ECLI:NL:RBOVE:2025:1830

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 maart 2025
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
08-730105-18
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling van betrokkene na recidiverisico en psychische stoornissen

Op 31 maart 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene, geboren in 1992. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van psychische stoornissen en een recidiverisico, zoals blijkt uit rapportages van de reclassering en een pro Justitia rapportage. Betrokkene is ter beschikking gesteld bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 maart 2021, en de maatregel is sindsdien meerdere keren verlengd. De laatste verlenging was op 7 april 2023, en de huidige termijn eindigde op 22 maart 2025.

De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder het verlengingsadvies van Reclassering Nederland en de pro Justitia rapportage van psychiater L.H.W.M. Kaiser. De reclassering heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen, gezien de aanhoudende problematiek en het risico op recidive. Tijdens de zitting op 17 maart 2025 heeft de officier van justitie de vordering tot verlenging gehandhaafd, en betrokkene heeft zich niet verzet tegen deze verlenging.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. Ondanks enige positieve ontwikkelingen in het functioneren van betrokkene, blijft de samenwerking met behandelaren fragiel en is er geen overeenstemming over de diagnostiek. De rechtbank heeft daarom besloten de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen, om de veiligheid van de samenleving te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-730105-18
Datum uitspraak: 31 maart 2025
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] ,
verblijvende in de [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De aanleiding

Betrokkene is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 maart 2021 ter beschikking gesteld, waarbij betreffende het gedrag van betrokkene voorwaarden zijn gesteld, na bewezenverklaring van de misdrijven:
  • mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel, meermalen gepleegd;
  • bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
  • opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 22 maart 2021. Deze terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 7 april 2023 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 22 maart 2025.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van Reclassering Nederland van 30 januari 2025, opgemaakt en ondertekend door [reclasseringswerker] , reclasseringswerker en [naam] , unitmanager;
  • de pro Justitia rapportage van L.H.W.M. Kaiser, psychiater, van 19 november 2024;
  • het advies vordering naar omzetting dwangverpleging van Reclassering Nederland van 27 februari 2025, opgemaakt en ondertekend door [reclasseringswerker] , reclasseringswerker en [naam] , unitmanager;
  • de voortgangsverslagen over een periode van 13 februari 2024 tot 11 maart 2025.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 18 februari 2025 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 17 maart 2025. De rechtbank heeft op de openbare terechtzitting gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Boksem, advocaat in Leeuwarden;
  • de officier van justitie;
  • [reclasseringswerker] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren.
Betrokkene en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaren.

