hypotheek in de plaats van [gedaagde] te ondertekenen;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.369,45, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2025.