4.De beoordeling

De vordering is op 18 februari 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overweging de over betrokkene opgemaakte adviezen van de reclassering, de over betrokkene opgemaakte pro Justitia rapportage en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de reclassering
Het verlengingsadvies van de reclassering houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij betrokkene is sprake van een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, een verstandelijke beperking (licht) en stoornissen in middelengebruik (in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving). In de afgelopen periode heeft betrokkene meegewerkt aan een onderzoek naar autisme. Transfore heeft de diagnose van een autismespectrumstoornis (niveau 1) gesteld. Betrokkene erkent en herkent zichzelf grotendeels niet in voornoemde stoornissen, waardoor er geen overeenstemming is over de problematiek. Het alleen al benoemen ervan roept verontwaardiging bij betrokkene op, wat de behandeling bemoeilijkt. De nieuwe hoofddiagnose heeft een ander licht op de behandeling geworpen en ook gemaakt dat de benadering naar hem toe anders is geworden. Dat zorgt voor minder escalaties in de samenwerking, maar het neemt niet weg dat er bijna wekelijks situaties ontstaan die onvrede bij betrokkene geven, stress veroorzaken en de onderlinge relatie onder spanning zet. Ten aanzien van de beïnvloeding en behandeling van zijn stoornissen is betrokkene weinig veranderbaar. Er wordt met name gefocust op hoe betrokkene leert om te gaan met zijn beperkingen. De problematiek van betrokkene blijft zich echter herhalen en bemoeilijkt het behandel- en resocialisatietraject binnen de tbs met voorwaarden.
Binnen de huidige tbs-maatregel ondergaat betrokkene zijn derde behandelpoging.
Er is sprake van een stabielere periode en een positievere ontwikkeling in het functioneren van betrokkene. De samenwerking met de behandelaren en de reclassering blijft echter zeer fragiel en wisselvallig. Betrokkene is wel bereid om te werken aan behandeldoelen en zet zich hier oprecht en trouw voor in als er overeenstemming is. Betrokkene laat al een geruimere tijd verbetering zien in zijn agressieregulatie en zelfbeheersing. Bij oplopende stress is er echter een verhoogde kans op impulsiviteit.
Er zijn verschillende factoren die stress veroorzaken bij betrokkene en agressie uitlokken.
Bij aanhoudende stress treedt er bij betrokkene realiteitsverlies op en uit hij zich achterdochtiger. Zijn copingvaardigheden zijn dan zeer gering. Binnen de huidige context is dit nog op te vangen. De reclassering schat in dat betrokkene in een minder gestructureerde en intensief begeleide (woon)context meer moeilijkheden en stress zal ervaren, waardoor er een verhoogder risico op gewelddadig gedrag volgt. Daarnaast is het volgens de reclassering denkbaar dat betrokkene in een vrijere omgeving meer geneigd zal zijn zich te onttrekken aan het toezicht en de afspraken. Volledig uit zorg is de inschatting dat het risico op geweldsrecidive kan oplopen tot hoog.
De reclassering adviseert om de tbs met voorwaarden voor de duur van twee jaren te verlengen. Op basis van het algehele verloop en de professionele inzichten heeft de reclassering ernstige twijfels of een verantwoorde resocialisatie binnen het huidige kader te voltooien is. Er is sprake van complexe problematiek bij betrokkene en er is geen gedragsverandering, waardoor het risico op recidive onverminderd is.
De reclassering heeft verder geadviseerd om een bevel alsnog verpleging af te geven, hetgeen door de officier van justitie is gevorderd en waarop de rechtbank bij afzonderlijke beslissing beslist.
De deskundige ter terechtzitting
Op de zitting heeft reclasseringswerker [reclasseringswerker] het advies gehandhaafd en in aanvulling op de rapporten naar voren gebracht dat bij betrokkene sprake is van een gebrekkig probleeminzicht en weinig ziektebesef. Het gedrag van betrokkene blijft onveranderd en het risico op recidive is niet afgenomen. Het risico op recidive kan oplopen tot onverminderd hoog, afhankelijk van verschillende factoren. De reclassering verwacht niet dat dit zal veranderen tijdens een vierde behandelpoging.
De pro Justitia rapportage
Betrokkene heeft niet meegewerkt aan het onderzoek van de psychiater, omdat hij geen vertrouwen heeft in een NIFP rapportage. Door deze weigering kan de psychiater geen uitspraak doen over de diagnostiek van betrokkene en hoe de autismestoornis zich verhoudt tot een eventuele persoonlijkheidsstoornis.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van hetgeen in de rapportages van de reclassering en de pro Justitia rapportage is vermeld en door de deskundige ter zitting is toegelicht, stelt de rechtbank vast dat sprake is van stoornissen bij betrokkene en dat sprake is van recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan.
De rechtbank stelt op basis van de reclasseringsadviezen vast dat er vanaf de derde behandelpoging van betrokkene sprake is van een meer stabielere periode en positieve ontwikkeling ten aanzien van het functioneren van betrokkene en de omgangsregeling met zijn behandelaren en de reclassering. Echter blijkt dat deze samenwerking fragiel en wisselvallig blijft en er vrij snel frictie ontstaat. Daarnaast blijkt dat er met betrokkene geen overeenstemming is over de diagnostiek, wat de behandeling bemoeilijkt. Daar komt bij dat betrokkene zich ook niet wil laten behandelen voor de gestelde diagnoses en zelfbepalend is over hoe het traject eruit moet komen te zien. Betrokkene kiest er dan voor om uit de samenwerking te gaan. De rechtbank ziet dit als een repeterend patroon en thans nog niet te doorbreken is.
De rechtbank zal, gelet op hetgeen hierboven is overwogen, de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank verlengt de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]met twee jaren.
Aldus gegeven door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. R. Horstink, rechters, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 maart 2025.
mr. R. Horstink is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.